Nog even

Het nieuwe jaar is alweer twee weken oud en afgelopen maandag was het ‘Blue Monday’. Volgens de media de meest deprimerende dag van het jaar. Een grijze dag waarbij velen zichzelf tegenkomen, dat hun goede voornemens zijn opgegaan in de mist van de dagelijkse beslommeringen en niet veranderende omgeving.

Gelukkig heb ik daar zelf geen last van en kijk graag vooruit naar alles wat komen gaat. Ik heb immers een mooi vooruitzicht. Want nog even, misschien al over een aantal weken, dan komen ze weer. Ik heb het over de grutto’s! Als de voorjaarszon doorbreekt vallen ze opeens binnen en verzamelen ze zich op plasdras-percelen van onze leden om bij te komen van hun lange reis uit het zuiden. Dan barst het weidevogelseizoen weer los. Wat een heerlijk vooruitzicht! Dus voor mij geen Blue Monday.

Hoewel ik moet bekennen dat ik na twee weken kerstvakantie wel iets van een Blue Monday gevoel zou kunnen krijgen. Het nieuwe jaar brengt niets nieuws. Of het moet het nieuwe kabinet zijn, waarbij we nu niet alleen een minister van landbouw hebben maar ook een minister voor natuur en stikstof. Ik weet nog niet of ik daar nou vrolijker van moet worden. Verder is er weinig veranderd, corona in een jasje van omikron houdt ons nog altijd in de greep. En in ons werkveld wordt nog steeds gesproken over gebiedsprocessen, landbouwtransitie, stoppen of doorgaan van het agrarisch natuurbeheer binnen de NNN en een veenweidestrategie. In die zin is er in een jaar weinig veranderd. Er hangen nog steeds veel beleidsopgaven boven het hoofd van de boeren. Met alle onzekerheid die daarbij hoort.

Natuurlijk gaat Water, Land & Dijken weer aan de slag om meer duidelijkheid voor onze leden te krijgen. Om beleidsmakers en bestuurders te laten inzien dat ze niet met regels moeten werken maar met uitdagingen door in samenspraak bedachte doelen te stellen en boeren zelf met oplossingen te laten komen. Dat agrarische collectieven de organisaties zijn om boeren daarbij te faciliteren met kennis, advies en coaching. Met innovatie en praktische voorbeeldprojecten.

Na twee weken vakantie ben ik weer opgeladen om hier vol mee aan de slag te gaan. En dat laat ik niet verstoren door een Blue Monday of lange bureaucratische beleidsprocessen.

Want nog even…

En dan kan iedereen weer zien waarom de boeren zo belangrijk zijn. Dan kan iedereen weer het geluid horen van de binnenvallende grutto’s. Het mooiste geluid van het voorjaar!

Nog even… ik kan niet wachten!

Walter Menkveld,  directeur Water, Land & Dijken

Nieuwe ronden, nieuwe kansen voor het agrarisch natuurbeheer

We leven in een maatschappelijke en politieke onzekere tijd. Vooral voor de agrarische sector is het perspectief onzeker en daarbij vinden vele mensen er wat van.

Voor het agrarisch natuurbeheer is dat anders. In 2016 hebben veel van onze leden een contract afgesloten voor 6 jaar met onze vereniging voor agrarisch natuurbeheer (ANLb). Weidevogelbeheer is van toegevoegde waarde in ons gebied en voor onze leden. Wij hebben laten zien dat we heel goed in staat zijn om onze weidevogels te beschermen.

De politiek ziet dit ook en ziet dat de agrarische collectieven er goed in zijn om dit efficiënt en effectief te organiseren en te monitoren. Het is daarom logisch dat politiek en maatschappij vinden dat we hiermee door moeten gaan. Dat is goed nieuws.

Nu heeft het agrarisch natuurbeheer zijn oorsprong in het GLB (Gemeenschappelijk Landbouw Beleid). Waarschijnlijk heeft u al wel gelezen dat dit GLB in 2023, en daarmee ook het ANLb, een nieuwe periode van 6 jaar ingaat. Ondanks dat het ANLb een jaar is uitgesteld, zien we nu al dat het een hele uitdaging wordt om voor 1 januari 2023 een nieuw contract met onze leden afgesloten te hebben. Dan hebben we het nog niet eens over de ecoregelingen die dan ook ingaan. Alle plannen moeten nog naar Brussel, de gelden moeten nog verdeeld worden en de provincies moeten er nog cofinanciering bijleggen om het geheel sluitend te maken. Een race tegen de klok, maar we gaan ervoor.

