Verhalen van Willem
Onze veldcoördinator Willem werkt voornamelijk in werkgebied de Zeevang. Al vanaf zijn vroege jeugd is hij gek op vogels en dan vooral weidevogels. Willem zal op deze plek, onregelmatig, een ervaring delen. Zijn anekdotische, ontroerende, leuke, maar bovenal super enthousiaste verhalen zullen u laten glimlachen, zo niet dan schaterlachen.
Nieuwe kansen voor de oeverzwaluw
Nieuwe kansen voor de oeverzwaluw
In 2019 werd een oeverzwaluw kolonie in Kwadijk ontdekt. De kolonie was vanaf de openbare weg goed te zien en trok veel publiek. De eigenaar van de grond wilde echter geen garantie geven dat de berg zand intact zou blijven na het broedseizoen. Er was WLD veel aan gelegen om deze zwaluwsoort als nieuwe broedvogel in de Zeevang te behouden en besloten werd ca. 350 m3 zand van de bestaande berg zand te kopen en daarmee 5 nieuwe broedlocaties in te richten. Sponsoren werden benaderd voor cofinanciering waaronder Vogelbescherming Nederland. Zij zagen toen helaas geen mogelijkheden waarna WLD het financiële plaatje zelf voor haar rekening nam.
De zwaluwen konden echter niet worden verleid om de nieuwe locaties als bloedplek in gebruik te nemen omdat hun vertrouwde broedplek in Kwadijk buiten verwachting nog enkele jaren in stand bleef. Ze bleven trouw aan hun vaste locatie. (zou ik overigens ook gedaan hebben als ik oeverzwaluw was). Echter na het broedseizoen 2022 werd de bestaande broedlocatie in Kwadijk met opgeheven. De eigenaar van de berg zand had de grond nodig voor andere doeleinden.
Dit gaf kansen voor de andere locaties doch dan was het wel nodig dat ze groter, geschikter en robuuster werden gemaakt. Achteraf bezien waren de eerdere vijf locaties wellicht mogelijk toch te klein van opzet omdat de grond behoorlijk was ingeklonken. Ze waren eigenlijk aan revisie en grote update toe. Maar grote vraag is, wie betaalt de kosten. Extra grond aankopen, verplaatsen, verwerken en broedplek opnieuw opzetten is behoorlijk prijzig dus ik had me er al bij neergelegd dat we het moesten doen met wat we hadden en dan maar het beste er van hopen. Maar plots gloort er onverwacht licht aan de horizon. Eind juli 2022 valt het blad van de Vogelbescherming in mijn brievenbus en tot mijn grote verbazing valt mijn oog op een wel heel bijzondere oproep.
Da’s toch ook wat. Waar komt dit nu ineens vandaan. Zonder enige vooraankondiging heeft Vogelbescherming deze oproep in hun blad geplaatst.
Enkele dagen deze eerste oproep neemt de adviseur bijzondere giften van de Vogelbescherming al contact met ons op. Ze hadden ons verzoek uit 2019 nog steeds in portefeuille en vonden het eigenlijk wel een mooi initiatief waarna alsnog werd besloten tot een oproep. En met succes. De eerste € 1.000,= was zelfs al binnen. Gedoneerd door een vogelliefhebber uit de Zeevang die absoluut anoniem willen blijven maar wel graag een keertje willen komen kijken naar het eindresultaat. Uiteraard is dit al geregeld. Direct €1.000,= !!! Dat zet zoden aan de dijk. Maar nu de volgende uitdaging. Hoe en door wie laten we e.e.a. uitvoeren voor dat bedrag. Geluk was dat ik bij een lid in Oosthuizen achter het bedrijf een grote berg geschikt zand had zien liggen. En heel fijn dat zij heel graag wilden meewerken aan dit project door een flinke hoeveelheid van dat zand bijna ‘om niet’ ter beschikking te stellen. Kijk, daar worden we nou super vrolijk van en met hulp en deel-sponsoring van een lokale aannemer die met zijn machines en materiaal het overige werk voor zijn rekening nam werd de zwaluwwand naast de plas dras in Kwadijk in mum van tijd compleet nieuw opgezet. Het is een plaatje geworden.
Daarna kwam ook al heel snel een toezegging van een volgende gulle gever voor een bedrag van €1.000,= voor een tweede wand met één vriendelijk verzoek. Sponsor zou het leuk vinden als zijn (bedrijfs)- naam op een bord zou komen vóór de zwaluwwand op een voor publiek toegankelijke plek. De bestaande wand van boerderij Wennekers was hiervoor de meest geschikte locatie dus daar konden we wel aan voldoen. Het bord is inmiddels gemaakt en heeft een mooi plekje gekregen ter hoogte van het zitbankje langs het fietspad in Hobrede en pal voor de nieuw opgezette wand. De sponsor is er meer dan blij mee.
Boerderij Wennekers heeft er echt werk van gemaakt om deze wand heel mooi te maken en zoveel mogelijk naar model als de voormalige broedplek in Kwadijk, enkele honderden meters verder. Er werden zelfs al nestgangen in gemaakt. Dit gaf direct al reacties van langskomend publiek die echt dachten dat de oeverzwaluwen deze nieuwe locatie al in gebruik hadden genomen. Nu is dat eind september wel een beetje te enthousiast maar in deze is misschien de wens wel de vader van de gedachte. Laten we hopen dat het publiek straks op zijn wenken wordt bediend.
In november heeft Vogelbescherming Nederland de oproep tot sponsoring zelfs herhaald. Ook dit leverde wederom een gift op van €1.000,= van een niet nader te noemen fonds. Met dit geld werd de derde wand in de plas dras in Middelie een compleet nieuwe facelift gegeven. Koste al met al wel weer pittig wat werk maar dan heb je ook wat en ook deze de wand ziet er weer tip top uit.
Het is toch grandioos dat er zoveel lieve en gulle mensen zijn die de oeverzwaluwen een warm hart toedragen. Ik word er gewoon een beetje stil van en dat wil toch heel wat zeggen. Een welgemeend woord van dank is op zijn plaats voor hen die dit mogelijk hebben gemaakt.
De oeverzwaluwen hebben natuurlijk geen weet van dit alles. Die zitten lekker in Afrika te overwinteren. Heerlijk van de zon en de insecten te genieten. Zo eind maart, begin april komen de eersten weer naar ons land gevlogen. Daar ze plaats trouw zijn zullen ze ongetwijfeld weer op zoek gaan naar hun ‘eigen’ vertrouwde broedplek. Helaas, die is er niet meer maar daarvoor in de plaats bieden we ze drie nieuwe locaties aan. Gaan ze ons belonen voor onze inspanningen: spannend…..
Purmerend, februari 2023
Willem Overweg
Nestkaping
Nestkaping
Nestkaping.
Je zou toch denken dat het wel een keer moet stoppen met al die bijzondere gebeurtenissen in de Oterlekerpolder. Nou mooi niet. Ook deze kan aan het rijtje worden toegevoegd.
Met de verrekijker was ik de voormalige maisakker van Marco aan het observeren en kon met eigen ogen aanschouwen hoe een combinest kan ontstaan. Ik zag enkele kieviten op het nest zitten. Bij één van deze broedende kieviten liep steeds een stelletje scholeksters te scharrelen. Een aantal kraaien kwam overvliegen en de hele meute ging de lucht in op één scholekster na. Deze rende naar het kievitsnest en ging erop zitten.
De broedende kievit keerde snel terug maar kreeg de scholekster niet van het nest. Er werd over en weer gepikt en ruzie gemaakt. Kievitvrouw kreeg ondersteuning van kievitman maar de scholekster wilde met geen mogelijkheid van het nest. Zou een kievit trouwens ook beteuterd kunnen kijken? Zag het in gedachten al een beetje voor me. Ik vond het zielig voor de kievit. Besloot in te grijpen en een einde te maken aan dit rare natuurfenomeen. Toen ik richting het nest liep bedacht ik mij dat het mogelijk dezelfde scholekster was die 2 jaar geleden op deze akker ook verantwoordelijk was voor een combinest door haar eieren in een kievitsnest te deponeren en daarna bezit te nemen van het nest.
Ik verwachtte dus weer een combinest aan de treffen. Toen ik bij de plek aankwam waar het nest moest liggen vond ik een viertje van de kievit. Zou ik het dan toch verkeerd gezien hebben en de scholekster vlakbij een eigen nest hebben? Nee hoor. Hoe ik ook zocht het bleef bij een kievit met 4. Ik liep weer terug naar mijn auto om te zien wat er ging gebeuren. Ik weet uit ervaring dat scholeksters niet zo’n haast maken om terug te keren naar het nest en misschien zou hij/zij de strijd wel staken en het nest weer aan de kievit geven. Misschien wilde de scholekster enkel maar even op het nest zitten gewoon om even weer mee te maken hoe het voelt om op een nest met eieren te zitten. Of om de kievit een beetje te pesten. Nou moet u niet gaan lachen. Kan toch.
Of gaat mijn fantasie weer met mij aan de haal. Het waren zomaar een paar gedachten die in mij opkwamen toen ik terug naar de auto liep. In ieder geval strookten mijn gedachten niet met de realiteit. Vergeet het maar. Ik was amper bij de auto of de scholekster liep op een drafje naar het nest en ging er weer pontificaal opzitten en was er door de kievit met geen stok af te krijgen. Het is toch bijzonder dat je zo’n nestkaping live meemaakt. Dat kunnen er vast niet veel zeggen.
Het is maar goed dat ik Clementine hier ook deelgenoot van heb gemaakt want anders denkt iedereen: ‘Die Willem wordt steeds ongeloofwaardiger met al zijn bijzondere dingen. Die weet fictie en feit niet meer te scheiden en balanceert op het lijntje van wat nog acceptabel is’.
We hebben meerdere keren het nest gecontroleerd en telkens kon je de scholekster al van verre zien zitten. De scholeksters hebben de 4 eieren keurig uitgebroed.
Die jonge kievit pulletjes hebben vast raar opgekeken toen 2 scholeksters de hele dag achter hen aan liepen te rennen met dikke wormen in hun snavel waar ze niks van moesten hebben.
Toch denk ik dat de pulletjes wel groot geworden zijn. Telkens als ik daar terugkwam kwamen de 2 scholeksters met een hoop misbaar op mij af.
Mocht u denken dat dit het laatste ongeloofwaardige verhaal was dan zit u er echt naast. Het hield dit jaar niet op in onze polder. Het lijkt wel op het populaire tv-programma “Waar gebeurd” uit de jaren 70. De oudere lezers kunnen zich dit vast nog wel herinneren. Daar had je ook van die verhalen waarvan je dacht. Dit kan niet. Te mooi om waar te zijn. Jammer dat het programma is gestopt want onderhand had ik wel wat zendtijd kunnen claimen.
Groetjes, Willem
Optisch bedrog en Krijn neemt wraak
Optisch bedrog
En Krijn neemt wraak
Een aantal jaar geleden ging Krijn de provinciale projectleider weer een dagje mee. Al in de wintermaanden hadden we i.v.m. onze drukke werkzaamheden de agenda’s getrokken om een dag te plannen. 17 april moest het worden. Succes verzekerd zei ik nog want dan zitten we net aan de legselpiek dus we gaan ze die dag volop vinden. Maar ja wie kan nu bedenken dat we met zo’n koud voorjaar te maken krijgen en het broedseizoen pas 3 weken later dan normaal op gang komt. Verschuiven was geen optie. Gelukkig lag de 1e grutto er al dus die kon ik in ieder geval laten zien en we zouden gegarandeerd nog wel een aantal kievitsnesten vinden en hopelijk de 1e tureluur. De 17e was het prima weer en gingen we vol goede moed het land op. Al op het 1e akkertje vond Krijn een grutto met 3. Kijk dat is een mooi begin. De grutto’s zijn dus echt begonnen. Onze projectleider krijgt gelijk wat praatjes maar gelukkig niet voor lang. Wel veel activiteit van de tureluur maar helaas nog geen eieren. Al snel vinden we, nou ja we !!! een aantal kievitsnesten en nog een gruttonest. Krijn had het geluk niet bepaald aan zijn zijde na het vinden van zijn 1e gruttonest en zijn babbeltjes. Het werd nog erger toen hij een kievitsnest met 2 finaal voorbij liep die ik al had zag liggen. Ik nam gelijk mijn kans waar om het vuurtje weer aan te wakkeren. “Wat zijn we aan het doen Krijn. Lever je vandaag ook nog een wezenlijke bijdrage of loop je alleen voor de gezelligheid mee”.
Kijk op zo’n moment gaat de lont verder in het kruitvat en zijn de stekelige opmerkingen over en weer niet van de lucht. Nadat we onze lunch in het veld hadden genuttigd gingen we naar een ander mooi weiland van Gerard waar we ook snel een aantal kievitsnesten en nog 2 gruttonesten vonden. Ook hier liep Krijn een viertje van de kievit straal voorbij maar wilde daar niks van weten. Volgens hem had ik daar gelopen en niet hij. Krijn was duidelijk getriggerd en ik vond het wel komisch. Op naar de koffie en terwijl we staan te genieten zegt Krijn: “Kijk Willem, daar zit een kievit op het nest…..waar….nou daar…ik zie niks Krijn, kijk je wel goed…..jazeker, ik zie hem zo zitten, helemaal achteraan op het weiland voor ons, links van de dam, links van dat paaltje en vlak voor de sloot….nou Krijn ik zie nog steeds niks, zelfs niet met de kijker….Ik zie wel een bonk aarde, is dat je kievit…. Wim kom op, serieus het is een kievit en zit op het nest. We lopen er even heen”. Toen we het weiland opliepen vloog er inderdaad een kievit weg in de omgeving die Krijn aanduidde. Bij de bewuste plek aangekomen dacht Krijn het nest snel te vinden. Nou mooi niet dus. Hoe we ook zochten en waar we ook liepen geen nest te vinden. Het commentaar van mijn kant was uiteraard niet van de lucht. Kom we gaan terug. We wachten wel even tot ie terugkomt. Na enige tijd gewacht te hebben kwam een kievit terug die uiterst behoedzaam was. Er kwamen nog wat kraaien over die direct werden geattaqueerd door meerdere kieviten waaronder die van Krijn. Ik zei nog tegen Krijn dat het de kieviten waren van het weiland achter de sloot wat we eerder die middag hadden afgezocht.
