‘‘Sterk aan Water, Land & Dijken vind ik dat het een echte doe-organisatie is, dat past bij onze streek’’
Jan Jaap Jantjes, voorzitter van ANV Eilandpolder van1995 tot 2002 en bestuurslid bij Water, Land & Dijken sinds 2018:
‘Alles was nog nieuw, we gingen het experiment aan.’
“Ik heb nog wel eens heimwee naar die eerste jaren van de agrarische natuurvereniging (ANV). Het was een tijd van veel creativiteit en vrijheid. De provincie kwam in 1995 met een voorstel aan WLTO: er was geld voor agrarisch natuurbeheer: 1,5 miljoen gulden voor de Eilandspolder en ook voor Waterland. Alles was nog nieuw, we konden het experiment aan. Binnen een half jaar hebben we met zo’n 80 boeren de ANV opgezet, en allerlei agrarisch natuurbeheerpakketten bedacht. We betrokken er ook de vrijwilligersgroep voor weidevogelbeheer bij.
Koppeling koe-weidevogel
Onze ambitie was aan natuurbeheer te werken in combinatie met de bedrijfsontwikkeling. We wilden graag stimuleren dat koeien in het gebied bleven, want voor weidevogels heb je koeien in de wei nodig. Ik weet nog dat een van de vrijwilligers een voorstel deed waarmee het kwartje viel om te starten met ‘Melk voor natuur’. We maakten een koppeling tussen koop of huur van het melkquotum; er was 25 cent vergoeding per liter voor natuurbeheer. Dat werkte, maar na 3 of 4 jaar hield het project op.
Kennis uitwisselen
Resultaat en oplossingsgericht bezig zijn stond in de begintijd voorop. Voor het slootkantbeheer bepaalden we 10 indicatorsoorten. Het mooie was dat boeren hierdoor ook kennis ontwikkelden over soorten, of die er waren en wanneer wel en niet. Die kennisontwikkeling ontbreekt nu vaak; het gaat vaak meer over het sec uitvoeren van een regel; de controle op de pakketten wordt door anderen gedaan. Maar het werkt pas goed als de overheid doelen stelt en de boer de vrijheid en creativiteit geeft om die, als ondernemer, te halen.
Echte doe-organisatie
Sommige boeren waren in het begin sceptisch over de ANV maar na 1 à 2 jaar boekten we resultaten. Je hoorde onderling: ik heb zoveel grutto’s en kieviten op het land. Ik denk dat uiteindelijk ruim 80 procent van de boeren betrokken was. Na 8 jaar fuseerden we tot Water, Land & Dijken, sinds 5 jaar ben ik daar weer bestuurslid. Sterk aan Water, Land & Dijken vind ik dat het een echte doe-organisatie is, heel no nonsense. Dat past bij onze streek, met Amsterdam en Zaandam dichtbij. Handelsgeest tussen stad en platteland is hier niet vreemd.
Veel wisselingen
Als Water, Land & Dijken hebben we een duidelijke positie, de organisatie staat stevig, en we vormen een gelijkwaardige partner met bijvoorbeeld overheden en terrein beherende organisaties. Er zijn meningsverschillen, van mij mag de discussie ook pittig zijn, als het maar met respect gaat. De samenwerking met overheden gaat over het algemeen goed. Wel zijn daar steeds meer wisselingen. Gedeputeerden, medewerkers: ze draaiden vroeger veel langer mee, net als boeren soms al generaties lang op één plek zitten en het gebied tot in elk hoekje kennen. Bij de provincie of gemeenten komen er vaak nieuwe medewerkers, die bijvoorbeeld eerder bezig waren met volkshuisvesting. Dat is lastig, want de regelgeving rond agrarisch natuurbeheer is complex en er is nu vaker een kennis achterstand bij de overheid.
Ruimte voor oplossingen
Trots ben ik dat we nog steeds van aanpakken weten, zoals onze rol in de GLB-pilot laat zien, waarin we dingen uitdenken. Ook in de stikstofcrisis denk ik dat we voor een positieve rol kunnen spelen oplossingen kunnen zorgen als er meer ruimte komt voor eigen oplossingen vanuit de boeren. Op korte termijn zie ik dat niet gebeuren, wel op lange termijn. Want zonder motivatie komen we nergens en die kweek je juist als je verantwoordelijkheden geeft. Hierin kunnen we als Water, Land & Dijken een goede rol spelen.”