Als vereniging hebben we in aanloop naar de nieuwe ANLb periode vorig jaar een enquête naar onze leden gestuurd met vragen wat ze van het ANLb vinden. Meer dan 93% van de leden is positief en wil ermee door. Aan de hand van o.a. hun opmerkingen en suggesties hebben we afgelopen jaar met een werkgroep gekeken waar en hoe we het nog kunnen verbeteren.

In het land zien we hele goede resultaten van verschillende soorten van weidevogelbeheer naast elkaar. Mozaïek beheer zorgt ervoor dat de weidevogels niet alleen uit hun ei komen, maar dat ze ook veilig groot worden en vliegvlug worden.

Aan het ANLb doe je vrijwillig mee, maar het contract is niet vrijblijvend. Om extra inspanningen te belonen hebben we een opzet gekozen waarin meer mozaïek ook meer beloond wordt. Zo wordt de leefomgeving voor de weidevogels er niet alleen beter van, maar worden ANLb deelnemers ook extra beloond.

Verder gaan we onderscheid maken in polders. In weidvogelrijke polders worden de mogelijkheden voor mozaïekbeheer anders dan in weidevogelarmere polders. Zo zorgen we er ook voor dat de  middelen daar ingezet worden waar die effectief zijn.

Naast het weidevogelbeheer zal in het nieuwe stelsel ook ingezet worden op het verbeteren van de biodiversiteit op het boerenerf, het verbeteren van de waterkwaliteit in en biodiversiteit rondom boerensloten en zal het leefgebied voor akkervogels in de droogmakerijen uitgebreid en verbeterd worden.

Allemaal veranderingen in een toch al onzekere tijd. Daarom gaan we begin 2022 al met onze leden in gesprek over wat men wil en wat er mogelijk is. Ondanks dat nog niet alle informatie over het ANLb na 2022 beschikbaar is willen we daarin samen met onze leden optrekken om zo toch alles op tijd klaar te hebben. Met het nieuwe ANLb zien we de toekomst met vertrouwen tegemoet waarmee we boeren perspectief kunnen geven. Zodat we met trots kunnen laten zien in wat voor mooi gebied we wonen en werken.

Frank de Wit

Trots!

Vorige week vierden we met vrijwilligers en boeren de slotavond, de afsluiting van het seizoen. Ik zeg vierden want het was weer echt een feestje. Ruim 120 vrijwilligers en boeren waren bij elkaar om de resultaten van het weidevogelseizoen met elkaar te bespreken. De passie en enthousiasme was in de zaal voelbaar. Gebogen over kaarten met stippen, die de broedparen van de vogels aangaven, werden ervaringen uitgewisseld, anekdotes verteld, analyses gemaakt en plannen voor het volgend jaar gesmeed.

De grote inzet van de boeren, geholpen door het natte voorjaar dit jaar, maakte het een succesvol jaar voor de weidevogels. Maar ook de inzet van onze ruim 400 vrijwilligers speelt daarin een belangrijke rol. Niet alleen bij het zoeken en beschermen van de legsels, maar ook bij het plaatsen van vossenrasters en visdiefeilandjes. Overigens spelen vrijwilligers bij Water, Land & Dijken niet alleen een rol  bij het weidevogelbeheer. Ook bij het monitoren van akkervogels, slootkanten en natuurvriendelijke oevers en bij hand-en-spandiensten op kantoor.

Samenwerking tussen boer en vrijwilligers is belangrijk. Dat vraagt om erkenning van elkaars rol, naar elkaar luisteren en begrip hebben voor elkaar. Bij de meeste boeren is het regelmatig koffiedrinken aan de keukentafel daarvoor een goed ritueel. Er wordt over het bedrijf gesproken, over het wel en wee van het boerengezin en die van de vrijwilligers. Maar bovenal over vogels. Waar zitten ze, waar gaat de boer maaien, bemesten, weiden en hoe kan de vrijwilliger de boer het beste helpen.

Hierdoor ontstaat er een grote betrokkenheid van de vrijwilliger. Niet alleen bij de weidevogels maar ook bij het boerenbedrijf waar hij of zij helpt. Ook dat was op de slotavond hoorbaar. Regelmatig hoorde ik vrijwilligers zeggen: “bij mijn boer” of “op mijn bedrijf’.