De rust keert weer en ook Krijns kievit komt weer terug. Wederom discussie: “Kijk, hij loopt uiterst voorzichtig naar het nest . . … ja je hebt gelijk maar hij zit niet op het weiland waar we net zochten. Hij loopt net over de sloot op dat weiland erachter waar we al gelopen hebben en als ik het zo bekijk precies op dat stukje wat jij afgelopen hebt, je zult dat nest dus ook wel weer voorbij gelopen zijn. . . . Echt niet, Willem. Loop niet te klieren. Hij loopt daar duidelijk voor de sloot een stukkie links van dat paaltje….Nou mooi niet, Krijn, hij loopt er net achter. Ik weet toch wel hoe dit weiland loopt….Beide kijkers worden gepakt. . . en Krijn ben je nu overtuigd dat hij net achter de sloot loopt…Nee Wim, je kijkt verkeerd, hij loopt hier op het weiland voor ons, helemaal achterop….”Boem, de kievit zit”….Zo, zie je nu dat hij op dit weiland zit…..Nee, Krijn, dat is optisch bedrog. Hij ligt erachter. Voor alle zekerheid wordt met de kijker nog 1 keer de exacte plaats van de kievit bepaald en lopen we weer het weiland in. Ieder overtuigd van zijn eigen gelijk. “Krijn, je zoekt het maar uit maar ik loop door de dam en dan zoek ik even dat nestje voor je op. Ik weet nu precies waar ie ligt. Hebben we dat probleem ook weer opgelost. Als jij denkt dat dat nest ligt op de plek waar we net hebben gelopen dan ga ja daar maar lekker weer nutteloos in de rondte lopen”. Voor ik bij hem vandaan loop en om hem extra te stimuleren maak ik nog een snerende opmerking. “ Heb je hem al Krijn. Je moet hem wel vinden hoor want over een paar dagen gaan de pinken erop. Dan kan ik er nog een nestbeschermer overheen zetten.” Terwijl Krijn al aan het zoeken is loop ik door de dam rechtstreeks naar de plek waar het nest moet liggen. Heb inwendig al plezier en gniffel bij de gedachte dat ik die bioloog verbaal gruwelijk en tot op het bot zal fileren zodra ik het nest heb gevonden. Wat denkt ie wel niet. Mij even vertellen waar dat nest ligt en dat in mijn polder. Zoveel eigenwijsheid moet flink worden afgestraft.
Wel potverdorie. Waar ligt dat nest nou. Tig keer loop ik heen weer, in de rondte, links en rechts maar geen nest te vinden. Krijn doet hetzelfde en loopt ondertussen mij nog te stangen of ik het nestje al heb en waar ik blijf met mijn praatjes. Dit doet mijn zelfvertrouwen geen goed. Wordt er hieriekierie van. Ik geef het op. Hier kan ik niet tegen. Zou die kievit genen van de scholekster hebben en aan schijn nestelen doen?. Ontgoocheld loop ik terug naar Krijn die ook opgeeft. We snappen er niets van. Gedesillusioneerd lopen 2 “ervaren” weidemannen terug. Nog koffie Krijn. ….Ja lekker….Kijk Willem, hij komt alweer terug…Weer hetzelfde ritueel en gekrakeel van vlak voor of net achter de sloot. Weer zit de kievit. “Willem. Ik ga er weer heen. Nu ga ik hem echt vinden”. Mooi voor je Krijn maar ik ga niet mee. Je denkt toch niet dat ik voor de 3e keer voor Jan met de korte achternaam daarnaartoe loop. Je zoekt het maar lekker uit met die kievit van je. Krijn past nu een andere tactiek toe. Loopt eerst helemaal naar rechts om het juiste akkertje te bepalen en dan van daaruit in rechte lijn naar het nest te lopen. Ik blijf achter en met enig leedvermaak kijk ik hem na. Weer is Krijn druk aan het zoeken op de plek waar we elke grasspriet al belopen hebben en dan ineens: “Ja, ik heb hem.” Druk gebarend, roepend en zwaaiend staat Krijn bij het nest. Na het nest gemarkeerd te hebben komt hij terug. Ik prepareer mij al op hetgeen wat hij gaat zeggen. Dat zal niet misselijk zijn na al die fijne opmerkingen mijnerzijds . Met een big smile van oor tot oor zegt hij heel subtiel: “ja jongen, ik zei toch dat ie er lag”. Meer woorden waren niet nodig om de wraak van Krijn tot in elke vezel te voelen.
Gelukkig is de vasthoudendheid van Krijn wel beloond. Heb 2 dagen later een nestbeschermer over Krijntje, zoals ik de kievit de rest van het seizoen noemde, geplaatst en het nest kwam keurig uit.
Groeten, Willem
Komische en wraakzuchtige boeren
Jeugdherinneringen
Komische en wraakzuchtige boeren
Dat de boeren zelf ook eieren vonden gaf mij aanleiding om alle deelnemende boeren te mailen met de stand van zaken. Op mijn geheel eigen wijze schreef ik dat ik nog op een telefoontje van René zat te wachten. Ik benadrukte nog maar eens dat hij eigenlijk niet kon achterblijven. Kijk met zo’n triggertje weet je eigenlijk op voorhand al dat René gaan reageren. Ik kon er op wachten. Hij kwam op de lijn kennelijk bevreesd dat hij in het jaarverslag niet zo goed voor de dag zou komen.
Al snel werd ik op een avond gebeld door René met de mededeling dat hij zojuist een nest met 1 ei had gevonden op het 4e akkertje van zijn weiland. René kon niet aangeven welke vogel erbij hoorde. Een heel klein stemmetje in mijn achterhoofd waarschuwde mij nog: “Willem. Pas op met die René. Ben op je hoede. Die gaat wraak nemen op je mail.” en besloot daarom nog wat door te vragen. Vroeg waarom hij er melding van maakte wetende dat ik het nest toch wel zou vinden. René kwam echter bijzonder overtuigend over door te vertellen dat hij met dit mooie weer een rondje over zijn land liep om de ganzen en zwanen te verjagen en de schade op te nemen en daarbij al lopende op het nestje was gestuit. Verder vertelde René: “Komt bij. ik kijk wel uit. Al die boeren worden genoemd en ik wil niet negatief in dat jaarverslag van jou terecht komen. Ik ken je. Je schrijft er zo een stukkie over. Dus ik bel je maar even over dat nestje zoals alle boeren doen als ze een nest vinden. Sta ik er ook weer positief op”. Vroeg of hij het nest gemarkeerd had. Ook met die vraag had hij kennelijk rekening gehouden en vertelde dat hij het nest gemarkeerd had door vlakbij een stro-touwtje, wat toevallig nog in zijn zak zat, en bij gebrek aan beter dwars over de akker had gelegd. Ik moest maar even gaan kijken en zou het nest vast wel vinden. Al met al vertelde hij een dusdanig gelikt verhaal dat mijn achterdocht verdween.
Ik zei tegen René dat ik de volgende ochtend weer eieren zou gaan zoeken. Zou wel even gaan kijken wat voor nest hij gevonden had en hem op de hoogte brengen.
Toen Toon en ik de volgende ochtend op pad gingen zei ik dat we ook nog even het weiland van René moesten aflopen want daar moest op het 4e akkertje nog een nestje liggen met 1 ei. Ik zei dat René in de nabijheid zelfs een strotouwtje dwars over de akker had gelegd . Kon dus niet missen. Op het 4e akkertje aangekomen vind ik een scholekster met 4. Dat kon dus nooit het nestje zijn wat René bedoelde. 3 eitjes erbij in 1 dag gaat wat moeilijk. We zagen ook geen strotouwtje. Zou René zich vergist hebben in het akkertje of zou het touwtje weggewaaid zijn. Het waren zomaar een paar gedachten. Op het 3e akkertje vonden we nog een grutto met 4 dus die kon het ook niet zijn en hoe we ook keken of zochten nergens een nestje met 1 en nergens een touwtje. Bleef dus een vaag verhaal en ik wist niet precies wat ik er van moest denken.
Heb even overwogen om René te bellen maar iets weerhield mij. Hij kreeg voorlopig nog het voordeel van de twijfel.
Intuïtief voelde ik dat ik door René gruwelijk in de maling genomen werd en mij heel hard zou uitlachen als ik contact met hem zou zoeken. Die eer gunde ik hem echt niet. Ik zou net doen of mijn neus bloedde en zou toch wel op enig moment het juiste verhaal te horen krijgen. Iemand zou zijn mond wel voorbij praten. Het juiste verhaal heb ik een tijdje later zoals verwacht te horen gekregen. Die avond dat René mij belde was hij inderdaad in het weiland. Niet om toevallig tegen een nestje aan te lopen. Nee. Om een mooi nestje voor mij te maken met daarin een heel mooi oranje geverfd ei. Strotouwtje als markering dwars over de akker, fotootje maken en even die eikel van een Overweg bellen. Dat zal hem leren met die vervelende mails. Hoe mooi kan wraak zijn. Hij lachte zich op voorhand een ongeluk daar in dat weiland. Toen hij het ei schilderde had hij al enorme voorpret heb ik me laten vertellen.
Maar u vraagt zich vast af hoe het dan kan dat wij dit ei die ochtend niet gevonden hebben. Nou dat vereist enige uitleg. Toen ik het juiste verhaal via via te horen had gekregen vroeg ik René op welk weiland hij het ei had neergelegd. “Heb ik je toch gezegd. Op het 4e akkertje van het weiland aan de Polderweg gezien vanaf Gerard. Duidelijker kan het toch niet”.
Ja dat kun je nu wel zeggen René maar ik dacht dat je het weiland aan de dijk bedoelde en dan het 4e akkertje vanaf Gerard. Je moet in het vervolg eens wat duidelijker communiceren en zaken beter uitleggen. Volgens mij weet je zelf niet eens hoe je weilanden precies lopen en loop je nog regelmatig over het verkeerde weiland.
“Nee Willem. Het lag zeker niet aan mijn uitleg. Je zat gewoon fout. Je moet gewoon beter luisteren”. Ik zei tegen hem dat ik er wel op terug zou komen in het jaarverslag en dan het zo op papier zou zetten dat het aan René’s uitleg had gelegen dat ik het nestje met zijn oranje ei niet had gevonden. “Moet je doen. Dat is jou wel toevertrouwd. Je maakt er wel weer zo’n verhaal van dat die mensen dat nog geloven ook.” Klopt helemaal René. Ik ga dat zeker doen. Dat is dan mijn wraakmoment. Haha.
Groetjes, Willem
De boeren
De boeren
Zonder steun en medewerking van de boeren heeft weidevogelbeheer m.i. weinig toekomst.
In de Oterlekerpolder is de samenwerking uitstekend te noemen. Laat ik beginnen met Gerard van der Krogt. Wat hij doet voor de weidevogels is bijzonder en uniek te noemen.
Nico Kuilboer, Marco van Langen, en de gebroeders Beers zijn de nieuwkomers in 2010. Opmerkelijk dat ze bij aanmelding allen 1 gemeenschappelijke vraag hadden nl: “Wat levert het op. Gerard krijgt toch ook geld”. Ja het blijven gelukkig echte agrariërs. Na te hebben verteld dat subsidie en vergoedingen niet aan de orde waren en e.e.a. puur op vrijwillige basis ging, gaven ze mij toestemming om op hun landerijen nesten te zoeken en wensten mij veel succes. Van huis uit hielden ze al rekening met de vogels als ze bij werkzaamheden toevallig op nesten stuiten, zoals de meeste boeren doen, maar van echt actief beschermen en beheer was geen sprake. Ik mocht dus gerust mijn gang gaan en ze vonden het wel leuk dat iemand de nesten op ging zoeken. Hoe het komt weet ik niet maar enthousiasme werkt kennelijk aanstekelijk ook bij de nieuwkomers. Ik zal wat voorbeelden noemen:
Bij Nico lagen 4 kievitsnesten op het aardappelveld. Halverwege de broedtijd moest het land geploegd en bewerkt worden want de aardappels moesten erin. De jaren ervoor had Nico zich niet echt druk gemaakt om de eitjes maar of het nu was om mij niet teleur te stellen of anderszins, feit was dat Nico zelf actief de nesten ging beschermen. Ik had hem verteld wat de beste methode was om de nesten te verleggen. Toen ik op een avond bij hem kwam vertelde hij enthousiast dat hij zijn zoon en een buurmeisje voorop de trekker had gezet, emmertje met extra nestmateriaal had meegenomen en de nesten allemaal had verlegd, de kieviten er al weer op zaten en zelfs een extra nest had gevonden wat ik had gemist. We waren beide blij dat e.e.a. goed gegaan was. Alle nesten zijn keurig uitgekomen en zelfs bij diverse landbewerkingen en meerdere keren aanaarden vond Nico zelf nog meerdere nesten die door hem werden beschermd en verlegd. Hij wist zelfs exact aan te geven op welke rij de nesten lagen.
Op een avond werd ik gebeld door René Beers. Hij vroeg mij wanneer ik mijn laatste rondje had gelopen en of ik nog een keertje een zoekslag wilde maken want het land moest gerold en bemest worden. Hij had al wel wat stokken zien staan maar belde toch maar even voor de zekerheid voor het geval er nog meer nesten lagen. Zoonlief, die het werk zou uitvoeren vond het maar onzin om te bellen maar René Beers stond er op om eerst die “vogeltjesman” te bellen en zo gebeurde het dus ook. Alle nesten van kievit, grutto en scholekster konden hierdoor worden gespaard. Ook de beweiding met pinken werd bijna een week uitgesteld toen ik hem vertelde dat de jonge kieviten toevallig op diezelfde dag uitkwamen.
Marco van Langen belt mij als er geploegd, bemest, gezaaid of geëgd wordt, of als de pinken het land ingaan en attendeert mij op door hem zelf gevonden nesten. Ik kan dan mijn maatregelen nemen om bijv. de nesten te verleggen etc.
Dit zijn maar enkele voorbeelden hoe het gaat in onze polder en het geeft een goed gevoel, extra stimulans en werkt super motiverend om zo samen tot een prachtig resultaat te komen. Zo zie je maar weer dat intensieve veeteelt, landbouw en weidvogelbescherming met wat goede wil best wel hand in hand kunnen gaan. Ik kan mij dan ook wel eens boos maken als ik van die ongenuanceerde uitspraken hoor of in de krant lees dat die boeren nergens rekening mee houden en de nesten moedwillig ondersteboven maaien. Ik geloof daar niet in want in principe houdt bijna elke van de natuur met alles wat daarbij hoort. Dat zit nl in z’n genen opgesloten.
Groetjes, Willem
Kratje Bier
Kratje Bier
Het vinden van eieren is niet voor iedereen weggelegd en lang niet altijd even makkelijk. Als Nico, Clementine, Simon en ik samen lopen is het altijd erg gezellig met gezonde rivaliteit. Niemand wordt gespaard mocht hij een nest missen of toevallig die avond geen eieren vinden. Simon heeft altijd het motto: “Als ik ze niet vind dan liggen ze er niet.” Ik heb zo mijn eigen motto: “ Het 1e ei wat ik voorbij loop moet nog gelegd worden”. Maar wat dan minder is, is dat die stoere praatjes weer worden afgestraft door in de praktijk keihard onderuit te gaan. Door bijv. direct na zo’n opmerking 4 jonge scholeksters, die op een kluitje bij elkaar liggen, straalhard voorbij te lopen wat je op een hoop commentaar komt te staan. Ik probeer nog wat te redden door te zeggen: “Ja maar, als het eieren waren geweest had ik ze echt wel zien liggen” maar iedereen snapt dat dit bepaald niet veel indruk maak en maak mezelf maar wat kleiner om niet al te veel meer op te vallen. Op een avond lopen we in het weiland van René. Clementine en ik hadden de score al geopend en dit moesten Nico en Simon natuurlijk aanhoren. Ik zeg tegen Clementine dat we eigenlijk beter met z’n tweeën kunnen lopen omdat die mannen regelmatig geen of weinig inbreng hebben. Dat Simon zwaar op z’n retour is en Nico’s bijdrage meestal minimaal. Met zo’n prikkeling is succes verzekerd en komt het stoom alweer bij Nico uit de oren. Nico zegt dat Clementine en ik niet zoveel praatjes moeten hebben. Hij en Simon zijn toevallig wel jaren geleden begonnen met eierzoeken in de Oterlekerpolder. Jullie zijn pas later aangesloten en mochten met onze gratie ook eens mee. Klopt zeg ik. Maar in 5 jaar kan er veel veranderen en sindsdien zijn er maar 2 mensen die zich hebben doorontwikkeld, progressie maken en het gros van de nesten voor hun rekening neemt. We noemen uiteraard geen namen maar die andere 2 lopen nu ook weer mee maar ze lopen er eigenlijk wel een beetje voor spek en bonen bij. Jullie kwamen nooit verder dan het weilandje van Gerard hiernaast. Daar struikel je over de nesten en zelfs Jules de Corte kan daar nog een eitje vinden. Lekker makkelijk. Het gaat om het echte werk zoals hier en dan haken jullie snel af. Zo, na deze opmerkingen houden de mannen zich weer even gedeisd.
