‘We gaan voor rijk bodemleven, voor goede groei’
De maatschap Roos is in de eerste plaats een boerenbedrijf. De prestaties van de koeien staan voorop. “We gaan voor een rijk bodemleven, zodat alles goed groeit. De weidevogels profiteren daar ook van”, legt Johan uit. “Het natuurbeheer is een mooie bijkomstigheid. Dan bedoel ik niet eens zozeer financieel, maar vooral als aanvulling op het fraaie landschap in de Katwouderpolder.”
Binnen het bedrijf is er gaandeweg een verdeling in taken ontstaan. Kees-Jan is vooral verantwoordelijk voor de mechanisatie, Dirk-Jan voor de fokkerij en melkerij en Johan voor het voeren en de melkrobot. Ook vader Jan en oom Co werken nog veel mee. De laatste waarschuwt Johan: “Er zit een koe in de sloot”.
Roos is sinds 2006 officieel actief in het weidevogelbeheer. “De eerste jaren, vonden we wel vier- tot vijfhonderd nesten. Niemand kon dat geloven. Dat kwam ook door de bedrijfsvoering. We waren in sommige hoeken vaak vrij laat aan het maaien, voor een goed drogestofgehalte. Daarnaast zetten we altijd in op goed bemesten en bekalken, zodat het bodemleven gaat draaien. Onbewust hielpen we daar weidevogels ook mee.”
Op maar liefst tweederde van het bedrijfsoppervlakte wordt aan weidevogelbeheer gedaan. Johan: “We hebben er allemaal ook direct mee te maken. De een vanaf de trekker tijdens het maaien. De ander achter de computer voor het invullen van de formulieren. En sowieso in de planning van de hele bedrijfsvoering.”
De percelen van Roos dienen ook als foerageergebied voor ganzen. “Dat staat wel een beetje haaks op het natuurbeheer, omdat ons land na de winter ‘luiskaal’ is, terwijl de weidevogels graag wat beschutting zoeken. Zeker de grutto.” Daarnaast cirkelen er meerdere roofvogels boven de polder. “Dat frustreert soms wel. Steeds vaker zien we dat ons werk voor niks is geweest.”
De scholeksters komen de stal al inlopen om te eten. Johan: “Ze vinden hier dus ook bescherming. Dat is ook wel grappig om te zien.” Even daarvoor dribbelden ze voortdurend voor de trekker uit, toen de koe werd gered uit de sloot.
Johan maakt zich het minst druk om de vergoeding. “Liever de helft vangen, maar wel resultaat bereiken, dan het dubbele maar dat we slechts de helft van de pullen groot krijgen. Dat geeft geen voldoening,” zegt de veehouder.
De contacten met Water, Land & Dijken zijn goed. “Er is ruimte voor overleg, bijvoorbeeld om ergens toch iets eerder te mogen maaien. Maar ook andersom: om bepaalde percelen toch nog even met rust te laten. Dat is dan beter – ook qua arbeid – in plaats van tussen de nesten door te werken. Als het gebied compleet met rust wordt gelaten, dan heb ik het gevoel dat we toch betere resultaten halen.”