We hebben 500 agrarische leden en ruim 400 vrijwilligers. Hun samenwerking is een belangrijke schakel in het succes van het agrarische natuurbeheer en het weidevogelbeheer in het bijzonder. Die samenwerking bestaat op sommige plekken in ons werkgebied langer dan onze vereniging oud is. Dus meer dan 25 jaar. Daarom terecht dat onze voorzitter de slotavond opende met dat hij trots is op onze boeren én vrijwilligers.

Die uitspraak bleef de hele avond in de zaal hangen. De tijd vloog om. En velen verlangden alweer naar het komende seizoen. Zelf ging ik ook naar huis met een gevoel van trots. Trots dat ik bij deze vereniging mag werken. Trots dat we een collectief zijn, van boeren, vrijwilligers en werkorganisatie die zich sterk maakt voor plattelandsnatuur. Laten we dit in deze roerige tijden vol complexe beleidsopgaven vasthouden! Trots!

Walter Menkveld, directeur Water, Land & Dijken

Gebiedsprocessen

Het platteland waar wij wonen en werken is constant in beweging. Vroeger waren er ruilverkavelingen en verstedelijking. Nu is er natuur, klimaat en recreatie. Tegenwoordig krijgen deze maatschappelijke opgaven vorm in zoals ze noemen ‘Integrale gebiedsprocessen’.

Als agrarische natuurvereniging, die voornamelijk vrijwillig agrarisch natuurbeheer organiseert, sluiten we vaak aan bij deze gebiedsprocessen, zoals realisatie van de NNN, bodemdaling, stikstof etc. Beleidsmakers zien gebiedsprocessen als een middel om opgaven gerealiseerd te krijgen in een gebied. Door alle betrokken partijen bij elkaar te zetten wordt er een bepaalde gemeenschappelijke verantwoordelijkheid gecreëerd voor deze opgave.

Maar ja, als boer in een veenweidepolder, voel ik me dan verantwoordelijk voor de maatschappelijke CO2 reductie van 1 megaton voor 2030? Of begrijp ik dat mijn koeien in een Natura 2000 gebied weg moeten, omdat zij de natuur vernielen? Wel logisch dat deze processen nogal eens op weerstand stuiten.

Als vereniging zien wij dit anders. Een maatschappelijke opgave in een gebied gaat alleen echt werken als deze aansluit bij de trots, het perspectief en het rendement van de boeren en burgers, die er wonen en werken. Neem bijvoorbeeld de opgave het realiseren van de NNN voor het jaar 2027. Als een gebied, wat onze trots is en ook de trots van de burgers die er wonen, wordt aangetast (het gaat heel slecht met het gebied, er moet snel wat gebeuren), het perspectief onduidelijk is of er helemaal niet is (als je niet meewerkt wordt je misschien onteigend) en het rendement is niet bekend (daar wordt aan gewerkt), dan kan iedereen begrijpen dat er weerstand ontstaat.

Maar stel nu dat er wordt aangegeven dat we het landschap nog mooier willen maken, er wordt ruimte gegeven aan de boeren om hun eigen inbreng te geven. Het perspectief wordt gegeven dat wij ons bedrijf kunnen blijven ontwikkelen en zo een goede, zo niet betere, boterham op het land kunnen verdienen. Dan zie je dat we heel andere gesprekken voeren in zo’n gebiedsproces. Er komen goede ideeën van onderop en er ontstaat energie om aan de slag te gaan. Voor veel beleidsmakers is deze werkwijze nog wennen, maar wij als vereniging zijn ervan overtuigd dat dit de sleutel is voor een succesvol integraal gebiedsproces.

Wat mij betreft zijn trots, perspectief en rendement de sleutelwoorden naar oplossingen in alle ingewikkelde opgaves in ons mooie buitengebied. Wij zetten ons hiervoor in en maken ons er hard voor!

Frank de Wit, voorzitter Water, Land & Dijken

Wij doen in oplossingen

Enige weken geleden waren we op vakantie in Brabant. Zo fietsend door de bossen zie je dat dit een hele andere natuur is dan bij ons en dat het beheer van bossen dan ook heel anders is dan weidevogelbeheer. Bossen hebben bijvoorbeeld geen vleugels, geen predatoren met pootjes en ze verblijven niet een groot deel van het jaar in verre zuidelijke landen.