Hé Willem. Moet je kijken. Een hele mooie kuil. Zou dat wat worden? Denk het wel Clementine. Daar komt een eend te liggen. Zeker weten. Simon en Nico sluiten aan. Simon wat denk jij: “Da’s niks en wordt niks. Jullie slaan door. Totaal kansloos. Kratje bier. !!!!” Nico en jij: “Waarom wordt ik er weer bij betrokken. Hou mij er buiten. De hele avond heb ik nog niets gezegd. Het maakt toch niet uit of ik wat zeg. Of het nou positief of negatief is. Jij schrijft er toch wel over in het jaarverslag en dan ben ik weer de klos. Ik zeg er helemaal niets over en zeg überhaupt niets meer.” Simon luister. Die zomertaling die we dit jaar alweer gevonden hebben en die slobeenden van hiernaast zijn ook zo begonnen. Dat waren in het begin ook zulke kuilen. Wij geloven er in. Zet maar een stokkie in de greppel Clementine. Komt helemaal goed. Ik zei toch al dat die Simon op z’n retour is. Even later weer een mooie kuil van Clementine. Weer een stokkie haaks in de greppel. “Willen jullie nog een kratje bier kwijt. Weer kansloos”. Simon sputtert nog wat na door tegen Nico te zeggen dat die 2 steeds gekker worden en het hele weiland wel vol kunnen planten met stokkies bij nutteloze kuilen.
Toch moet ik met schaamrood op mijn kaken bekennen dat die Simon wel gelijk kreeg. Meerdere keren liepen Clementine en ik hoopvol en vol vertrouwen naar onze gemarkeerde kuilen. Onze kuilen waren niks en werden niks. Ze waren leeg en bleven leeg. Heb nog met de gedachte gespeeld om een kuil op te vullen met nep-eieren maar zo zwaar is die Simon nou ook weer niet op z’n retour dat hij dat niet zou zien. Het kratje bier heeft hij overigens nog steeds tegoed.
Groetjes, Willem
Onhandig gestuntel en mea culpa
Onhandig gestuntel en mea culpa
Het was weer vroeg in het voorjaar dat ik mijn eerste blunder maakte. Als ik een kievitsnest wil fotograferen laat ik een hele bundel markeerstokkies dwars over het nest vallen. Als door een wonder bleven de eieren gespaard maar ik verbaal niet. Een gruwelijke scheldkanonnade van Clementine was het gevolg. Wist niet dat ze vocabulair zo onderlegd was . Ja het leven een weidevogelbeschermer gaat niet over rozen. Onhandigheid is mij niet geheel vreemd maar inzicht en technisch vernuft zijn ook niet bepaald mijn meest sterke punten. Zoals de meeste weten kom ik uit het Oosten van het land en het is genoegzaam bekend dat de mensen daar nou net even een slaggie slimmer zijn dan elders in het land maar ik ben natuurlijk weer de persoon die deze bewering geweld aan doet. Zal het even uitleggen. Thuis hadden we een familiebedrijf met allerhande grote machines t.b.v. de ruilverkaveling en wegenaanleg zoals bulldozers, graafmachines, draglines, shovels etc. Aan mij waren die machines niet besteed. Heb er nooit een seconde naar om gekeken en het interesseerde mij ook niet ene centimeter. Dit werd mij ook niet kwalijk genomen want de enkele keer dat ik moest mee helpen kostte mijn onhandigheid in financieel opzicht vaak meer dan dat het opbracht laat staan hoeveel uren ze weer extra kwijt waren om mijn aandeel in het repareren weer te herstellen. Kwam zelden iets goed uit als ik mee hielp.
Nee, mijn gestuntel konden ze missen als kiespijn. Kwam mooi uit en was wederzijds. Ik was liever de hele dag in de vrije natuur en in het veld. Om de lezer inzicht te geven in mijn verregaande (on)-handigheid en technisch inzicht heb ik nog een mooi anekdote die ik wil delen.
Jan en alleman kent wel die driehoekige konijnenrennetjes. Ik had ook zo’n rennetje. Eéntje zonder gaasbodem en daarin liet ik mijn krielkip de fazantenkuikens groot brengen. De krielkip was echter alweer rap aan de leg en legde haar eitjes keurig in een hoekje van de ren. Ze had alweer 3 eitjes gelegd en mijn vader zei dat het beter was de eitjes weg te halen voordat de kip weer broeds zou worden. Zo gezegd zo gedaan. Ik zou de eitjes wel even weghalen maar hoe pak je dat nou aan. Het was voor mij onmogelijk om erbij te komen. De eitjes lagen helemaal in een hoekje en de kip met die razendsnelle kuikens mocht niet ontsnappen. Heb naar mijn idee wel een uur naar die ren zitten staren om een oplossing te bedenken en ineens krijg ik een geniale ingeving. Loop naar de schuur en pak daar een grote kniptang. Triomfantelijk en in mijn nopjes met mijn zelf bedachte oplossing loop ik terug naar de ren om direct een groot gat in het gaas te knippen. Als je er maar even goed over nadenkt komt de oplossing vanzelf en trots op mijn technisch vernuft knip ik van bovenaf een groot gat in het gaas en pak de eitjes. Zie je wel dat je het kunt zeg ik in gedachten nog tegen mijzelf. Als je maar even nadenkt komt de oplossing vanzelf. Het was daarna nog een heel gedoe om het gat weer dicht te krijgen maar met touwtjes en wat ijzerdraad lukt het wonderwel. Voldaan en blij laat ik de eitjes aan mijn vader zien.
Als we enkele uren later aan tafel zitten vraagt mijn vader terloops wie dat grote gat in de ren heeft gemaakt. Vergenoegd zeg ik dat ik dat gedaan heb. Hij zegt niets maar z’n blik voorspelt weinig goeds. Na het eten vraagt ie of ik even mee loop naar de kippenren. Hij jaagt de kip en kuikens het nachthokkie in en tilt achteloos de ren bij de hoek iets op daarbij zeggend: “Kijk, zo had je het ook kunnen doen. Had je de eitjes zo kunnen pakken”. Loopt daarna hoofdschuddend weg.
De tranen stonden me in de ogen. Voelde me een ongelooflijke sukkel. U snapt wel hoe klein ik werd maar u snapt nog beter dat daarna de toegang tot de werkplaats mij voor altijd werd ontzegd.
En zo heeft ieder nadeel ook z’n voordeel want dit laatste was mij meer dan welkom.
Maar zijn we er dan al met mijn gestuntel of komt er nog wat. Nou vooruit ik ben de beroerdste niet. Met het schaamrood op mijn kaken moet ik bekennen dat dit jaar mij iets is overkomen wat je geen enkele weidevogelbeschermer toewenst. Dat zal in principe ook niemand overkomen behalve als je Overweg heet. Dan schijn je een soort patent te hebben op dat soort zaken. Daarnaast ben ik door Clementine ernstig bedreigd. Ik moest publiekelijk boete doen omdat ik altijd praatjes voor 10 heb, iedereen op de hak neem in woord en geschrift maar mijzelf op subtiele wijze ontzie.
Wat is er aan de hand. Ikzelf heb dit jaar op predatiegebied ook een duit in het zakje gedaan door een tureluurnest met mijn hak te vertrappen. Ja, u leest het goed. Hoe groot is die kans. 1 op de miljoen en mij overkomt het weer. Neem u even mee naar het gebeuren. Begin juni gaan Clementine en ik nog maar weer eens op pad om nog wat late legsels te scoren in het hoge gras wat binnenkort gemaaid gaat worden. Een aantal tureluurs die hun jongen zijn kwijtgeraakt door predatie zijn weer opnieuw begonnen en hun nesten willen we graag nog even veilig stellen. We lopen op het scherpst van de snede en vinden inderdaad nog nesten van tureluur, kievit en scholekster. Vooral de tureluur is lastig te vinden maar voor ons altijd een uitdaging. Zeker voor Clementine. Zij vindt dat werk prachtig. Ze lijkt dan bijna op zo’n zweethond die een spoor uitwerkt maar weet wel vaak te scoren. Zoals gewoonlijk heb ik weer praatjes voor want Clementine staat deze avond op achterstand in de score. Zo naast elkaar lopend heb ik er geen enkele moeite mee dit voortdurend aan te kaarten en te vragen waarom ze eigenlijk meeloopt als ze toch geen inbreng heeft. Net nu haar verregaande tureluur specialisme het beste in haar zou moeten boven brengen vraag ik nog even terloops of het voor haar nu ook echt te moeilijk wordt in dit hoge gras.
….Krak…. Een onheilspellend geluid komt onder mijn rechterhak vandaan. Een geluid wat zich het beste laat omschrijven alsof je op een holle dikke stengel stapt. U kent dat geluid vast. Weet in een fractie van een seconde dat dit niet goed is. Wat ik in mijn stoutste dromen niet wil meemaken is gebeurd. Gloeiende, gloeiende, gloeiende. Dat mij dat moet overkomen. Elk dor of omgebogen grassprietje wat een tureluurnest zou kunnen verraden merk ik op en uitgerekend ik die altijd bloedje scherp is als we tureluurs zoeken ga op een nest staan.
Ik roep Clementine en zeg dat ik denk dat ik zojuist een nest heb vertrapt. Meen je niet, zegt ze. Denk het wel. Ik buk en duw het gras opzij op de plaats waar ik zojuist mijn hak plaatste. Hoop dat de schade meevalt. Misschien 1 eitje stuk. Maar nee. Ik heb zojuist een compleet legsel van de tureluur lomp vermorzeld. Hoe kan dit mij gebeuren. Mijn hele avond is verziekt en mijn humeur tot het nulpunt gedaald. Ik troost mij met de gedachte dat ze nog maar amper bebroed waren. Maar ja. Beste lezers. Dan komt het venijnige van een vrouw naar boven. Zo ook bij Clementine die mij verbaal even ging kielhalen en zonder een greintje mededogen op de pijnbank legt .
Die avond en elke keer als het toevallig zo uitkwam wordt ik fijntjes aan deze stommiteit herinnert. Als ze naast mij loopt zal ze niet nalaten te vragen of ik toevallig niet achter haar wil lopen om elk risico uit te sluiten en ik weet nu in ieder geval ook waar de spreekwoorden: “Wat loop je voorzichtig, het is net alsof je op eieren loopt” en “kom, we gaan nog even een eitje tikken” en “ik heb vanavond nog met iemand een eitje te pellen” vandaan komen. Ik vrees dat dit soort uitspraken ook nog wel een paar jaar tegen mij gebruikt gaan worden. Gewoon in-gemeen. Wij mannen zouden dat nooit doen, toch………
Heb mij voorgenomen haar nooit meer erbij te halen mocht mij dit nogmaals overkomen. Loop dan stiekem door ook al zou ik een heel zwanennest met een hoop gekraak ondersteboven lopen.
Maar wat is nu eigenlijk de kans dat je op een nest gaat staan. Heb het even voor u uitgerekend.
De hak van mijn laars is grofweg 10 bij 10 cm dus 100 cm2. Het weiland waar we opliepen is ruim 3 ha = 30.000 m2.
1 m2 is 10.000 cm2. Geeft dus een rekensom van 30.000 m2 x 10.000 cm2 = 300.000.000 cm2.
Eenvoudig gezegd: 300 miljoen cm2. Dat deel je dan even door mijn hak van 100 cm2 is: 3.000.000.
Je hebt dus een kans van 1 op 3 miljoen dat je zo’n nest ondersteboven loopt . Wie krijgt dat voor elkaar. Vanuit dat perspectief bezien is het eigenlijk razendknap dat ik dit gepresteerd heb. Zo kun je dan van iets negatiefs ook weer iets positiefs maken. Knap bedacht hé en voor mij verzacht dat de pijn. Dat ga is dus ook tegen Clementine gebruiken als ze mij weer loopt af te zeiken in het veld.
Dat doet mij trouwens ook denken aan dat dopingverhaal van de bekende Spaanse wielrenner Contador in 2010. U kent dat verhaal vast nog wel. Zou met clenbutorol besmette biefstuk hebben gegeten met een hoeveelheid van 50 picogram (0,00000000005 gram).
Dat geloofde toentertijd ook helemaal niemand maar als er een kans is van 1 op 3 miljoen dat ik een tureluurnest stuk trap komt zijn verhaal ook in een heel ander daglicht te staan en zou hij misschien toch gelijk kunnen hebben. Ik bedoel maar. Alles is mogelijk en er is meer tussen hemel en aarde.
Of ben ik nu toch lichtelijk de weg kwijt na deze vreselijke gebeurtenis.
Greppel-plas dras
Ervaringen van Willem
Greppel-plas dras
Wat ik graag wilde was greppel plas dras op ons topweiland. Ben daar fervent voorstander van en naar mijn stellige overtuiging trekt dat extra vogels aan. Kan mij nu eenmaal niet aan de indruk onttrekken dat water essentieel is voor weidevogels. Niet alleen om ze op te laten vetten maar ook als extra vestigingslocatie. In 2014 stonden de greppels op natuurlijke wijze lang onder water en toen gingen we van 40 naar 61 nesten. Dat kan gewoon geen toeval zijn. Ze gaan volgens mij ook veel langer door in het seizoen als in de greppels nog water staat. Nou weet ik dat veel boeren niet bepaald staan te springen om (greppel) plas dras te creëren. Angst voor leverbot, opbrengst derving, schade aan weiland bij maaien en een lage vergoeding zijn zomaar een paar voorbeelden wat boeren nou niet bepaald enthousiast maakt om hieraan mee te doen. Maar gelukkig hebben wij nog altijd Gerard wat de kans vergroot om dit wel voor elkaar te krijgen. Juist op het moment dat ik dit met Gerard aankaartte kwam Martine Bijman: gebiedscoördinator van Water, Land & Dijken , onze Goeroe en vraagbaak op gebied van agrarisch natuurbeheer op de lijn. Of we mee wilden doen met het project Kwaliteitsimpuls wat juist dit soort initiatieven aanmoedigt en financieel ondersteunt. Wat een toeval en een gelukkige samenloop. Het zou zelfs per direct kunnen. Nou dat was niet tegen dovemans oren gezegd. De greppels werden acuut dichtgezet wat onderstaand beeld opleverde.
In het vroege voorjaar trokken grote groepen( weide)-vogels hierop. Ook veel watervogels die op doorreis waren t/m wintertalingen aan toe. Ik hoopte stiekem dat een paartje bij ons zou gaan broeden maar dat was nou net weer teveel gevraagd. Toch was niet iedereen blij. Wat ik echt letterlijk te horen kreeg dat je als boer toch niet wijs bent als je zo met je land omgaat. Het is een doorn in het oog en trekt alleen maar vogels zoals smienten aan die de boel kaal komen vreten. Het is een schande op deze manier te boeren. Waarvan akte.
