Tag Archief van: Kruidenrijke percelen

Monitoring kruidenrijke percelen en randen door vrijwilligers in 2023

Kruidenrijke percelen en randen  zijn belangrijk voor de biodiversiteit, de weidevogels en de insecten. Insecten die op bloeiende kruiden afkomen zijn een belangrijke voedselbron voor opgroeiende weidevogelkuikens. Maar ook bieden de kruidenrijke percelen dekking en een betere doorwaadbaarheid voor deze kuikens. Om kruidenrijke percelen en randen in stand te houden kunnen er ANLb beheerpakketten afgesloten worden bij leden van Water, Land & Dijken.

Jaarlijks wordt er op een selectie van deze percelen en randen een monitoring uitgevoerd door vrijwilligers. Water, Land & Dijken is erg blij met de inzet, kennis en enthousiasme van deze vrijwilligers. Door  jaarlijks te monitoren krijgen wij een goed beeld van de voorkomende indicatorsoorten binnen ons werkgebied en kunnen wij constateren wat wel en niet goed gaat.

In 2023 zijn er in totaal 14 botanische weideranden en 23 kruidenrijke percelen geïnventariseerd door deze groep vrijwilligers. Er zijn dit jaar verhoudingsgewijs meer kruidenrijke percelen gemonitord omdat in het gekozen gebied  minder botanische randen zijn.

Resultaten botanische weiderand

Het aantal geïnventariseerde indicatorsoorten in de 14  botanische weideranden lag dit jaar heel hoog. Het varieerde tussen de 9 en 18 soorten. Om aan de eisen voor agrarisch natuurbeheer te voldoen, moet een weiderand minimaal 4 verschillende indicatorsoorten bevatten.

De top 5 van meest gevonden soorten zijn:

  1. Witte klaver
  2. Paardenbloem
  3. Kruipende boterbloem
  4. Rode Klaver
  5. Petentilla spec. (o.a. zilverschoon)

Maar ook soorten als moerasrolklaver, vertakte leeuwentand, smalle weegbree en veenwortel zijn veel gezien.

Botanische/kruidenrijke percelen

Het aantal geïnventariseerde indicatorsoorten in de 23 gemonitorde  kruidenrijke percelen tussen de 4 en 16 soorten. Om aan de eisen voor agrarisch natuurbeheer te voldoen, moet een kruidenrijk perceel minimaal 4 verschillende indicatorsoorten bevatten. In principe voldoen dus alle percelenwaar de monitoring heeft plaatsgevonden aan de ANLb voorwaarden.

Bij enkele botanische percelen zijn wel opmerkingen gemaakt door vrijwilligers dat er net gemaaid is of dat er vee liep. Dan is het lastiger om soorten te herkennen.

De top 5 van meest gevonden soorten zijn:

  1. Scherpe boterbloem
  2. Veldzuring (zuringsoorten) m.u.v. van ridderzuring.
  3. Klaversoorten
  4. Paardenbloem
  5. Kruipende boterbloem

Maar ook hoornbloem, reukgras, leeuwentandsoorten en madeliefje zijn veel waargenomen.

Hier kunt u het gehele verslag downloaden: Inventarisatie plantensoorten in de botanische weiderand en kruidenrijke- en botanische percelen 2023 ANLb door Grada Kwantes

 

Monitoring kruidenrijke percelen

De afgelopen jaren heeft Water, Land & Dijken via diverse projecten, kruidenrijke percelen in laten zaaien (en doorzaaien) bij onze leden. We waren benieuwd hoe deze kruidenrijke graslanden zich hebben ontwikkeld en welke kruiden we van het ingezaaide mengsel terug kunnen vinden. Daarom zijn we  dit voorjaar een kijkje gaan nemen. In de maand juni zijn medewerkers van Water, Land & Dijken in samenwerking met enkele vrijwilligers, met botanische kennis, langs deze percelen gegaan voor de monitoring.

Resultaat
De percelen lagen in alle delen van ons werkgebied; van Egmond-binnen tot Marken en van Oterleek tot Wijdewormer. Ook de ontwikkeling van de percelen verschilden behoorlijk van elkaar. Factoren die daar een rol in spelen zijn; hoeveel jaar geleden is het perceel ingezaaid, moment van inzaaien (herfst of voorjaar), weersomstandigheden tijdens inzaai, bemesting, grondsoort etcetera. We hebben percelen gezien met een mooie open grasmat en veel kruiden (al dan niet uit het mengsel) maar ook percelen met veel witbol (grassoort) of ridderzuring.

Vervolg
De informatie hebben we inmiddels verwerkt in ons systeem. Het zou goed zijn om deze percelen ook de komende jaren te blijven volgen, daar kunnen we veel van leren. Verder hebben we gezien dat enkele soorten uit het ingezaaide mengsel op geen van de percelen terug te vinden is. In overleg met de zaadleverancier gaan we het mengsel daarop aanpassen voor de percelen die in de toekomst ingezaaid/doorgezaaid worden. En tenslotte zijn we ook aan het nadenken hoe we de percelen die nog niet de gewenste ontwikkeling hebben (witbol dominantie of aanwezigheid minder gewenste kruiden zoals ridderzuring) kunnen helpen kruidenrijker te worden.

Hierbij bedanken we de vrijwilligers die meegeholpen hebben aan deze monitoring. Hun kennis over de kruiden was een belangrijke aanvulling voor ons.