Weidevogelbeheer vergt inspelen en bijsturen op de omstandigheden en samenwerken met alle partijen in het gebied.  Dit klinkt logisch, maar juist dat gelijkwaardig samenwerken is niet vanzelfsprekend in deze tijd.

Er worden al meer opgaven over het platteland uitgestrooid en iedereen vindt er wat van. Als je daar nog de ambitieuze klimaatdoelen overheen legt, dan praat iedereen alleen nog maar over problemen en schuld van de ander.

Als vereniging zijn wij daar niet van. Ons motto is: laat anderen maar praten over problemen wij DOEN in oplossingen.

Door consequent zo te denken ben ik ervan overtuigd dat problemen en opgaven zo een oplossing krijgen die echt gaat werken en haken er makkelijker partijen aan die ook op zoek zijn naar een oplossing. Als we dan vanuit die houding samenwerken, dan is goed weidevogelbeheer niet ingewikkeld maar uitdagend en leuk.

En dan kunnen mensen, net als wij tijdens onze vakantie deden van de Brabantse bossen, genieten van dit mooie landschap dat onderhouden wordt door boeren, met een goede waardering voor hun inzet.

Een fijne vakantie,

Frank de Wit, voorzitter Water, Land & Dijken

Column Walter Menkveld

Wie de jeugd heeft…

Iedereen kent de uitspraak wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Oftewel als je de jonge generatie betrekt en interesseert voor waar je mee bezig bent, dan weet je dat ze in de toekomst daarmee verder gaan. Een goed voorbeeld daarvan is de actie OERRR van Natuurmonumenten. Die een communicatieprogramma heeft ontwikkeld gericht op het betrekken van de jeugd bij de natuur. In de hoop dat zij ook in de toekomst op een of andere manier betrokken blijven bij natuurbehoud. En als bijvangst worden de ouders van de kinderen verleid om lid van Natuurmonumenten te worden. Deze actie kun je gerust geslaagd noemen. Er doen volgens de website van Natuurmonumenten al 202.000 kinderen mee.

Ook voor ons is het van belang dat de jeugd betrokken blijft bij de landbouw. Dat kinderen weten dat de boeren ons voedsel produceren en ook dat de boeren een belangrijke rol spelen in het beheer van natuur en landschap. Het is niet vanzelfsprekend meer dat kinderen in hun familie iemand hebben die boer is. Dus moeten we kinderen naar de boerderij halen om daar informatie te krijgen en het boerenleven te beleven.

Al jaren organiseert Water, Land & Dijken met een aantal agrarische bedrijven in ons gebied, maar ook ten zuiden van Amsterdam, Boerderijeducatie. Waarbij jaarlijks zo’n 4.000 kinderen met hun schoolklas op bezoek komen. Zij komen niet alleen om een uurtje de kalfjes of de lammeren te aaien, maar zijn een dag of dagdeel ook een beetje boer of boerin. Spelenderwijs leren ze zo van alles over het boerenbedrijf. Een onvergetelijke ervaring, die hen hun hele leven bij blijft.

Dit vraagt een grote inzet van de gecertificeerde educatieboerderijen, die daarvoor ook een passende vergoeding moeten krijgen. Binnen het onderwijs is hier echter veelal geen geld meer voor. Dus is andere financiering nodig. De afgelopen jaren werden WLD en de educatieboerderijen gefinancierd door de gemeente Amsterdam, de provincie via Laag Holland, Zuidermarkt Amsterdam en ZuivelNL. Maar of al deze partijen ook in de toekomst dit belangrijke project willen blijven financieren is nog de vraag.

In de zojuist vastgestelde Voedselvisie van de provincie wordt nauwelijks over boerderijeducatie gesproken. Terwijl bewustwording van waar ons voedsel vandaan komt toch een basiselement van een voedselvisie zou moeten zijn. We willen immers toch allemaal dat kinderen leren bewust te eten. Dan moet je ook alle kinderen naar de basis laten gaan waar dat voedsel wordt geproduceerd: de boerderij.