Toch was dit nog niet alles. De inundatieperiode liep af op 15 april en daarna begon het waterpeil in de greppels langzaam te zakken. Juist toen de greppels half mei droog waren gevallen werd er weer een beroep op Gerard gedaan vanuit de Agrarische Natuurvereniging Water, Land & Dijken. Dit keer of hij wederom vanuit het project Kwaliteitsimpuls zijn greppels voor een periode van enkele weken weer onder water zetten. Dit keer echter met gebruikmaking van een gloednieuwe zonnepomp die enkele dagen later werd afgeleverd en direct werd ingezet. Theo, onze veldmedewerker kwam samen met Tomas de zonnepomp aanschouwen. Tomas kende ik nog niet. Hij was nog maar kort werkzaam bij Water, Land & Dijken en wilde de Oterlekerpolder zelf ook wel eens aanschouwen. Bleek dat Tomas uit bijna dezelfde geboortestreek als ik afkomstig was. Hij heeft dus ook de overstap naar het Westen aangedurfd. Heb het pad voor hem al redelijk geëffend maar geef hem nog even ongevraagd advies: Tomas, toen ik ruim 40 jaar geleden hier naar toe kwam liepen die Westerlingen nog op handen en voeten en konden ze amper lezen en schrijven. Ik bedoel maar. Wat dat betreft hebben ze behoorlijk progressie gemaakt.
Dus Tomas. Deze slogan mag je best gebruiken hoor als je door die bijdehandte types als Martine c.s. daar op kantoor in Purmerend het leven zuur wordt gemaakt.
Zo’n zonnepomp is echt een uitvinding en volgens mij een sleutel naar nog meer succes. De vogels storen er zich in het geheel niet aan. Loopt als een tierelier, is gebruiksvriendelijk en heeft een grote capaciteit. Slaat automatisch aan als ie opgeladen is en slaat ook weer automatisch af als de greppel tot een bepaald niveau is gevuld. Leuker kunnen we het niet maken. Binnen enkele uren is een lange greppel al aardig gevuld. Uiteraard maakten de weidevogels er dankbaar gebruik van. Wat ik al vermoedde werd bewaarheid. Vooral voor tureluurs had het een positieve uitwerking. Die namen fors in aantal toe en meerdere nesten werden nog tot bijna half juni gevonden. Die kleine tureluurpulletjes mogen maar wat graag langs de greppels en slikrandjes foerageren. Het seizoen loopt ook veel langer door. Nu is 1 seizoen geen echte graadmeter maar ik denk dat het zonder meer bijdraagt aan de vogelstand. Kan het nog niet hard onderbouwen maar het is wel heel frappant als je in 2 jaar van 41 naar 61 naar 81 nesten gaat. Het was al een topweiland maar door de greppels permanent onder water te zetten zijn de resultaten werkelijk verbluffend. Ik blijf het roepen. Ruige mest, greppel plas dras, laat maaien, mozaïek en last minute beheer zijn belangrijke ingrediënten voor succesvol weidevogelbeheer en we doen dit allemaal in ons kleine poldertje .
In het nieuwe stelsel ligt er nu een contract voor 6 jaar op ons topweiland voor greppel plas dras. Dat betekent dat gedurende het broedseizoen de greppels in principe constant onder water zullen staan. Heb er het volste vertrouwen dat dit een succes gaat worden.
Groeten, Willem
De 1e eieren
Jeugdherinneringen
De 1e eieren.
Zou het ons dit jaar weer lukken om de 1e eieren van onze stichting te vinden. Nou nee dus. Het 1e kievitsei werd op zondag, 11 maart gevonden.
Op 15 maart om 09.30 uur vond ik het 1e kievitsnest met 2 eieren op exact hetzelfde weilandje van Gerard als het jaar daarvoor. Ze lagen nu een meter of 20 verder. Ik was een kalenderdag eerder dan 2011 alhoewel de maand februari dit jaar een dag langer duurde dus per saldo exact gelijk dus. Helaas overleefde dit 1e nest het niet. Hoewel de loonwerker tijdens het mest uitrijden keurig om het nest heen reed dachten de vele aanwezige meeuwen er anders over. Ja, die laten zo’n buitenkansje niet liggen. Ik heb helaas ook geen foto van dit 1e nest. Simon zou de vondst wel even vereeuwigen. Hij zei dat het nest en ik er goed op stonden dus daar ging ik dan ook maar vanuit. Later na het inladen van de foto op de laptop was geen Willem of kievitsnest te zien. Ja als je goed keek zag je iets wat in de buurt kwam. Een vaag persoon en wat ondefinieerbare strootjes. Misschien moet Simon toch maar eens een uurtje in de leer bij Ruud de fotograaf over wie ik het nog ga hebben.
Dan maar voor het 1e grutto, tureluur of scholeksterei. Clementine en ik waren beiden gespitst op de grutto en hielden op zaterdag 31 maart het weiland van de gebr. Beers tijdens een bakkie koffie scherp in de gaten. Zou hetzelfde paartje grutto’s van vorig jaar weer zo vroeg zijn? We hoopten op een vliegende predator die dit zou bevestigen. Onze gebeden werden snel verhoord. Traag naderde in de verte een zwarte kraai die voornemens was om het weiland van Beers aan te doen. Gelijktijdig knalden 2 grutto’s en een kievitpaartje uit het weiland omhoog om de kraai te verjagen. We wisten genoeg. Er moesten eieren liggen. We speerden het land in en braken zowat onze nek bij het overklimmen van het hek. Wie zou dit jaar de 1e zijn. Nou, ik dus weer niet. Weer viel de eer te beurt aan Clementine die al snel het gruttonest met 2 eieren vond en ik die van de kievit. Direct Simon gebeld, ja hoor, Clementine was weer de 1e. Het zij haar wederom van harte gegund. Opmerkelijk was dat het kievit- en gruttonest enkele meters van elkaar verwijderd lagen en nagenoeg op exact dezelfde plaats als vorig jaar. Een verschil van hooguit enkele meters. Daartussen kruipt dan later altijd weer een scholekster wat ook dit jaar gebeurde. Over plaats trouw gesproken.
Restte dus voor mij nog de tureluur en scholekster. Vorig jaar visten we een paar uurtjes achter het net om een nieuw tureluur record te vestigen. Dat zouden we ons dit jaar niet laten gebeuren. Records zijn er nu eenmaal om te worden aangescherpt. Om de kansen gelijk te verdelen besloten we om 5 april met het hele clubje naar het tureluurweiland van Gerard te gaan. Als er records kunnen worden gebroken dan is het wel op dit weiland. Rond 18.30 uur gingen Nico, Simon, Clementine en ik het weiland op. Clementine had nog even scherp gekeken, bepaalde voor haarzelf waar ze moesten liggen maar hield dat nog even wijselijk voor zich. Het is nl altijd weer een discussie wie waar loopt. Vlak langs de greppels maak je goede kans. Toen we bij het 4e akkertje kwamen zei Clementine tegen mij dat ik maar langs de greppel moest lopen omdat ze daar het nest verwachtte. Zij zou dan naast mij lopen. Simon en Nico hoorden niks van deze tactiek omdat ze zoals gebruikelijk weer om niets aan het ouwenelen waren en uiteraard dan weer minder scherp zijn. Daar komt bij sinds Simon met die afstotelijke knalgele laarsjes in het land banjert ik liever ook niet meer naast hem loop. Voor je het weet wordt je niet meer voor vol aangezien.
In ieder geval kreeg Clementine het gelijk aan haar zijde en vond op haar padje om 18.48 uur een nestje met 3. Opdracht voltooid. Felicitaties werden in ontvangst genomen. Het record was gebroken. Die avond vonden we op dit weilandje overigens al 14 kieviten, 3 grutto’s en dit tureluurnest. Minder was de vondst van 2 dode piepkleine haasjes. Ze waren helemaal gaaf. Geen predatie en aanpikkerij o.i.d. Mogelijk had de moerhaas het leven gelaten. Ja ook dat kom je tegen en hoort bij natuurbeleving. Op 7 april vonden Nico en ik in de vroege ochtenduren op een ander weiland van Gerard trouwens nog 2 tureluurnesten. We hadden dus sowieso het oude record gebroken.
Het 1e scholeksterlegsel van onze stichting werd gemeld op 31 maart dus die eer viel ons dit jaar niet te beurt. Van ons clubje vond wederom Clementine op een weilandje van Gerard het 1e scholeksternest. Ik wist zeker dat het legsel nagenoeg op dezelfde plek moest liggen als vorig maar ook nu liep Clementine weer op het juiste padje en vond het nest met 4 eieren. Dit scholeksterpaartje is elk jaar extreem vroeg. Het nest kwam al uit op 27 april. Tel maar uit. Eind maart moeten de 1e eieren er al hebben gelegen dus een aanscherping van het record had makkelijk gekund dit jaar. Ik weet ook bijna zeker dat dit het paartje is waar Simon enkele jaren geleden de 1e van Nederland mee was. Volgend seizoen dit paartje toch maar wat scherper in de gaten houden.
Na het vinden van dit nest begon Clementine zelfs de trekjes van echtgenoot Nico over te nemen. Een hoop praatjes en stekelige opmerkingen. Conclusie: Volgend jaar mag ze pas weer mee als we de 1e eieren van alle weidevogels hebben gevonden. Dat zal haar weer terug op aarde brengen.
Groetjes, Willem
De boeren
De boeren
Zonder steun en medewerking van de boeren heeft weidevogelbeheer mijn inziens weinig toekomst.
In de Oterlekerpolder is de samenwerking uitstekend te noemen. Laat ik beginnen met Gerard van der Krogt. Wat hij doet voor de weidevogels is bijzonder en uniek te noemen. Nico Kuilboer, Marco van Langen, en de gebroeders Beers zijn de nieuwkomers in 2010. Opmerkelijk dat ze bij aanmelding allen een gemeenschappelijke vraag hadden nl: “Wat levert het op. Gerard krijgt toch ook geld”. Ja het blijven gelukkig echte agrariërs. Na te hebben verteld dat subsidie en vergoedingen niet aan de orde waren en e.e.a. puur op vrijwillige basis ging gaven ze mij toestemming om op hun landerijen nesten te zoeken en wensten mij veel succes. Van huis uit hielden ze al rekening met de vogels als ze bij werkzaamheden toevallig op nesten stuiten, zoals de meeste boeren doen, maar van echt actief beschermen en beheer was geen sprake. Ik mocht dus gerust mijn gang gaan en ze vonden het wel leuk dat iemand de nesten op ging zoeken. Hoe het komt weet ik niet maar enthousiasme werkt kennelijk aanstekelijk ook bij de nieuwkomers. Ik zal wat voorbeelden noemen:
Bij Nico lagen 4 kievitsnesten op het aardappelveld. Halverwege de broedtijd moest het land geploegd en bewerkt worden want de aardappels moesten erin. De jaren ervoor had Nico zich niet echt druk gemaakt om de eitjes maar of het nu was om mij niet teleur te stellen of anderszins, feit was dat Nico zelf actief de nesten ging beschermen. Ik had hem verteld wat de beste methode was om de nesten te verleggen. Toen ik op een avond bij hem kwam vertelde hij enthousiast dat hij zijn zoon en een buurmeisje voorop de trekker had gezet, emmertje met extra nestmateriaal had meegenomen en de nesten allemaal had verlegd, de kieviten er al weer op zaten en zelfs een extra nest had gevonden wat ik had gemist. We waren beide blij dat e.e.a. goed gegaan was. Alle nesten zijn keurig uitgekomen en zelfs bij diverse landbewerkingen en meerdere keren aanaarden vond Nico zelf nog meerdere nesten die door hem werden beschermd en verlegd. Hij wist zelfs exact aan te geven op welke rij de nesten lagen.
Op een avond werd ik gebeld door René Beers. Hij vroeg mij wanneer ik mijn laatste rondje had gelopen en of ik nog een keertje een zoekslag wilde maken want het land moest gerold en bemest worden. Hij had al wel wat stokken zien staan maar belde toch maar even voor de zekerheid voor het geval er nog meer nesten lagen. Zoonlief, die het werk zou uitvoeren vond het maar onzin om te bellen maar René Beers stond er op om eerst die “vogeltjesman” te bellen en zo gebeurde het dus ook. Alle nesten van kievit, grutto en scholekster konden hierdoor worden gespaard. Ook de beweiding met pinken werd bijna een week uitgesteld toen ik hem vertelde dat de jonge kieviten toevallig op diezelfde dag uitkwamen.
Marco van Langen belt mij als er geploegd, bemest, gezaaid of geëgd wordt, of als de pinken het land ingaan en attendeert mij op door hem zelf gevonden nesten. Ik kan dan mijn maatregelen nemen om bijv. de nesten te verleggen etc.
Dit zijn maar enkele voorbeelden hoe het gaat in onze polder en het geeft een goed gevoel, extra stimulans en werkt super motiverend om zo samen tot een prachtig resultaat te komen. Zo zie je maar weer dat intensieve veeteelt, landbouw en weidvogelbescherming met wat goede wil best wel hand in hand kunnen gaan. Ik kan mij dan ook wel eens boos maken als ik van die ongenuanceerde uitspraken hoor of in de krant lees dat die boeren nergens rekening mee houden en de nesten moedwillig ondersteboven maaien. Ik geloof daar niet in want in principe houdt bijna elke van de natuur met alles wat daarbij hoort. Dat zit namelijk in z’n genen opgesloten.
Bescherming niet alleen voor weidevogels
Bescherming niet alleen voor weidevogels
Het weer in maart was niet bepaald om over naar huis te schrijven. Spaarzaam een mooie dag maar dat weerhield de vogels er niet van om toch vroeg met de ei-leg te starten. Per saldo hadden we op 29 maart bij Gerard al 25 kievitsnesten gescoord. Al 9 nesten meer dan het jaar ervoor toen we extreem mooi voorjaarsweer hadden. Wel een beetje raar. Je zou toch denken dat het andersom zou zijn maar de natuur laat zich kennelijk niet kooien. Toon en ik deden ook nog een poging om het eerste eitje te vinden maar ook dit was een kansloze missie. Wel vond Toon bij Nico Kuilboer een nestje met 2 piepkleine net geboren haasjes. Altijd weer een prachtig en verterend gezicht. Gelukkig lagen ze veilig omdat op dit weiland geen landactiviteiten meer plaats zouden vinden. Wist u trouwens dat die hele kleine haasjes die u met meerderen bij elkaar vind meestal net geboren zijn. Al na één of een paar dagen verlaten ze de geboorteplek en zoeken daarna zelf een plekje om daarna 1 x per dag hooguit enkele minuten exact rond zonsondergang gezoogd te worden op de geboorteplek. Na een week kunnen ze al zelfstandig een beetje gras en kruiden eten en na een maand zijn ze zelfstandig.
Op weilanden waarvan we zeker wisten dat er binnen enkele dagen nog gesleept, gerold of gemest moest worden hebben we bij meerdere jonge haasjes die we die jaar vonden zelfs stokken gezet op de manier zoals we dat ook doen bij nesten. Zo krijgt weidevogelbescherming nog een extra dimensie. Het kleine haasje op de foto rechtsonder die bewegingsloos op zijn schutkleur vertrouwde ontsnapte aan een doodschop mijnerzijds. Lag pal achter een klont ruige mest en normaal gesproken wil ik die tijdens de loop nog wel eens met kracht uit elkaar trappen. Had dat haasje dus zomaar naar het hiernamaals kunnen schoppen. Haasje heeft dus erg veel mazzel gehad. Nico zag hem wel liggen en attendeerde mij erop en riep mij terug. Had ik toch echt moeten zien liggen. Klopt. Moest ik uiteraard meerdere keren aanhoren. Achteraf redenerend kan ik u wel uitleggen waarom ik dat haasje voorbij liep. Nico is jager en gefixeerd op het vinden van haasjes en ik ben eierzoeker en gefixeerd op het vinden van eitjes. Nou kunnen dat soort zaken best wel samengaan en zijn er ook wel overeenkomsten maar dan meer in het feit dat Nico vaker een eitje voorbij loopt dan ik een haasje. Hebben we dat ook weer helder.
