WLD telefonisch en per e-mail bereikbaar

Om risico’s zo goed mogelijk te vermijden volgt Water, Land & Dijken het advies op van de overheid, RIVM en ArboNed en is het kantoor minimaal bezet vanaf 2 juni. Het kantoor is alleen op afspraak te bezoeken om bijvoorbeeld iets af te leveren of op te halen. De medewerkers werken nog zoveel mogelijk vanuit huis. De medewerkers zijn via onderstaande contactgegevens bereikbaar.

Contactgegevens kantoormedewerkers:

Walter Menkveld, Directeur
06-25341881, w.menkveld@waterlandendijken.nl

Jan Kees den Rooijen, Financieel manager
jc.rooijen@waterlandendijken.nl

Winnie van der Kroon, Secretariaat medewerker
0299-437463, info@waterlandendijken.nl

Susette Luger, Project ondersteuning
s.luger@waterlandendijken.nl

Martine Bijman, Projectleider
06-25374307, m.bijman@waterlandendijken.nl

Annemarie Koelemeijer, Projectleider
06-25593447, a.koelemeijer@waterlandendijken.nl

Els Wennekers, Project uitvoering
e.wennekers@waterlandendijken.nl

Els van Leeuwen, Financieel medewerker
e.leeuwen@waterlandendijken.nl

Contactgegevens veldcoördinatoren:

Marieke Stam
Mobiel tel nr.: 06 – 154 29 987, m.stam@waterlandendijken.nl
Werkgebied: Schermer, Eilandspolder, Mijzen, Starnmeer, Oterleek, Kalverpolder en Wormer- en Jisperveld, Beemster

Monique Hoffenaar
Mobiel tel nr.: 06-152 50 924, m.hoffenaar@waterlandendijken.nl
Werkgebied: Oostzanerveld, Ilperveld, Katwoude, Varkensland, Wijdewormer

Tanja Verbij
Mobiel tel nr.: 06 – 255 17 727, t.verbij@waterlandendijken.nl
Werkgebied: Waterland-Oost, Monnickendam, Marken, Zuiderwoude, Uitdam

Tessa Hoogeveen
Mobiel tel nr. : 06 – 213 21 439, t.hoogeveen@waterlandendijken.nl
Werkgebied: Krommenie, Assendelft, Heiloo, Limmen, Castricum, Uitgeest, De Woude, Westzaan, Bergen, Egmond, Schoorl

Willem Overweg
Mobiel tel nr.: 06 – 116 90 890, w.overweg@waterlandendijken.nl
Werkgebied: Zeevang, de Beetskoog

Een nieuwe broedvogel in de Zeevang

Een nieuwe broedvogel in de Zeevang

Met de komst van de oeverzwaluw is een nieuwe broedvogel in de Zeevang genoteerd. Een jaar geleden rond deze tijd werd een grote oeverzwaluw kolonie in een tijdelijke zandhoop op een agrarisch bedrijf in Kwadijk ontdekt. De kolonie was vanaf de openbare weg goed te zien en trok veel bekijks.

Agrarische natuurvereniging Water, Land & Dijken werd meteen enthousiast om deze nieuwe vogelsoort als broedvogel te behouden. Een aantal van onze leden in de Zeevang werd net zo enthousiast en zij stonden ervoor open om dit jaar  een plek op hun bedrijf beschikbaar te stellen voor de aanleg van een oeverzwaluw wand. Met een subsidie van het Prins Bernard Cultuurfonds heeft Water, Land & Dijken grond kunnen aankopen om van zandgrond mooie steile oeverzwaluwwanden te kunnen aanleggen. Ook de Rotary, afdeling Purmerend-Polderland heeft een bijdrage geleverd.

In de zwaluwwand bij Kwadijk zijn nu al oeverzwaluwen gesignaleerd, en ze zijn druk nesten aan het graven in de wand. Veld coördinator Willem Overweg is blij verrast dat de oeverzwaluwen weer bij de wand zijn teruggekomen om te nestelen: ‘Het lijkt wel of zij hun jongen van vorige jaar mee terug hebben genomen, zó druk is het daar, aldus Willem.  

Een oeverzwaluw kolonie heeft ongeveer zo’n 70 m3 grond nodig om in te broeden. Eind maart, begin april komen zij uit Afrika naar Nederland vliegen. Deze zwaluwsoort brengen hun jongen groot in zelf gegraven nestgangen met een lengte van 60 cm tot ca 1 meter. Vanaf eind mei worden 4-5 eieren gelegd, deze komen na ruim 14 dagen. De jongen zitten 20-24 dagen op het nest voor ze uitvliegen. Vanaf juli vliegen zij alweer terug naar Afrika om daar de winter door te brengen. 


Zie hier een kort filmpje van de oeverzwaluwand

Aanvullende maatregelen in het veld

 

Gisteren heeft het kabinet aanvullende maatregelen gepresenteerd inzake de aanpak van het coronavirus in ons land. De LandschappenNL en de provinciale coördinatoren boerenlandvogels hebben zich vandaag gebogen over de vraag of dat tot een aanvullend advies in de richting van weidevogelbeschermers in het veld moest leiden. Op basis daarvan willen wij u graag het volgende meegeven.

Alle bijeenkomsten in het kader van het vrijwilligerswerk zijn nu opgeschort tot en met 1 juni a.s.