Hoe jammer zou het zijn als niet meer jaarlijks 4.000, of liever nog meer, kinderen naar een boerderij kunnen. En zo nooit zich een dagje boer of boerin kunnen voelen. Dat ze een mooie, leerzame herinnering voor de toekomst hebben. Want tussen al die kinderen zit waarschijnlijk wel een toekomstig gemeenteraadslid, natuurbeschermer, Statenlid, waterschapsbestuurder of Tweede Kamerlid, die moet besluiten over de toekomst van de landbouw. Dan kan dat dagje boerderijeducatie het verschil maken.

Voor het komende jaar is de financiering voor een deel geregeld. Dat betekent dat komend jaar nog niet alle 4.000 kinderen een dag boer of boerin kunnen zijn. Wij, landbouworganisaties, en ook ketenpartijen en overheden, moeten met elkaar ervoor zorgen dat in de toekomst dit wel kan. Daarvoor is nodig dat we leren van OERRR van Natuurmonumenten. Het wordt tijd dat we met elkaar het programma BOERRR ontwikkelen en uitvoeren.

Walter Menkveld, Directeur Water, Land & Dijken

Wat je geeft krijg je terug

Mijn moeder zei vroeger altijd: “Wat je geeft krijg je terug.”
Ikzelf dacht toen veel meer aan: “Je moet kunnen krijgen waar je recht op hebt.”

Deze twee verschillende inzichten kom ik op twee manieren tegen in onze vereniging. Ten eerste in de natuur via het weidevogelbeheer. Heel veel leden zijn samen met de veldcoördinatoren in het land bezig om de weidevogel te beschermen. Je moet alert zijn, goed overleggen en snel bij kunnen sturen. Maar dan zie je vaak ook duidelijk resultaat. Als je de natuur wat geeft, krijg je er wat voor terug.

Als vereniging zien we dat er al meer opgaven op het platteland ‘uitgestrooid’ worden. Veel instanties vinden dat ze er op een of andere manier ‘recht’ op hebben. Ik noem maar stikstof, CO2, natuurrealisatie, bodemdaling, energietransitie, biodiversiteit. En dan nog niet te spreken over waterkwaliteit, waterkwantiteit, woningbouw, mobiliteit en recreatie en educatie. Oh ja, en dan is het grootste gedeelte van het platteland nog landbouw voor de voedselproductie.

Bij veel overleggen met vooral de overheden, neigen instanties vaak naar de houding: het is ingewikkeld, we bepalen regels en maatregelen en gaan die controleren en beboeten. Als je dát geeft, krijg je weerstand, ongehoorzaamheid en gerechtelijke procedures terug.

Water, Land & Dijken is meer van het stellen van doelen. De betrokken organisaties bij elkaar zetten. Vervolgens oplossingen uitwerken en stimulerende afspraken maken, met een knappe vergoeding voor diegenen die het gaan doen. Bij agrarisch natuurbeheer bijvoorbeeld werkt dat goed. Veel van onze leden doen heel veel aan weidevogelbescherming, proberen dingen uit en doen hun best. Hier krijg je dan respect en waardering voor terug.

Wij blijven het stellen van doelen dan ook consequent ook op de andere opgaven doen. We zien steeds vaker dat andere partijen de effectiviteit van doelen stellen inzien en geven ons ruimte. Makkelijk is dat niet, vaak duurt het lang voordat andere partijen met ons mee gaan in onze manier van werken en soms moet je er dan ook gewoon (tijdelijk) mee stoppen. En óók wij leren nog hoe we het beter kunnen doen en hoe we onze activiteiten moeten toetsen bij onze leden. Maar in onze ogen is onze werkwijze dé manier om van al die opgaven die op ons afkomen, oplossingen te maken waar uiteindelijk iedereen en de natuur wat mee opschiet.

Veel succes met de laatste fase van het weidevogelseizoen en geniet van alles wat de natuur ons geeft.

Frank de Wit, voorzitter Water, Land & Dijken

Column Walter Menkveld

De kloof tussen politiek en praktijk

Het plan voor deze column was een tekst over de toegenomen recreatie in coronatijd. En dat daar niet alleen sprake van is in de stadsparken, zoals het Vondelpark, maar ook op het platteland. En dat de boeren daar steeds meer van merken. Waarbij wij zien dat er steeds meer behoefte is aan bordjes met de tekst: ’Broedgebied weidevogels, niet betreden’. Echter er gebeurde afgelopen donderdagavond iets op Twitter, naar aanleiding van zo’n bordje, waardoor deze column een andere insteek krijgt.