Groetjes, Willem
Bijzondere gasten
Bijzondere gasten
Bij tijd en wijle nemen we gasten mee. Vorig jaar wilde een kennis uit Nico’s jagerskring al eens mee maar het kwam er steeds niet van. Dit jaar moest het dan maar gebeuren. Nico had mij al wat verteld over deze Herman. Naast jager zou Herman ook een echte natuurfreak zijn. Echt een type waar ik mij wel zou mee kunnen verstaan als ik Nico mocht geloven. Op de afgesproken zaterdag kwam Herman helemaal uit de omgeving van Deventer naar Oterleek. Herman had in vroeger jaren zelf ook naar kievitseieren gezocht en verheugde zich erop met ons het veld in te gaan temeer daar er in zijn omgeving geen grutto’s en tureluurs meer waren. Ik had mij bedacht twee weilanden van Gerard af te zoeken en daarna de maïsakker van Marco. Daar moesten genoeg nesten liggen om Herman aan zijn trekken te laten komen. Het was die ochtend hufterig weer en ik wilde niet te lang op een plek blijven. Even snel twee weilanden pakken, een aantal nesten vinden en dan hup weer weg. Nou dat pakte toch wat anders uit. Ikzelf ben meer het type die snel zijn ”padje” breed scant en in een hoog tempo over de weilanden loopt. Herman niet. Integendeel. Herman liep behoedzaam door het land. Het was alsof hij op eieren liep. O zo bang om op een nest te trappen en in een tempo waar een slak geen moeite mee zou hebben. Ik weet niet of u wel eens gelopen heeft met iemand wiens tempo minstens 2 x zo laag ligt als je zelf loopt. Nou daar wordt een mens doodmoe van. Telkens als ik al bijna aan het eind was moest Herman bij wijze van spreken nog aan zijn padje beginnen. Gelukkig vond Herman wel een kievit- en gruttonest dus zijn dag kon niet meer stuk. Ondertussen bleef Herman zich excuseren voor zijn moordende tempo en vroeg honderduit. Normaal gesproken lult Nico ook vijf kwartier in een uur maar op de één of andere manier die ochtend niet. Nee dat liet Nico dit keer maar aan Willem over, evenals het maken van de foto’s, de verzending hiervan en het latere mailcontact terwijl het toch echt Nico’s gast was. Nadat ik enkele dagen later de foto’s naar Herman had gemaild kreeg ik een uitgebreide mail terug. Enkele passages wil ik u niet onthouden.
”In opperste concentratie met slakkengang telkens ‘mijn straatje’ minutieus onderzoekend op zoek naar het legsel van grutto, tureluur en/of kievit .. onder deskundige (bege)leiding met vleugjes humor heb ik oprecht genoten ..
kortom een boeiende, succesvolle en leerzame dag in een fraai stukje natuur onder de rook van Heerhugowaard. Wellicht enigszins een tikje naïef maar wat mij betreft had deze activiteit tot zonsondergang mogen duren .. met Nico aansluitend grutto’s, tureluurs, kieviten, scholeksters, smienten en krakeenden gespot.
Prachtige foto’s van Willem illustreren het bewijs dat Herman na ca. 45 jaar het traceren van weidevogels is blijven waarderen .. mijn bijnaam ‘Nature Man’ is ontleent aan activiteiten o.a. op het terrein van jagen, herpetologie en mycologie.. krijgt nu nog meer cachet!
Mijn interesse is zeer zeker aangewakkerd en zie derhalve reikhalzend uit naar de volgende gelegenheid om bij uitstek de summiere kennis bij te schaven ..”
Kijk dat raakt nog eens de kern en het is toch schitterend om ook eens te lopen met andersoortige types dan Nico, Clementine en Simon. Bij het woord jagen heb ik wel beelden maar de woorden herpetologie en mycologie waren nieuw voor mij. Ik heb het maar even voor u opgezocht.
Herpetolgie houdt zich bezig met de leer en wetenschap van kikkers, padden en amfibieën en mycologie met die van paddenstoelen, zwammen en schimmels. Het is maar dat u het weet en zo werd ik ongevraagd ingewijd in deze mij onbekende materie inclusief tekst, uitleg en foto´s. Toch hou ik mij voorlopig maar bezig met de weidevogologie en de gruttologie. Daar heb ik gelukkig meer verstand van. Die Nico lachte zich natuurlijk weer een ongeluk en vond het allemaal erg komisch toen ik hem vertelde wat voor mail ik van Herman terug had gekregen. Daarbij doodleuk zeggend: “Ik had je toch gewaarschuwd dat het een bijzondere man met bijzondere interesses was.” Kijk, dat flikt die Nico nou elke keer met het excuus dat ik in dit soort dingen nu eenmaal beter ben dan hij. Jaja maar waarom blijf ik dan aan de pan hangen zelfs als het zijn gasten zijn.
Ik denk dat ik volgend jaar ook maar eens een speciale gast uitnodig. Iemand die bijvoorbeeld mordicus tegen de jacht is en dit niet onder stoelen of banken steekt. Die laat ik dan lekker naast Nico lopen. Ik verheug me nu al op zijn gezicht hoe hij zich daar uit gaat redden.
De tweede bijzondere gast kwam ook uit Nico’s koker. Op een zaterdagavond belde Nico mij met de vraag wat ik aan het doen was aan de Huijgendijk. Nou niks dus. Ik was gewoon thuis. “Oh, ik dacht dat je aan de dijk liep en kon het al niet plaatsen. Ik rij er wel even heen om te informeren wat die man daar uitspookt.” Even later belde Nico weer dat hij de man, Ruud genaamd, had gesproken en Ruud bleek een hobby fotograaf te zijn. Nico was met hem aan de praat geraakt en had uitgelegd wat wij allemaal deden in de polder. Ruud vond het hoogst interessant en vroeg of er een mogelijkheid was om eens mee te gaan en foto’s te nemen. Nico zei dat ik vast de volgende ochtend wel op pad zou gaan en vroeg of ik die Ruud mee wilde nemen. Nou ben ik ook niet de beroerdste dus ik belde Ruud. Nico kon zelf niet mee. Kwam mooi uit dat Ruud vlak bij mij woonde. Toen ik op de afgesproken tijd bij hem kwam wist ik niet wat mij overkwam. Wat had die Nico nu weer aangehaald. Ruud had een apparatuur daar lusten de honden geen brood van. Ik dacht werkelijk dat we eerst minimaal twee weken op fotosafari zouden gaan in Afrika en aansluitend nog een week natuurexpeditie in de Rocky Mountains. Ruud bleef spullen in de auto laden, vertelde dat hij zich sinds kort helemaal op natuurfotografie had gestort en gisteravond aan de dijk tureluurs aan het fotograferen was. Hij was bijzonder vereerd dat hij mee mocht want anders zou hij al om 05.00 uur bij het Zwanenmeer hebben gezeten. Heb Ruud een mooie ochtend kunnen geven waarbij hij schitterende foto’s heeft kunnen maken van de grutto’s die hij trouwens tureluurs noemde. Hij had dus nog wel wat bij te leren. Kon hem jonge grutto’s, kieviten en zelfs een nestje met 4 net uitkomende tureluurpullen laten zien. Hij maakte hier een prachtige foto van die ik op canvas heb laten printen en nu bij mij in de gang hangt.
Groetjes, Willem
Clementine is de weg kwijt
Clementine is de weg kwijt.
Ik heb al een puntje van de sluier opgelicht. Die 3x bijna de 1e van Clementine had een hele negatieve uitwerking. Op de één of andere manier moest ze haar teleurstelling compenseren en zoals het dan meestal gaat wordt de frustratie botgevierd op degenen die het dichtst bij je in de buurt zijn. Die krijgen dan ongevraagd de rekening gepresenteerd. Wij dus. We hebben het de rest van het seizoen dan ook zwaar te verduren gekregen.
De 1e voortekenen beginnen al bij John van Langen in de pioenen. Toon, Clementine en ik lopen naast elkaar het land op. Clementine links, ik in het midden en Toon rechts. Allen met een behoorlijke tussenruimte. Clementine had die ochtend nog geen ei gescoord en werd al ietwat chagrijnig. Naarmate we meer naar achteren geraken begint Clementine ineens uit het niets een aantal meters vooruit te lopen om dan plots te roepen. “Kijk, daar ligt een 3-tje” daarbij wijzend op een kievitsnest die nota bene een groot aantal meters voor ons en tussen Toon en mij in ligt. Het moet toch niet gekker worden.
Wat zijn we aan het doen Clementine. Je kaapt zomaar een nest bij ons vandaan. “Ja, ik zag hem ineens liggen en het floepte er toen zo maar uit”. Nou lekker dan zeggen Toon en ik. Denk je soms dat we met ons ogen dicht lopen. Let jij maar gewoon op je eigen padje. Je hoeft ons niet te helpen. We redden het wel. We besluiten door te lopen. Kan gebeuren zullen we maar zeggen. Gewoon iets te enthousiast. Is mij ook wel eens overkomen. Verder geen woorden aan vuil maken. Even later vindt Clementine nog een kievitsnest die gewoon op haar eigen padje ligt. Dan kan ze het toch niet nalaten om even op te merken dat ze ook de eerlijke vinder was van het 1e nest want Toon en ik zouden er toch wel aan voorbij gelopen zijn. Pfff. “Spreken is Zilver. Zwijgen is Goud” luidt het spreekwoord. Toon en ik besluiten maar het laatste te kiezen.
Een week later gaan we met z’n drieën weer op pad. We klimmen het hek over. Clementine pakt een hele bos stokkies die ze gaat uitdelen. Toon en ik mogen blij zijn dat we ook een paar stokkies krijgen. Zonder blikken en blozen zegt ze dat zij er genoeg heeft en wij eigenlijk ook wel want ze heeft er niet al te veel vertrouwen in dat wij veel gaan vinden. Zij daarentegen gaat fors scoren en heeft dus die stokkies echt wel nodig. Oei, dat gaat weer de goede kant op denk ik bij mezelf. Zo, ze zet gelijk weer even de toon. Dat wordt weer een mooie ochtend.
Als het even kan zal ik haar bij de enkels afbranden. Wat denkt ze wel niet met haar praatjes.
We lopen het land op en dan is het gebruikelijk dat we even aan elkaar vragen wat en hoever de ander het visueel kan behappen. Het lijkt er wel op of Clementine 3 akkers kan overzien want zij wil de meeste ruimte om haar heen en het liefst niet naast mij lopen. Nee dat snap ik. Dan gaan haar kansen zienderogen slinken en dat wil ons Clementientje natuurlijk niet.
Opvallend is dat zij altijd aan de buitenkant wil lopen en de ander eigenlijk geen meter ruimte gunt. Tussen ons in kun je haar niet vinden. Heel subtiel loopt ze dan stukje bij beetje naar ons toe zodat Toon en ik bijna hand in hand lopen en wij weer bijna op het gedeelte lopen wat we net afgezocht hebben of ze duwt ons nagenoeg de greppel in. Zij heeft dan of links of rechts bijna de hele akker voor haar zelf. Protesteren haalt niet veel uit. Ze zegt glashard dat ze op haar eigen padje loopt. Maar wat erger is. Ze pikt gewoon de nesten voor ons vandaan en als ze op ons gedeelte of op ruime afstand iets veelbelovends ziet wat een nest zou kunnen zijn staat ze er al bij en ondertussen maar sketteren: ” Kijk, ik heb er weer 1, Hier ligt nog een 2 grutto, hier heb ik weer een 3 tureluur en daar nog een viertje kievit”. Geef die stokkies maar hier. De mijne zijn al op. Hebben jullie toch niet nodig. Als ze zich beseft dat ze weer “een fout nest” had gevonden was ze wel zo quasi fatsoenlijk om sorry te zeggen en beterschap te beloven. Jammer was dan weer dat haar korte termijn geheugen dan ook precies duurde tot het volgende nest. Ja het was weer fijn lopen met Miss Drakensteijn die ochtend.
Het stopte ook niet bij deze ochtend. Het hele seizoen vertoonde ze dit soort trekjes.
Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat 3 x bijna de 1e zijn de nodige sporen heeft achter gelaten. Maar hierdoor zaten wij mooi met de gebakken peren.
Maar denk nou niet dat ze oprechte spijt had van deze acties. Wel in woord maar niet in geest want ze maakte het nog een stuk bonter. Wat ik al zei. Het “nesten pikken” door Clementine ging het hele seizoen door. Ze vertoonde wat dat betreft wel consistent gedrag maar dat ze haar eigen dochter Sandra hierbij ook niet zou ontzien overtreft toch je stoutste verwachtingen. Sandra wilde ook weer eens een keertje met ons mee. “Kom Sandra. Ga maar naast mij lopen. Dan maak je de meeste kans zegt ze nog.”
Nou dat had Sandra nou net niet moeten doen. Op het 1e de beste akkertje gaat het al fout. “Kijk San daar ligt een kievit met 3. Ja, Mam. Ik zie hem liggen maar die had ik zelf ook wel gevonden hoor als ik was doorgelopen. Hij ligt recht voor mij”.
Zo het eerste barstje tekent zich af. Ben benieuwd hoe dit verder gaat. We lopen door.
Schaamteloos en zonder zich te generen pikt Clementine hondsbrutaal de nesten weer voor ons weg. Niet alleen bij Toon en ik. Zelfs nog 2 x bij dochter Sandra. 1 x een grutto en 1 x een tureluur. Bij ieder nest verontschuldigt ze zich ging dat ze te snel en voor haar beurt had gemeld. Dat het toch echt per ongeluk ging en ze het niet meer nou doen. Soms zag ik een nest ook al van ver liggen maar wist mij dan keurig in te houden om Sandra het nest te gunnen. Ik hoopte dan ook dat Clementine het nest niet te snel zag liggen maar dat bleek ijdele hoop. Nog geen paar seconden later stond ze alweer bij het nest wat toch echt voor Sandra had moeten zijn. Sandra werd het gedrag van haar moeder onderhand ook beu en stak dit niet onder stoelen en banken. “Mam, ik wil zelf ook wel eens een nest vinden. Kun jij niet ergens anders gaan lopen”.
We besloten hierna hard in te grijpen. Clementine werd verbannen naar een andere akker dan waar wij liepen. Wie niet horen wil moet maar voelen. Daar kon ze geen kwaad. Dit zette zoden aan de dijk want binnen de kortste keren vond Sandra een kievit met 3. Was ze superblij mee: “Kijk Mam, helemaal op eigen kracht gevonden. Ik heb jou helemaal niet nodig.” Sandra vond daarna nog meer nesten waaronder grutto en tureluur. Ze was er maar wat trots mee.
