Tag Archief van: Land & Dijken

Opstellen van agrarisch perspectief Waterland-Oost

De provincie Noord-Holland is momenteel voor Waterland-Oost bezig met een gebiedsgerichte aanpak waarin vraagstukken als NNN-realisatie, bodemdaling en CO2-uitstoot worden behandeld.

Als onderdeel van deze gebiedsgerichte aanpak wordt er een agrarisch perspectief voor Waterland-Oost opgesteld. Water, Land & Dijken, de Vereniging Behoud Boeren Waterland e.o. (VBBW) en de LTO afdeling Groot Waterland stellen de visie gezamenlijk op, net zoals eerder bij het plan van het deelgebied Peereboom (binnen Waterland-Oost). Het rapport over dit deelgebied; ‘Toekomst voor een landschap met boeren; agrarisch perspectief voor het gebied Peereboom e.o  is inmiddels opgeleverd en is hier te downloaden.

Ook bij het opstellen van deze visie worden de agrarisch ondernemers in Waterland-Oost betrokken. Zij kennen Waterland-oost heel goed en weten wat een ondernemer nodig heeft om zich te kunnen blijven ontwikkelen binnen dit gebied.

Voor vragen over dit project kunt u contact opnemen met Grada Kwantes, e-mail g.kwantes@waterlandendijken.nl

U kunt ook meer lezen over het Agrarisch perspectief voor deelgebied Peereboom op onze website onder het kopje thema’s.

De vitaliteit van de bedrijven in de veenpolders

Bodemdaling, het realiseren van het Natuurnetwerk Nederland en de krimp van de weidevogelpopulatie zijn onderwerpen die veel boeren bezighouden. Daar komt de gebiedsgerichte stikstofaanpak en de ambitie voor kringlooplandbouw bij. Voor ons gebied worden allerlei visies en plannen gemaakt, zoals Vitaal Platteland Amsterdam. Veel boeren vragen zich dan ook af hoe de toekomst eruit ziet: kun je straks nog wel door in de veenweidegebieden? Cruciale vraag daarbij is: hoe staat de landbouw in veenweidegebied er op dit moment bij in vergelijking met soortgelijke bedrijven op de klei?

Vanaf 2006 kom ik op veel melkveehouderijbedrijven in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal. Wat mij opvalt is dat er in de veenpolders heel gedreven goede ondernemers werken die ondanks de beperkingen van hun grond succesvol melkvee houden. Om een vergelijk te kunnen maken met hun collega’s in kleipolders heb ik een klein onderzoek gedaan. Als medewerker op een accountants- en advieskantoor kan ik beschikken over bedrijfsgegevens van melkveehouders.

Ik vergeleek de resultaten van 7 volledig melkveehouderijbedrijven op de klei met een groep van 7 melkveehouderijbedrijven in veenpolders. De groepen zijn aselect door een collega samengesteld en geanonimiseerd bij mij aangeleverd.

In onderstaande tabel is te zien waar de kleine verschillen tussen veen- en kleiboeren zoal te vinden zijn.

Onderwerp Verschil veen t.o.v. klei Opmerking
Intensiteit per ha Ca 25 % minder vee per ha grond
Melkproductie per koe per jaar 600 kg lager
Bouwplan ‘alleen’ gras, beetje mais
Omvang Minder koeien per bedrijf en minder ha in gebruik De bedrijven zijn wat kleinschaliger
Duurzaamheid veestapel Geen verschil Denk hierbij aan gemiddelde leeftijd, vruchtbaarheid en sterftecijfers van het vee
Krachtvoergebruik Per kg melk gelijk aan op de klei
Kosten die gemaakt worden voor de teelt van verwerking van het gewas Geen verschil tussen de groepen. De onderlinge verschillen bij veen zijn groter. Deze kosten bestaan uit, bemestings-, loonwerk-, brandstof- en onderhoudskosten voor de machines
Veeomzet per kg melk Geen verschillen
Saldo Op veen iets hoger Saldo is de omzet -/- toegerekende kosten zoals aangekocht voer.
Rentekosten Ca 10% lager dan op de klei Waarschijnlijk is de financiering op de kleibedrijven hoger
Privé-onttrekkingen per kg melk Iets hoger op de klei De oorzaak is dat de bedrijven minder melk produceren maar in Euro’s niet meer besteden

 

Conclusie
Uiteindelijk is er nauwelijks verschil in ‘liquiditeitsmarge’ (lees: resultaat) tussen de twee groepen melkveehouders.

Slot
Mijn beeld dat de melkveehouders in de veenpolders niet minder presteren dan op de klei werd op basis van dit onderzoek bevestigd. Natuurlijk is een steekproef van 7 + 7 bedrijven te klein om er wetenschappelijke conclusies aan te verbinden maar het heeft mij wel aan het denken gezet.

Ik hoop dat politici en beleidsmedewerkers binnen onze provincie zich realiseren dat de vitaliteit van de melkveehouderijbedrijven ondanks de beperkingen van de gebieden (perceelgrootte, ontwatering etc.) niet minder is dan dat van de bedrijven op de klei. De melkveehouders op het veen zijn ook vaklui en presteren goed. Geef ook deze ondernemers een toekomst en we moeten ons realiseren dat een ander gebruik en inrichting van dit gebied niet direct een verbetering van de leefomgeving voor de andere bewoners in zal houden.

Dirk Wijnker, bedrijfskundig adviseur bij Alfa Accountants en Adviseurs

Winnaar Gouden Grutto Pul 2020

Dennis Smit mocht dit jaar de Gouden Grutto Pul trofee in ontvangst nemen. Dennis Smit combineert een gangbaar melkveebedrijf met hoge natuurwaarden. Samen met de vrijwilligers zet hij zich in voor het weidevogelbeheer. Dit jaar waren er twee genomineerde bedrijven. Arie Zijp uit Assendelft en Dennis Smit uit Ursem zijn voorgedragen door hun weidevogelvrijwilligers, en vervolgens door de jury genomineerd.  Op onze pagina Terugblik weidevogelseizoen 2020 kunt u onder andere het filmpje zien waarin de twee genomineerde bedrijven zich voorstellen aan u. Door de corona maatregelen kon de jaarlijkse Slotavond weidevogelseizoen 2020 niet op de gebruikelijke wijze plaatsvinden.

 

GLB-pilot voortgang oktober 2020

De GLB pilot is inmiddels een eind op streek en zal begin 2021 worden afgerond. De veldmaatregelen lopen op zijn eind en we beginnen binnenkort met de evaluatie en het formuleren van conclusies en aanbevelingen voor het nieuwe GLB.

Wat kunt u de komende maanden verwachten? Dit najaar gaan we de resultaten van de pilot ophalen en tegen het licht houden op hun betekenis voor het nieuwe GLB. Dat doen we samen met de deelnemers.

Lees hier meer over in dit GLB-pilot voortgangsbericht van oktober 2020.

Meer over dit onderwerp vindt u op de GLB-pilot pagina.