Op die avond viel mijn oog op een twitterbericht van Tweede Kamerlid Laura Bromet, die een foto plaatste van zo’n bordje met daarbij het tekstbericht: ‘Op dit weiland rest slechts een foto van een weidevogel. De kievit zelf is in geen velden of wegen te bekennen’. De boer, een van onze leden, van wie het betreffende perceel is, reageerde furieus. En terecht. Want wat bleek: op het bewuste perceel broedde op dat moment 9 paar weidevogels. En zo ontstond er een discussie op Twitter. Maar hoe kun je in slechts 280 leestekens de feiten helder weergeven en beargumenteren hoe het echt zit? Dat gaat niet. Waardoor er onbegrip en irritatie blijft.

In samenspraak met de betreffende boer hebben we het Kamerlid uitgenodigd om de situatie in het veld te bekijken. Haar te vertellen en te laten zien hoe de boer met hart en ziel zijn best doet voor de weidevogels. Zoals vele leden van ons. En hoe wij als WLD altijd op zoek zijn naar nog betere methoden om weidevogels te behouden in ons werkgebied. Hoe we niet alleen beheren maar ook leden helpen met aanleg van plas-dras percelen, plaatsen van vossenrasters en het inzaaien van kruidenrijke graslanden.

Afgelopen dinsdag was die ontmoeting. In de stal bij de boer, want het stormde en regende pijpenstelen. We hebben uitgelegd wat we doen. De boer vertelde hoe betrokken hij is met het weidevogelbeheer. En ook waar we tegenaan lopen. Predatie door vossen. Uitkopen van boeren. En wie moeten straks de weidevogels beheren?

Het was een gesprek met feiten en emoties. Waarbij uiteindelijk gezamenlijk de conclusie werd getrokken dat boeren noodzakelijk zijn voor een goed weidevogelbeheer, met een echt verdienmodel en aanpak van predatie.

Voor mij was weer eens duidelijk hoe belangrijk het is om in de praktijk te laten zien wat WLD en haar leden allemaal doen voor de weidevogels. Dat de politiek, die beslist over beleid en geld, vaak niet weet wat er gebeurt in de praktijk. Dat er daardoor een kloof bestaat tussen politiek en praktijk. Die we niet oplossen met twitterberichten, maar door bij elkaar op bezoek te gaan, vragen te stellen en te luisteren.

Ik roep alle politici en andere beleidsmakers op om dit voorjaar een boer te bezoeken die aan weidevogelbeheer doet. En de boeren om hen te ontvangen en met hart en ziel te laten zien en horen hoe zij zich inzetten voor weidevogels.

Walter Menkveld, directeur Water, Land & Dijken

Column Frank de Wit

Blijven doen waar je goed in bent

Terwijl met de paasdagen, ondanks het gure weer, de eerste weidevogelnesten gevuld worden met eitjes, kijken we bij Water, Land & Dijken ook vooruit.

In het jaar 2023 komt er een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Als vereniging draaien we mee in pilots om de ecoregeling, die eraan komt, werkbaar en effectief te krijgen. Ook het Agrarisch Natuur en -Landschap beheer (ANLb) gaat vanaf 2023 een nieuwe periode van zes jaar in.

We zijn heel blij met de Kamerbrief van Carola Schouten over de tussenevaluatie van het ANLb. Hierin staat dat wij afgelopen zes jaar een ANLb hebben neergezet dat goed heeft gewerkt en dat het een systeem is dat echt bijgedragen heeft aan het verbeteren van de leefomgeving van de weidevogels. Een mooie opsteker voor de collectieven om mee door te gaan na 2023. Want, het agrarisch natuurbeheer is de kern waar onze vereniging voor is opgericht en waar we tal van andere projecten omheen gebouwd hebben.

Na 25 jaar weten we dat we heel veel goede dingen doen, maar dat we ook de verantwoording hebben om er goed in te blijven. Daarom zijn we op dit moment bezig om het huidige ANLb stelsel en de beheerpakketten te evalueren en te kijken waar het beter kan. Zo heeft u, als u agrarisch natuurbeheer bij ons heeft afgesloten, afgelopen maand een enquête gehad met vragen over het ANLb.