Nadat we Clementine van onze loopakker hadden verbannen ging het goed. Vol trots poseert Sandra bij een op eigen kracht gevonden nest
3 keer bijna de 1e
Verhaal van Willem
3 keer bijna de 1e
Al vroeg in het nieuwe jaar kwamen enorm veel scholeksters terug uit hun overwintering gebied. Duidelijk meer dan voorgaande jaren en dat komt denk ik toch omdat we de laatste jaren veel jongen groot hebben gekregen. Niet alleen grote groepen in soosverband maar ook al de oudere paartjes die direct bezit nemen van hun eigen broedplekjes. Wat dat betreft zijn die scholeksters bijzonder plaats trouw.
De 1e grutto’s waren op 4 maart binnen en op 9 maart de 1e tureluurs. Duidelijk weer vroeger dan vorig jaar. Zouden we dan toch langzaam opschuiven naar een warmer klimaat.
Begin maart werd het prachtig weer en de kieviten buitelden en baltsten dat het een lieve lust was. Zo vroeg waren ze nog nooit geweest aan de Dijk. Elk akkertje werd bezet, ingenomen als territorium en fel verdedigd. Wij zagen het hoopvol en blijmoedig aan maar konden geen tijd vrijmaken om serieus te gaan zoeken. Dan kon de één niet en dan de ander weer niet en het is een stilzwijgende afspraak dat we daar niet individueel gaan zoeken. Knarsetandend moesten we toezien hoe links en rechts de 1e eieren werden gevonden in omringende provincies maar vanuit Noord-Holland kwam nog geen enkele melding. 12 maart was de start van het weidevogelseizoen bij Hotel De Rijper Eilanden. Het 1e kievitsei was nog steeds niet gevonden en het zou zomaar kunnen dat er geen prijsuitreiking zou plaatsvinden bij de officiële opening van het seizoen.
12 maart was ook de datum dat Clementine en ik voor het eerst de wei in konden. Toon had helaas andere bezigheden. Vlak voordat we beginnen heb ik nog even SMS-contact met onze Provinciale coördinator Wim Tijsen. Het 1e ei is nog steeds niet gevonden. Onze kansen namen dus met het uur toe en ik had er rotsvast vertrouwen in dat het ons ging lukken. Maar ik was ook als de dood dat iemand anders uit de provincie enkele tellen eerder zou zijn dan wij. Wij zouden echt niet de enige zijn die met dit mooie weer op pad waren om het 1e eitje te scoren. Haast was dus geboden.
Ik hou nogal van ferme taal en soms een beetje grootspraak. Zocht weer SMS-contact met Wim en maande hem alvast zijn kantoor te verlaten, de auto te starten en koers te zetten naar Oterleek want daar zou over enkele ogenblikken het spits worden afgebeten. Ondertussen Gerard gebeld dat die zijn haar vast moest kammen want de media en de fotografen zouden zo op zijn land verschijnen want Oterleek zou weer historie schrijven. Wim gooide wat olie op het vuur en kon niet nalaten mij te attenderen dat ik niet mocht zoeken op een laat maai perceel. Dacht bij mezelf: nou die vlieger gaat toch mooi niet op als het nog maar 12 maart is. Dat is pas vanaf 1 april. Je zoekt het maar uit met je laat maaien geneuzel. Ja soms is burgerlijke ongehoorzaamheid mij ook niet vreemd en wil ik gewoon frank en vrij zonder enige beperking de wei in.
Ik was toch wel lichtelijk gespannen toen we het weiland opliepen. Wie zou hem vinden. Clementine of ik. Was er heilig van overtuigd dat ie er zou liggen. Dat kon niet anders met dat mooie weer en alle activiteiten die we eerder hadden gezien. Zelfs kraaien werden al geattaqueerd. Wie de eer heeft de eerste te zijn heeft natuurlijk praatjes voor 10 de rest van het seizoen en zal zeker niet nalaten de ander daar even fijntjes aan te herinneren. Zo zijn Clementine en ik dan ook wel weer.
Maar zoals altijd komt hoogmoed voor de val en vonden we helemaal niks. Je struikelde bijkans over de proefnestjes en kuiltjes maar een eitje werd ons niet gegund.
Wim kon uiteraard niet nalaten bij tijd en wijle even SMS-verbinding te zoeken en al dan niet met een ondertoon te informeren naar de stand van zaken. Heb mooi geen sjoege gegeven wetende dat ik een extra sneer zou krijgen. Deed net of ik niets hoorde.
Teleurgesteld verlieten we het weiland. ‘s Avonds bij de vergadering bleek dat het 1e kievitseitje die dag, later in de middag, toch was gescoord. Dus als het ooit had gekund dan was het die dag. Kon het niet nalaten om Clementine te vragen of ze echt wel goed had gezocht want ik kreeg een beetje de indruk dat ze er nog in moest komen. Heb het antwoord maar niet afgewacht maar weet nu heel goed waar het spreekwoord: “Als blikken konden doden” vandaan komt.
Nadat Clementine de slag had gemist bij het vinden van het 1e ei van onze provincie restte ons niets anders dan ons maar bij onze stichting in de kijker te zetten.
Vrijdag, 20 maart, de dag van de zonsverduistering, bij Gerard een 2e poging ondernomen. Ik zei nog tegen Clementine dat ik, het vinden van het 1e ei, haar meer gunde dan ikzelf en dat het ook weer tijd werd dat zij de 1e zou zijn. Er was nog geen mail of bericht uitgegaan dat het eerste ei was gevonden dus de kansen namen voor ons toe. Zo keuvelend liepen we het land op. Door de zonsverduistering hoefden we geen zonnebril op. Dat was in het voordeel van Clementine want vlak voordat het bijna donker werd vind ze een compleet legsel met 4. Da’s toch ook wat. Normaal vind je een ééntje als 1e en nu een compleet nest met 4.
Kon het niet nalaten te vragen of ze echt wel goed had opgelet vorige week!!
Zou ze de 1e zijn van onze stichting?? De voorzitter en secretaris waren niet te bereiken maar volgens de echtgenote van de secretaris had zich nog niemand gemeld. Zij wist niet beter dat er nog geen melding was gedaan en feliciteerde ons en zou de vondst doorgeven. Clementine en Oterleek waren dit jaar weer de 1e. Ik feliciteerde Clementine en zij was maar wat blij. Je had haar moeten zien springen toen ze hoorde dat ze de 1e was maar nog meer dat ze mij had afgetroefd. Ik was erg blij voor haar en zei dat het precies zo gegaan was zoals ik had gehoopt en zei dat ik het eerste mooie verhaal voor het jaarverslag nu al weer binnen had. Ik belde daarna naar Wim Tijsen om daar ook de vondst door te geven en Gerard als eigenaar van het weiland en maakte nog wat foto’s.
Kort na het middaguur werd ik gebeld door de secretaris. Hij had nog geen melding gehad en feliciteerde ons. Ik sprak af dat ik de foto en bijzonderheden zou mailen zodat hij het bericht kon rondsturen. Ik moest nog wel even officieel melding doen bij de voorzitter omdat het zo hoort. Ik zei dat ik dat wist en al meerdere keren had gebeld maar hem niet te pakken kreeg.
De druiven zijn echter zuur toen ik aan het eind van de middag werd gebeld dat het 1e nest gisteren al door een andere vrijwilliger gevonden was en officieel gemeld. De voorzitter had de secretaris donderdag vroeg in de avond gemaild met verzoek bericht te verspreiden dat een andere vrijwilliger een nestje met 3 had gevonden.
De secretaris had vrijdag toen ik hem belde kennelijk zijn mail nog niet gelezen en wist dus op dat moment nog niet dat die de 1e was. Je begrijpt dat ik not amused was dat ik Clementine moest vertellen dat zij niet de 1e was en die vrijwilliger een dag eerder de gelukkige vinder was maar dat dit door miscommunicatie nog niet bekend was gemaakt. Een sip kijkende Clementine moest wel even de teleurstelling verwerken. Clementine kon dus maar een paar uurtjes van haar succes genieten.
Zijn we er dan. Nee hoor. Het kan nog erger.
Vrijdagochtend, 9 april ga ik nog even Gerard helpen bij het beschermen van een aantal kievitsnesten. Ik zou zekerheidshalve wat teiltjes over de nesten zetten zodat Gerard snel kon doorrijden en ik wilde gewoon niet dat de eieren zouden beschadigen tijdens het kunstmest strooien. Overdreven natuurlijk en hoor mensen al denken. “Die Overweg heeft ze niet op een rijtje. Die slaat weer door. Zo’n enkel korreltje in het nest kan echt geen kwaad.” Klopt wat de mensen denken maar ik sluit liever elk risico uit. Terwijl ik hiermee doende ben vind ik een tureluurnest met 1e ei. Gelijk maar even melding van gemaakt. Ja hoor. Ik ben de eerste dit jaar. Altijd weer leuk temeer daar dit een onverwachte vondst is. Clementine maar even ingeseind dat ik de 1e met de tureluur ben. Het commentaar zal ik maar niet met u delen maar lieftallig klonk het niet bepaald. Ze had hem liever zelf gevonden maar deze teleurstelling kon ze nog wel aan omdat de eer naar Oterleek en naar mij ging. Kon niet nalaten minzaam op te merken dat zij als onze tureluur specialist deze vast niet gevonden zou hebben. Lag voor 1e ei al knap verscholen. De diepe zucht aan de andere kant van de lijn zegt genoeg. Als pleister op de wonde zeg ik dat we vanavond nog wel even op pad konden. Ze kon nog voor de 1e grutto en 1e scholekster gaan. Die waren nog niet gemeld en ik wist op zeker een grutto en scholekster met eieren bij Gerard en René omdat ik die zojuist toen ik over de dijk reed beide furieus had zien aanvallen op een kraai. Kop d’r af als die geen nest hebben en ik zou Clementine de eer gunnen.
Vol verwachting stappen we ’s avonds even na zessen het land op. Na nog even de boel geobserveerd te hebben weten we het zeker. De grutto ligt op het 4e akkertje. Dat wordt geen moeilijk verhaal. Laat Clementine voorop lopen om het nest te scoren die ze dan ook binnen de kortste keren vindt. Ook nu weer een compleet legsel met 4. Terwijl ik naar haar toeloop stuit ik op enkele meters afstand op een tureluurnest eveneens met 4 en je zult het geloven of niet. Ligt er ook nog een kievit met 4 tussen. Het moet toch niet gekker worden. Clementine is weer zo blij als een kind, huppelt een beetje in de rondte en heeft praatjes voor 10. Toch nog in de prijzen dit jaar. Van de vondst van de grutto ook weer melding gemaakt en wat blijkt. Het 1e grutto-ei was vorige week al gevonden. (vanuit onze stichting was men vergeten hier melding van te maken onder de leden) en voor de 2e keer een teleurgestelde Clementine. Eerst met de kievit en nu met de grutto. Hoeveel kan een mens hebben.
Nu is Clementine gelukkig redelijk flexibel met een hoog incasseringsvermogen. Ze laat zich niet zo gauw uit het veld slaan. We zoeken verder en besluiten onze avond niet te laten verpesten. Gelukkig hebben we een top avond en scoren 19 kieviten, 4 grutto’s en 1 tureluurnest.
Maar nu komt het klapstuk van de avond. Vorig jaar vonden we een combinest tureluur/grutto.
Jullie zullen het geloven of niet. Clementine vind op het land van de gebroeders Beers een combi scholekster/grutto. (dit jaar won de scholekster). We hebben toch wel bijzondere vogels in de Oterleek en gelukkig is het 1e scholekster-ei voor haar. Is ze toch nog ergens de 1e mee. Hè, hè als pleister op de wonde kunnen we de avond toch nog positief afsluiten. Ja dat zou je denken. U raadt het al. Ik bel en aan de andere kant van de lijn hoor ik het onheilspellende bericht. Oh, sorry. Is vanmiddag net gevonden. Ook weer niet doorgemaild naar alle leden. Wederom pech en teleurstelling. Iedereen snapt dat Clementine een zenuwinstorting nabij was. Psychische hulp keek al stiekem om een hoekje. Heb zelfs overwogen stichting Correlatie in te schakelen. 3x een 0 scoren valt niet uit te leggen maar 3x bijna de eerste zijn ook niet. Zou daar een ook een prijs of oorkonde voor zijn?
Het spreekwoord 3 x is scheeprecht ging deze keer toch mooi niet op
Maar de moraal van dit verhaal is natuurlijk dat dit soort miscommunicatie eigenlijk niet meer van deze tijd is. Met de hedendaagse supersnelle communicatie middelen die ons allen ter beschikking staan zou je elkaar razendsnel kunnen informeren. Een mail eruit gooien kan in een oogwenk. Kan mij niet voorstellen dat er tijdens de jaarlijkse bestuursvergadering niet over deze zaak gesproken is. Ik vertrouw er op dat het volgend jaar beter zal gaan. En verder. No hard feelings.
Maar wat erger is. Door deze aaneenschakeling van teleurstellingen heeft Clementine een gedragsverandering ondergaan die zijn weerga niet kent en het hele seizoen heeft geduurd. Ik en anderen zijn hier zwaar de dupe van geworden. Het was net of ze de opgekropte frustratie op ons moest botvieren. We hebben er knap last van gehad en u gaat de uiteenzetting van dit normafwijkend gedrag nog lezen.
Groetjes, Willem
Honden aan de lijn
Het verhaal van Willem
Honden aan de lijn
Eén van mijn boeren heeft zijn mooie vogelrijke percelen inclusief een plas dras aan een doodlopend weggetje. Een prachtig en drukbezet stukje weidevogel gebied. Nadeel is dat een grote schare hondenbezitters, veelal dorpelingen, juist op dit weggetje hun hond(en) uitlaten. Op zich niet zo bezwaarlijk maar tijdens het broedseizoen is het niet altijd wenselijk om de honden los te laten lopen. Zeker als de vogels pullen hebben en dichtbij de weg foerageren reageren ze voortdurend op de loslopende honden.
De eigenaar van de plas dras heeft al heel wat keren de hondenbezitters aangesproken maar de reacties waren nogal uiteenlopend en divers. Van begripvol tot grof verbaal geweld. Kreeg regelmatig scheldkanonnades en tirades over zich heen. Uiteindelijk besloot hij de hondeneigenaren maar zoveel mogelijk te negeren. Waarschuwen haalde niet veel uit.
Een aantal weken geleden zijn er 2 mooie waarschuwingsbordjes opgehangen met verzoek om de honden aan de lijn te houden gedurende de periode van 15 maart tot 15 juni i.v.m. weidevogelseizoen. De bordjes die WLD had laten maken waren zagen er solide en hufterproof uit en werden op 2 plekken die in het oog sprongen opgehangen. Dat was van korte duur. Eén bordje was al na 1 dag al met grof geweld van de boom getrokken en in de sloot gesodemieterd. Toch kreeg de boer wel het idee dat het wat effect sorteerde.