Uit de enquête kwamen voor mij een paar belangrijke punten naar voren:
Ten eerste geeft 90% van de deelnemers aan dat het stelsel goed bevalt en zelfs 95% geeft aan er na 2023 mee door te willen gaan. Dit doet ons goed.
Verder geeft bijna 2/3 van u aan pakketten af te sluiten binnen dit stelsel omdat het goed is voor de biodiversiteit en gewoon hoort bij het bedrijf. Dit betekent dat de keuze voor agrarisch natuurbeheer een hele bewuste is en we daar heel zorgvuldig mee om moeten gaan en dat best wel wat duidelijker naar de buitenwereld kenbaar mogen maken.

Moeten we dan wel iets veranderen aan het stelsel ANLb na 2023?
Ja, om u in de toekomst ten dienste te zijn en te blijven motiveren kijken we wat er beter kan. Belangrijk hierin vinden we dat er goede stimulansen zijn en effectieve variatie en mozaïek geboden wordt. Verder wordt door u een goede begeleiding gewaardeerd en bent u tevreden dat extra inspanning ook extra beloond wordt. Zo gaan uw ondernemerschap en vrijwillig weidevogelbeheer hand in hand en kunnen we aan de maatschappij laten zien waar we goed in zijn en blijven. Want dat is waar we het voor doen.
En voor komende maand, een vruchtbaar voorjaar toegewenst, zowel voor de grasgroei voor onze koeien als voor onze weidevogels en mooie bloeiende akkerranden.

Frank de Wit, voorzitter

Column Walter Menkveld

Doelen geven beweging

Afgelopen week stonden we stil bij 25 jaar verenigd agrarisch natuurbeheer. In 1996 werden de eerste agrarische natuurverenigingen in de Eilandspolder en Waterland opgericht. Ze sloten met hun leden overeenkomsten af voor weidevogel- en slootkantbeheer. Zie nu waar dat toe heeft geleid: een professionele organisatie die zich bezighoudt met het beheer van de plattelandsnatuur, uitgevoerd door 500 leden en bijgestaan door nog eens 450 vrijwilligers. Daar mogen we trots op zijn!

25 Jaar geleden was ik vanuit de provincie nauw betrokken bij het oprichten van de eerste verenigingen. Ik nam deel aan de werkgroepen die de verenigingen oprichtten. Enthousiaste en gemotiveerde boeren die hun verantwoordelijkheid namen om de uitdaging van de provincie: ‘doe iets voor 1,5 miljoen gulden met behoud van boeren en veenweidenatuur’, aan te gaan.

Wat een schril contrast met dit moment, als ik kijk naar de ontwikkelingen rond het ANLb binnen de NNN en de stikstofproblematiek. Ik zie bij de boeren grote zorg en emotie over de toekomst en een zeer geringe motivatie om hier wat mee te doen. Waar is het enthousiasme en de motivatie van 25 jaar geleden gebleven? Wat is er zo anders dan toen?

Deze vragen hebben me de afgelopen tijd behoorlijk bezig gehouden. En ik kom op een belangrijk verschil. 25 Jaar gelden werden de boeren door de provincie uitgedaagd. Er werd een beroep gedaan op hun ondernemerschap om zelf oplossingen en maatregelen te bedenken voor problematiek van landbouw en natuur in de veenweidegebieden. Uitdagen en een beroep doen op iemands kennis, geven energie. Het geeft het gevoel dat je gezien wordt als een echte belangrijke speler bij het oplossen van een probleem.

Hoe anders is dat nu. De overheden stellen steeds meer regels en de boer moet eraan voldoen. Daarbij wordt de kracht van die landbouw (professionele kennis, ondernemerschap en oplossingsgericht werken) niet meer gezien. En dat werkt voor de boeren verlammend en leidt tot een defensieve houding.

We moeten ons weer laten zien in onze kracht: ondernemend en enthousiast om doelen te realiseren op een manier die ons past. Precies zoals 25 jaar geleden. Dit vraagt dat we de provincie en andere overheden uitdagen geen regels te stellen maar doelen en resultaten. Dat zij ons faciliteren in ons proces van oplossingen bedenken en uitvoeren. Dat de landbouw weer in beweging komt als zij een andere houding aannemen en de landbouw weer echt ziet zoals ze is: ondernemende beheerders van het platteland.

Voor mij, en ook voor het bestuur en team, de komende tijd de uitdaging de provincie en andere overheden hiertoe te bewegen.

Walter Menkveld, directeur Water, Land & Dijken