Afgelopen week was ik weer even in dit mooie gebiedje. Een auto die voor mij reed stopte precies voor het bordje. Een oudere vrouw stapte uit en met haar sprong er ook een hond ongelijnd naar buiten. De vrouw was duidelijk ouder dan ik en dan ben je oud hoor!. Ik attendeerde de vrouw op het bordje. Oudere mensen zijn nou eenmaal meer ontvankelijk en begripvol dacht ik in mijn onnozelheid. Ik wees de mevrouw op het bordje. Ietwat hautain en uit de hoogte zei ze dat dat bordje niet voor haar bestemd was en zich daar ook niet aan hoefde te houden. Dat was voor mensen met die ongemanierde honden die niet onder controle waren. Haar hond gedroeg zich keurig, liep niet weg en hoefde niet aangelijnd. Bovendien was het nog lang geen weidevogelseizoen en ze had hier nog nooit een weidevogel gezien. Op mijn opmerking dat we midden in het seizoen zaten en dat het hier wemelde van de weidevogels keek ze mij vol ongeloof aan. Ik kon haar niet overtuigen. Ze zag nergens een weidevogel. Op mijn vraag of ze überhaupt wel wist hoe weidevogels er dan uitzien wees ze op een paar eenden die voor ons in de sloot zaten. Ja hoor. Kijk daar. Die zitten hier altijd. Dat zijn weidevogels en hebben nog nooit last van mij of mijn hond gehad. Ik ga verder wandelen met mijn hond die ik overigens niet zal aanlijnen. Ik negeer dat bord gewoon. Daar moest ik het mee doen. Als blikken konden doden had ik daar nog stuiptrekkend op de grond gelegen.
Hoofdschuddend rij ik verder. Nog geen 100 meter verder stopt er weer een auto. Nu bij het andere bordje. Een hond springt uit de auto gevolgd door een echtpaar. De hond vliegt alle kanten op en ik moet remmen om de hond niet onder de auto te krijgen. Ik doe een 2e poging. Vraag beleefd of ze het bordje hebben gezien. Zeker wel maar ze voelden zich niet geroepen om de hond aan te lijnen. Ze hebben de hond helemaal onder controle en die vliegt echt niet de weilanden in. Dat onder controle zag ik zojuist refererend aan mijn afremmen. Dat was enthousiasme. Hij moet even zijn energie kwijt. De man wil er verder niets over horen en wandelt verder. De vrouw wil nog wel even iets vertellen. Ik ben ruim 80 kilo, loop bepaald niet lichtvoetig dus ik denk dat de vogels in de weilanden meer last hebben van mijn gestamp dan het loslopen van mijn hond. Bij dat laatste had ik wel beelden en wie ben ik om haar daarin tegen te spreken dacht ik mij mezelf. Zij had mijn boodschap begrepen maar zat in deze tijd helemaal niet te wachten op extra beperkingen. Goedemiddag meneer.
Heb maar van de 3e poging afgezien bij nog een hondeneigenaar die ook zijn hond onaangelijnd uitliet. Bij nog zo’n verhaal was ik plat op mijn rug op de grond gaan liggen en had ik de witte vlag gehesen. Zover wilde ik het niet laten komen.
Groetjes, Willem
Van sleeptouw tot vlaggenstok
Het verhaal van Willem
Van sleeptouw tot vlaggenstok
Dit jaar had ik mij voorgenomen om eens met een sleeptouw te werken in enkele laat maaien percelen en vertelde aan Gerard, de boer waar ik help met het beschermen van de weidevogels, wat ik voornemens was. Ik wilde eens proefondervindelijk vaststellen of het werkte. Gerard zei dat het maken van een sleeptouw een mooi klusje voor zijn vader was. Twee dagen later lag er een mooi sleeptouw compleet met kettinkjes, ter breedte van een akkertje, voor mij klaar. Eind mei gingen we touw in het laat maaien perceel van Gerard aan de Huijgendijk uitproberen. Heel toevallig liep ik net weer in het midden achter het sleeptouw om de boel te coördineren. (waar hebben we dat toch eerder gelezen). Nico mocht bij gratie naast mij lopen als 2e coördinator, haha. Na enkele akkertjes afgelopen te hebben vloog er plots een kuifeend van het nest toen het sleeptouw over haar heen ging. Er lagen 8 eieren in. Nico, Ruud en ik waren ervan overtuigd dat het een kuifeend was maar ons op z’n retour mannetje wist het beter en zei dat het geen kuifeend kon zijn. Die broeden echt niet midden op het weiland. Dat had hij nog nooit meegemaakt dus volgens Simon was het een krak- of een slobeend. Ik zei dat je duidelijk aan de eieren en het nest kon zien dat het een kuifeend was. Komt bij dat Nico en ik vlak achter het touw liepen en duidelijk zagen dat het een kuifeend was. Zij kwam vlak voor onze voeten op en maakte ook nog het typische kuifeend geluid. Wil je nog meer aanwijzingen hebben. Simon was het er nog steeds niet mee eens. Een kuifeend ligt niet midden op het land. Punt uit.
Heb het nest voor zekerheid maar even gefotografeerd. We lopen verder. Ik met de gedachte dat gelijk hebben iets anders is dan gelijk krijgen. In ieder geval hadden we succes geboekt met ons touw en daar ging het tenslotte om. We hebben het sleeptouw maar niet uitgeprobeerd op de 3 broedende slobeenden die we al eerder op dit weiland hadden gevonden. Om ze niet extra te verontrusten zijn we er maar met een boog omheen gelopen. Nadat we ook nog het late maaien perceel van René Beers zonder resultaat hadden meegepakt zat de avond er op. Het bleef bij één nest. Stiekem had ik gehoopt op nog enkele nesten van de krakeend en de 2 zomertalingen die ook nog geheid ergens moesten liggen. Maar krijg ze maar eens van het nest. Ze liggen naarmate de broedtijd vordert muurvast en zijn niet van het nest te slaan. Ook onze kuifeend ging steeds vaster broeden. Toen Gerard ging maaien bleef de kuifeend keurig zitten. Kort daarna gingen de pinken het land in. Gerard zette er zekerheidshalve maar een nestbeschermer overheen. Geen beweging . Zelfs niet bij het fotograferen waarbij ik het gras wat wegduwde om een mooie foto te maken. Onze kuifeend bleef zitten waar ze zat en broedde keurig haar eieren uit.
Toch was dit niet de enige kuifeend in het lange gras. Ook bij Nico Kuilboer vond ik nog 2 kuifeendjes in een laat maaien perceel die hoog op de kant zaten en zeker uitgemaaid waren geweest. Nu kon Nico er keurig om heen maaien. Het gegeven dat kuifeenden diep weggedoken in de kant vlakbij de waterlijn liggen gaat dus niet altijd op. Nog sterker. Op een ander laat maaien perceel maaide Gerard nog een kuifeend van het nest die ook nagenoeg midden op het weiland lag. Helaas hadden we deze niet gevonden maar hadden daar ook niet gesleept.
Voor de liefhebbers een foto van het broedende kuifeendje in het lange gras. Let op het karakteristieke gele kraaloogje wat enkel de kuifeend kent. Wellicht is vriend Simon nu ook overtuigd. (ik denk dat het kratje bier hiermee wel weer vereffend is !!!!)
Begin juni werd ik gebeld door Aldert Dekker. Hij wilde de volgende dag gaan maaien maar had gezien dat er jonge grutto en tureluur pulletjes liepen. Of ik een oplossing wist. Toepassing last minute beheer was geen optie. Wellicht plaatsen van vlaggenstokken. Zei tegen Aldert dat ik zou gaan kijken. Toen ik ‘s-avonds bij Aldert het land inliep kwamen 6 alarmerende grutto- en tureluurparen en 1 scholeksterpaar mij al snel tegemoet. Zoals ik eerder vertelde waren de grutto’s en tureluurs die bij Gerard en René waren uitgekomen breed gaan zwerven en ook Aldert zijn land in getrippeld. Ik belde Nico of hij kwam helpen en de stokken wilde halen. Onderwijl kon ik nog mooi even de kantjes van de maaipercelen aflopen op zoek naar een broedende kuif-krak of wilde eend. Dekker sr. was ondertussen ook gearriveerd voor zijn dagelijkse schapeninspectie. Volgens Dekker sr. liepen de pullen al een aantal dagen in de maaipercelen en zou het niet makkelijk zijn om ze eruit te krijgen. Vroeger in zijn tijd was het allemaal geen probleem. Dan tufte je rustig met lage snelheid door het gras, lette je goed op en konden de pulletjes zich makkelijk uit de voeten maken. Maar in de huidige tijd met al die grote trekkers die op hoge snelheid gras maaien met brede soms dubbele maaibalken dan hadden de vogeltjes geen enkele kans meer om te ontsnappen. Nadat ik hem had uitgelegd wat de bedoeling was keek hij bedenkelijk en dacht er zo het zijne van. Hij had wel eens vaker van die stokken zien staan maar dacht altijd dat het was om ganzen te verjagen. Hij was benieuwd naar het resultaat en wenste ons succes.
Nico arriveerde. Hij had een forse lading vlaggenstokken meegenomen die we daarna in patroon in de maaipercelen stevig in de greppels staken. Er stond die avond, zoals gewoonlijk dit voorjaar, weer een forse straffe wind en de plastic vlaggen wapperden flink en maakten goed lawaai toen we het veld uitliepen. Ik had er vertrouwen in.
De volgende dag rond het middaguur belde Aldert. Het was bijzonder goed gegaan. ‘s Ochtends toen zijn vader de schapen controleerde was er al geen leven meer te bekennen. Tijdens het maaien had Aldert nog 1 klein tureluurtje gezien die in het uiterste puntje van het maailand liep die zich snel uit de voeten maakt en de sloot over stak retour naar Gerard. Dat gaf toch een beter gevoel tijdens het maaien. We waren blij dat het zo goed gegaan was. Aldert maakte nog wel even een statement: “Mooi is dat. Moet ik een beetje op Gerard zijn pulletjes passen terwijl hij de subsidie vangt.” Ik vond het wel een grappige opmerking en bedankte hem namens Gerard en de pulletjes. We hadden wel het gewenste effect bereikt en een 100% score gehaald. Toen we het gesprek wilden beëindigen zei Aldert: “Hé Willem nog even wat …..ja zeg het maar ….. wat zullen jullie een lol hebben gehad gisteravond….hoezo, wat bedoel je.. nou jullie hebben vast gedacht, we gaan die Aldert eens flink in de maling te nemen door elke stok extra diep in de greppels te steken. Wat een werk heb ik er aan gehad om die stokken er weer uit te krijgen. Ik dacht effetjes al lopend die stokken er met 1 hand uit te trekken maar telkens moest ik die steeds grotere groeiende bundel stokken weer naast me neerleggen om elke stok er met 2 handen uit te trekken. Kostte me een hoop extra tijd. Wat zullen jullie gelachen hebben gisteravond.” Ik verzekerde Aldert dat er geen kwade opzet bij zat en daar geen moment bij hadden stil gestaan maar moest inwendig wel lachen. Ik zag Aldert in mijn gedachten al mopperend en foeterend door het land lopen bij het weghalen van de vlaggenstokken.
Groeten, Willem
Op zondag eieren zoeken
Jeugdherinneringen
Op zondag eieren zoeken
Na een uitzonderlijke zachte maar ook natte winter en zonder noemenswaardige vorst gingen we naadloos over van het winterseizoen naar het vroege voorjaar in 2014. Kieviten waren de hele winter in grote aantallen in de polder aanwezig geweest en ik hoopte dat een flink aantal Oterleek als broedgebied zou kiezen. De 1e scholekster was half januari al terug en zat een beetje wezenloos in zijn ééntje te pietepieten. Half februari keerden de 1e grote groepen scholeksters terug en verzamelden zich in paartjes en soosen. 8 maart waren de 1e Oterleekse grutto’s en tureluurs terug. Ruim een week eerder dan vorig jaar. Nadeel van deze uitzonderlijk zachte winter was dat pas begin maart de ruige mest kon worden uitgereden en dan nog niet eens overal. Op het natte weiland aan de Huijgendijk kon het pas rond half maart. De kieviten zaten er kennelijk op te wachten want 2 dagen later lagen de 1e eieren er al. Alle tekenen waren aanwezig dat het een bijzonder vroeg vogelseizoen zou worden. De kieviten waren begin maart al aan het baltsen dus moest het nu of nooit. Zou ik dan dit jaar eindelijk mijn 1e kievitsei record van 14 maart 1970 scherper kunnen stellen. Ja, u leest het goed. 1970…gevonden in Hardenberg. Het zou toch tijd worden na 44 jaar. Dit zo schrijvende gaan mijn gedachten onwillekeurig terug naar mijn jeugdjaren in het oosten van het land. Ik groeide op in het buitengebied van Hardenberg waar toentertijd volop kieviten, grutto’s en wulpen zaten. Tureluurs en scholeksters zag je bij ons hoegenaamd niet. Vanaf heel klein mannetje liep ik al door de weilanden te struinen. Elk jaar was het weer een uitdaging om de vinder te zijn van het 1e kievitsei van Hardenberg en omstreken. Als kleine jongen droomde ik ervan om ook 1 x de 1e te worden en uiteindelijk lukte dat op 14 maart 1970. Ja de lezer leest het goed. 44 jaar geleden en de datum staat in mijn geheugen gegrift. Ik was de koning te rijk en verkocht het 1e kievitsei volgens traditie voor een rijksdaalder wat toen een hoop geld was. Zoals elke jongen verzamelde ik eieren in alle soorten en maten die uitgeblazen in een lange slinger op mijn slaapkamer hingen.
Ieder vrij uurtje
Je wist in die tijd niet beter. Elke dag en elk vrij uurtje was ik in het voorjaar in het veld te vinden op zoek naar eieren van kievit, grutto, meeuwen en wilde eenden. Je mocht toen nog kievitseieren zoeken tot 14 april en ik nam alle gevonden eieren mee naar huis. Het merendeel verkocht ik wat een leuk zakcentje opleverde maar thuis aten we ook menig eitje op. Ik kan je verzekeren dat ze met een beetje peper en zout verdraaid lekker smaken. Naar mijn idee werd de vogelstand geen geweld aangedaan. Er zaten volop weidevogels en na 14 april werden er geen eieren meer geraapt. Wel deed ik op mijn manier toen al aan weidevogelbescherming want geen ei van kraai, ekster, gaai en roofvogel was daarna meer veilig.
Op zondag
De meeste boeren kenden mij en ik mocht frank en vrij op hun land nesten zoeken. Er waren echter ook een paar boeren bij wie ik absoluut niet op het land mocht komen. Of ze zochten zelf naar eieren of waren van een ander kerkgenootschap, wat nogal een heikel punt was en erg gevoelig lag in onze omgeving. Er waren allerlei soorten geloof waaronder extreem streng gereformeerd waartoe sommige van die boeren behoorden. Alhoewel wij van huis uit ook christelijk waren en ook naar de kerk gingen waren wij van de lichte soort namelijk Nederlands Hervormd en in hun ogen afvalligen. Wij waren min of meer van die wilde heidenen. Waar ze dat op baseerden weet ik niet en het kon mij als kleine jongen eigenlijk ook geen sodemieter interesseren. Als ik maar eieren kon zoeken. Een paar van die boeren zaten dus in de zwaarste categorie wat geloof betreft en daar was op zondag niets maar dan ook niets toegestaan. Maar ja. Het gras bij de buren is nou eenmaal altijd groener en ik had altijd het idee dat er toevallig net wat meer nesten lagen op de weilanden van die super gelovige boeren waar ik niet mocht komen. Dat geeft onrust en spanning in je lijf. Ik moest en zou die weilanden afzoeken. Wat ga je dan doen. Nou gewoon lekker op zondag die weilanden afzoeken. De boeren moesten op zondag in vol ornaat 2 x ter kerke en dat gaf mij steeds voldoende ruimte om hun weilanden leeg te roven. Moeilijk was het niet. Je verstopte je gewoon in een sloot tot de boer met zijn hele gevolg naar de kerk ging. Bij sommige boeren aan wie ik een hekel had en andersom stond ik al uitdagend in de nabijheid van hun boerderij te wachten. Ze wisten precies wat er ging gebeuren maar konden weinig uithalen in hun nette zondagse pak. Ze waren geharnast door het geloof. Zondag is rustdag dus geen gekkigheid. Ze mochten bij wijze van spreken als ze moesten pissen amper de rits van hun broek naar beneden doen. Keurig 2 x naar de kerk en zeker niet op zondag achter vervelende eierzoekende pestjochies aanrennen ook al verstoren ze op gruwelijke wijze de door hen ge-eerbiedigde zondagsrust. Enkele boeren spraken mij wel eens aan wat ik op zondagochtend zo vroeg aan het doen was en op voorhand zeiden ze al dat ik het niet moest wagen om op hun land te komen want dat zwaaide er wat. Ik antwoordde steevast dat ik op weg was naar mijn Opa en Oma die een eindje verderop woonden. Daar was geen letter aan gelogen maar moest voor die tijd wel even een ommetje over hun land maken maar dat laatste vertelde ik er uiteraard niet bij. Ze wisten gevoelsmatig allemaal wat er ging gebeuren en reden knarsetandend weg. Ik lachte en zwaaide ze gewoon uit.
Hard rennen
Ze waren nog niet uit het zicht of ik liep al op hun land na eerst altijd mijn fiets verstopt te hebben. Je weet maar nooit met die wraakzuchtige boeren. Het moet gezegd. Op de verboden weilanden kon ik heel wat eitjes scoren. Een enkele keer liep het wel eens fout. De tijd totaal vergetend zag ik dan ineens een tierende boer op mij afrennen. Wel handig en slim van die boeren dat ze al schreeuwend op je afkomen. Dat geeft je dan ruim de tijd om hard weg te rennen. Als kleine jongen kon ik ook hard rennen dus die boeren kregen me nooit te pakken en het waren überhaupt toch geen hardlopers in hun strakke zondagse pakken. Komt bij. Enkele boeren waren “onmeunig en gloepens sterk” (zoals ze dat hij ons in het oosten zeggen) dus je wilde wel uit hun grote knoesten blijven en rende dus de vouwen uit je broek. En maar goed dat in mijn jeugd in mijn buurt geen Gerard van der Krogt types woonden want die kan namelijk wel heel hard rennen en kan dat heel lang volhouden. Als je bij de beddenrace samen met Tim op 14 juni in Hensbroek nog 56 rondjes x 500 meter om de kerk kunt rennen en dat 90 minuten kunt volhouden en 2e wordt in de einduitslag kun je best wel een aardig stukje lopen. Al met al ruim meer dan een halve marathon en dat ongetraind en een uur voor de wedstrijd nog niet wetend dat je mee zou doen. Ik doe het hem niet na. Nu is het mij ook niet helemaal duidelijk geworden of Gerard op bed lag of erachter liep en Tim het merendeel van het lopen voor zijn rekening heeft genomen. Een duidelijk antwoord komt er ook niet van Gerard en blijft het een beetje bij onverstaanbaar binnensmonds gemompel. Op dat punt blijft het verhaal dus een beetje vaag. Afijn. Genoeg hierover, zo’n wereldprestatie is zo’n stukkie rennen nou ook weer niet.
De jaren gaan echter ook bij Gerard tellen want de volgende dag tijdens het maaien kon hij door de spierpijn en vergezeld van een hoop onnodig gepiep en gejammer amper van de trekker afkomen. Hij leek wel zo’n stram en stijf boertje uit mijn jeugd. Maar wat ik al zei, i werd nooit achtervolgd door die Gerard types en kon steevast door de weilanden naar mijn Opa en Oma rennen.De fiets was van latere zorg. Die haalde ik wel op als de boeren enkele uren later voor de 2e keer die dag te kerke gingen. De tussenliggende tijd verbleef ik bij mijn Opa en Oma die zelf ook boerden maar dan meer van het type keuterboertje. Voor de buitenwacht en de klagende boeren deden ze net alsof ze mijn zondagse acties zwaar afkeurden maar ze konden wel lachen om mijn capriolen en lieten zich de eitjes ook altijd goed smaken. Ook mijn ouders werden vaak aangesproken dat ze mij moesten verbieden op zondag eieren te zoeken. Ze zeiden Ja maar deden Nee. Wat valt er ook te verbieden als je vader je het eieren zoeken heeft geleerd op: Jawel. De zondag. De enige dag die hij vrij had. Trouwens als het niet had gemogen dan had ik het toch wel gedaan. De onweerstaanbare drang van het eieren zoeken was immens groot en ik zou me door niets en niemand hebben laten weerhouden. Een beetje zoals ik dat nu ook nog beleef .
Lekke banden
Liep het dan altijd goed af. Nee, één keer liep mijn fietsie de klappen op die mogelijk voor mij bestemd waren. Toen ik na een zondagse actie een keer mijn fiets wilde ophalen vond ik deze terug met lekke banden, kromme wielen en ingetrapte spaken. Cadeautje van 1 van de boeren wiens toorn kennelijk groter was dan het eerbiedigen van de zondagsrust. Bedrijfsrisicootje zullen we maar zeggen. Maar het spreekwoord; ”Wat u niet wilt dat u geschiedt doe dat ook een ander niet” ging hier toch mooi niet op. En dat op zondag. Het is een schande. Ik hoefde er thuis niet mee aan te komen en reclameren bij die boeren had ook geen enkele zin.
Als ik eens in de zoveel tijd terug ga naar mijn roots neem ik ook wel eens een kijkje in mijn voormalige zoekgebied. Ik sta dan met lede ogen te kijken naar een bijna uitgestorven voormalig top weidevogelgebied en haal bijna sentimenteel in gedachten weer jeugdherinneringen op. Een enkele grutto en kievit blijven nog trouw aan hun geboortegrond en houden stand. Hoe lang nog. De eens zo prachtige bloemrijke weilanden zijn veranderd in biljart strakke monotone graslanden. Om in de woorden van Bredero te blijven. Het kan verkeren.
Maar goed. Genoeg over mijn jeugd herinneringen. Terug naar het heden en terug naar Oterleek waar de weidevogelstand nog top is en ik mijn hart kan ophalen zonder achter mij aanrennende boeren die mij op zondag hun land uit jagen. Zou ook niet weten hoe ik dat dan had moeten oplossen want echt hard rennen is er niet meer bij. De jaren gaan tellen. Trouwens sommige boeren in Oterleek gebruiken andere tactieken om hun weidevogel coördinator het leven zuur te maken en vinden dat nog reuze grappig ook. Ik kom hier een volgende keer nog op terug.
Groetjes, Willem
De kuil en de taling
Jeugdherinneringen
De kuil en de taling.
Op een avond eind april liepen we nog maar eens het veld in om nog wat gruttonesten bij Gerard te scoren. Uit een dwarssloot vloog plots een paartje zomertalingen. Altijd leuk om te zien omdat je ze maar sporadisch ziet en uiterst zeldzaam als broedvogel. We zeiden nog tegen elkaar dat het toch wel bijzonder zou zijn als ze bij ons in de polder zouden gaan broeden. Op een gegeven moment zei Nico: “Moet je zien. Wat een mooie kuil hier in dat lange gras.” De kuil werd geïnspecteerd en we kwamen tot de conclusie dat dit best wel eens het beginnend nest van dat paartje talingen kon zijn. Nu kom je wel vaker allerlei kuilen en proefnesten tegen maar bij deze hadden we toch een apart gevoel. Voor alle zekerheid maar haaks op de kuil een stok in de greppel gezet. Een aantal dagen later waren we weer ter plekke om nesten te controleren. Erg nieuwsgierig liep ik behoedzaam naar de kuil. Bingo. Er lagen 3 kleine krieleitjes in het nest. Geweldig. We hadden onze taling. Iets wat al niet 10 jaar meer was voorgekomen binnen onze stichting. Clementine en onze gast Krijn moesten het nest uiteraard ook even aanschouwen. We besloten om niet meer naar het nest terug te keren en er ook geen stokken bij te zetten. Zomertalingen zijn nl erg verstoring gevoelig en ik heb mij laten vertellen dat 1 x verstoring al voldoende is voor het eendje om het nest in de steek te laten. We waren er supertrots mee en het nest moest koste wat kost behouden blijven. Nico stelde nog een keer voor om de eieren weg te halen en ze in de broedmachine te leggen. Simon kon hem hiervan weerhouden met de mededeling dat dit een kansloze missie zou worden. Die talingen worden nooit tam. Trouwens als ie dat had gedaan dan had ik persoonlijk al zijn hazen uit de polder geschopt.
Dat de taling nog present was wisten we omdat we ze al van verre 2 keer in de sloot hadden zien zitten. Door Gerard werd besloten om 2 akkers van dit weiland niet te maaien en last minute-beheer toe te passen op het stuk waar de taling lag. Ruim een ha liet Gerard staan mede omdat er nog een aantal jonge grutto- en tureluurpullen liepen. Meer konden we niet doen voor dit mooie eendje.
Tijdens onze omzwervingen kwam de taling regelmatig ter sprake. Nico vond dat hij de meeste aanspraak had op de vondst ondanks het feit dat ik de eitjes in het nest had zien liggen. Hij had de kuil gevonden benadrukte hij meerdere keren. Hij vroeg ook opvallend vaak wat ik al had al bedacht om het nest te claimen en wat ik in het jaarverslag zou schrijven. Hij was er zeker van dat ik er iets over zo schrijven en het dan zo wist te verwoorden dat het niet meer zijn vondst was. Ik bevestigde dit door te zeggen dat hij inderdaad niets, noppes, nada had. Ja een kuiltje gevonden. Dat was het dan. We vinden allemaal wel eens lege kuiltjes en nestjes met niets. Dan heb je ook niets te claimen en kun je nergens rechten aan ontlenen. Als ik een dag met hem meega op jacht en ik jaag de hazen voor hem op, die hij dan vervolgens per ongeluk raak schiet, ga ik toch ook niet zeggen dat het mijn hazen zijn omdat ik ze heb opgejaagd. Als ik ze niet voor zijn geweer had gebracht schiet hij ook helemaal niets. Beetje zo’n kip en het ei verhaal waar je toch niet uitkomt. Aan de andere kant moet ik toegeven dat indien Nico die kuil niet had gevonden we ook geen zomertaling hadden gescoord. Voor de goede vrede laat ik het dus maar in het midden maar hij krijgt de taling niet zomaar van mij cadeau. Een ander mag zijn Salomonsoordeel geven maar laat dan wel het voordeel naar mij uitslaan want gevoelsmatig heb ik er het meeste recht op.
Rond 1 juni zou de taling moeten uitkomen. Gerard wilde graag maaien en al last minute-beheer toegepast maar eerst wilden we zekerheid of de taling uit was. Toen ik richting het nest liep zag ik in een sloot 1 weiland verderop een zomertaling zwemmen met 4 kuikens. Ik was blij dat ze uitgekomen waren maar wilde nu ook weten hoeveel eieren er uiteindelijk door het eendje waren gelegd. Zo nieuwsgierig ben ik dan ook wel weer. Viel nog bar tegen om het nest in het lange gras terug te vinden terwijl ik toch op de vierkante meter nauwkeurig wist waar het nest moest liggen. Letterlijk op handen en voeten door het hoge gras kruipend schrok ik me toch nog wezenloos toen ik onverwacht de taling aantikte die met veel misbaar van het nest ging. Even vervloekte ik mezelf dat ik mijn nieuwsgierigheid niet had kunnen bedwingen maar stelde mezelf ook weer gerust dat ik niet anders kon omdat er gemaaid moest worden en ik zekerheid wilde hebben. Stel dat ik er gewoon van uitgegaan was dat het nest uitgekomen was omdat ik een taling had zien zwemmen met pullen en Gerard zou gaan maaien. Dit zijn dan van die duivelse dilemma’s. Maar stel nou dat door mijn toedoen de taling er op het laatste moment de brui aan zou geven. Dat zou ik mezelf niet vergeven en hoe zou ik het Gerard en de rest moeten uitleggen. Ik voelde de hoon al op mij neerdalen. Ik wilde er niet aan denken. Ben spoorslags vertrokken.
Zag opgelucht de taling direct daarna alweer terugkomen en naar het nest gaan. Er werd dus nog even niet gemaaid en ik durfde bij wijze van spreken nog amper in die richting te kijken. Enkele dagen later zijn alle 10 eieren alsnog uitgekomen. We hadden dus niet 1 maar 2 zomertalingen in ons kleine poldertje en daar zijn we best trots op.
Het gras werd overigens daarna weer niet gemaaid omdat er nog 2 gruttoparen en 4 tureluurpaartjes met pullen liepen. Gerard besloot daarom vrijwillig het maaien maar weer uit te stellen tot 15 juni en mee te nemen met de andere laat maaien percelen.
Groetjes, Willem
Hoogwater: evacuatie gruttonest
Hoogwater
Evacuatie gruttonest
Een paar jaar geleden, aan het einde van de maand mei, gingen Clementine en ik nog wat nesten controleren.
Aan de Huijgendijk hadden we nog 2 late gruttolegsels met elk 3 eieren die enkele dagen later moesten uitkomen. Toen we het land inliepen zagen we de grutto van het nest vliegen. Bij het nest wachtte ons een verrassing. We geloofden onze ogen in 1e instantie niet en dachten een nieuw gruttonest te hebben vlak naast het bestaande nest. Nou niet dus. Dit nest was leeg.
Er lagen 3 grutto-eieren in een compleet nieuw nest op ongeveer 20-25 cm afstand van het oude nest. Ze waren verplaatst naar een hoger gedeelte . Weg van het wassende water!!!!
De eieren zijn op dat moment 20 dagen bebroed. Links is nog duidelijk het oorspronkelijke oude nest te zien wat drijfnat was en het dichtst bij de greppel lag die vol water stond. Het waterpeil in de greppel naderde het oude nest al aardig. Ik probeer me altijd een voorstelling te maken hoe die grutto’s dit geflikt hebben. Had het graag willen zien. Hou zouden ze dit doen?. Met hun snavel, met hun poten of met hun lichaam. Heeft iemand dit fenomeen ooit persoonlijk waargenomen of gehoord. Wij in ieder geval niet. Ik ben erg benieuwd.
Het is dat Clementine en ik met z’n tweeën waren want hoe ga je dit iemand vertellen. Voor de liefhebbers of ongelovigen.
Wat heel opmerkelijk was dat op het moment dat Clementine en ik bij dit nest staan een ambulance met gillende sirenes en hoge snelheid over de Huijgendijk onze richting op komt rijden. Ik dacht nog bij mezelf: “Die komt voor ons. Ze denken vast dat die 2 echt gek zijn geworden dit jaar. Vorig jaar waren al de eerste voortekenen met hun rariteiten maar nu slaan ze helemaal op tilt. Die 2 vormen een permanent gevaar voor de geloofwaardigheid van serieuze en zichzelf respecterende weidevogelbeschermers. We gaan ze nu toch echt opnemen. Liefst op een gesloten afdeling waar ze geen kwaad meer kunnen.”
Gelukkig reed de ambulance door.
En als een soort anticlimax kan ik u melden dat van dit gruttolegsel niets terecht is gekomen. Een week later lagen de eieren er nog. Koud, nat en verlaten. Dat kon dus niet. De eieren hadden al uit moeten zijn. Geen enkel ei bleek bevrucht. Jammer dat die inspanningen van de grutto’s tot niets hebben geleid.
Groetjes, Willem