Dat geldt niet voor de werkzaamheden van vrijwilligers die zich bezig houden met de inventarisatie en bescherming van soorten als boerenlandvogels, weidevogels, amfibieën en akkervogels, gerelateerd aan het broedseizoen. Maar houdt de richtlijnen van het RIVM scherp in de gaten, deze kunnen wijzigen!  Zie bijgaande link: https://www.rivm.nl/coronavirus/covid-19

Op basis van de meest recente richtlijnen adviseren wij u het volgende:

–     Houdt de richtlijnen van de Rijksoverheid en het RIVM in de gaten en handel daarnaar.

–     Besluit u om veldwerk te gaan doen, ga dan bij voorkeur alleen op pad, zo nodig maximaal met twee personen, met de daarbij behorende 1,5 meter afstand.

–       Veldwerk is toegestaan. Besluit zelf of u wel of niet het veld in gaat. Neem geen onnodige gezondheidsrisico’s.

–       Beperk de werkzaamheden zoveel mogelijk tot bescherm- en inventarisatiewerkzaamheden waarbij legsels of kuikens gevaar lopen.

–       Stem vooraf telefonisch of digitaal de eventuele betreding van erf en boerenland en/of andere werkzaamheden af met de (agrarische) grondeigenaren.

–       Ga niet naar binnen bij (agrarische) grondeigenaren. Spreek zo nodig buiten af.

–       Onderzoek de mogelijkheid om met bijvoorbeeld 3 of 4 personen te videobellen met Whatsapp, mocht u behoefte hebben aan een groepsgesprek met relevante personen om het vrijwilligers-werk te bespreken/plannen.

–       Voer alle gegevens digitaal in via de Boerenlandvogelmonitor, direct in het veld, of later thuis op laptop, pc of tablet.

–       Stel, zoals gebruikelijk, na elk veldbezoek het boerenbedrijf c.q. de betrokken eigenaren en organisaties op de hoogte van uw resultaten en stem af over eventuele vervolgbezoeken.

–     Mocht u een bezoek aan het veld niet vertrouwen vanwege de risico’s voor corona, maak dan uw eigen keuze op basis van uw eigen gezondheid, ook rekening houdend met anderen en de officiële richtlijnen die er zijn. Voel u niet gedwongen om per sé het veld in te gaan.

–     Blijf vooral telefonisch en/of digitaal communiceren met elkaar en alle belanghebbenden zoals agrariërs/ collectieven/loonwerkers/wbe’s/ tbo’s en medewerkers van al deze organisaties.

Tot zover. Mocht u twijfelen over de noodzaak van bepaalde activiteiten, neem dan gerust contact op met uw provinciale organisatie.

Met vriendelijke groet, namens LandschappenNL,

Theo Vogelzang
Coördinator Monitor Boerenlandvogels

DEZE bovenstaande TEKST KUNT U OOK LEZEN OP Boerenlandvogels Nederland onder het kopje nieuws

Uw bedrijf optimaliseren voor weide- of akkervogels

Subsidieregeling niet-productieve investeringen
Reageren tot dinsdag 21 april a.s. Afgelopen jaar was er vanuit de RVO de Subsidieregeling Niet-Productieve Investeringen voor weide- en akkervogels. Het budget is niet opgegaan, waardoor er dit jaar een tweede openstelling is. De subsidie is bedoeld voor de verbetering van de leefomstandigheden van weide- en akkervogels. De regeling is dus een mooie manier om het agrarische natuurbeheer op uw bedrijf verder te optimaliseren!

Maar, aan de aanvraag is een minimumbedrag verbonden. Om in aanmerking te komen voor de subsidie moet dit collectief dooe WLD aangevraagd worden. Dat is dus alleen mogelijk als er voldoende animo is. De maatregelen die in aanmerking komen voor de subsidie zijn de volgende:

Weidevogel Akkervogel
Aanleg van plasdrassituaties Aanleg van plasdrassituaties
Aanleg van natuurvriendelijke oever * Aanleg van natuurvriendelijke oever
Aanleg van kruidenrijk grasland Aanleg van kruidenrijk grasland
Aanleg van bloemrijke randen Aanleg van bloemrijke randen
Plaatsen van (verbods/info)borden Plaatsen van (verbods/info) borden
Uitrasteren van gebieden met het oog op het beperken van predatie ((vossen)raster) Uitrasteren van gebieden met het oog op het beperken van predatie ((vossen)raster)
Creëren van gebieden met een hoog waterpeil Aanleg van houtwallen en of singels
Vergroten van openheid van gebieden
(kappen bomen vnl.)
Aanplanten van knotbomen
Plaatsen van nestkappen Aanleg van struweel
  Aanplanten van bomen
  Aanleggen van poelen
  Aanleg van kleibulten
  Plaatsen van muizenruiters
  Aanleg van keverbanken of insectenheuvels
  Plaatsen van nestkasten
   

*Aanleg natuurvriendelijke oever is in dit geval een weidevogelflauw talud.

Eisen van de regeling
Aan de regeling zijn een aantal eisen verbonden:

-Zo moeten de maatregelen op percelen liggen binnen het leefgebied voor weidevogels of akkervogels.

-Bij de maatregelen waar inrichting nodig is, bijvoorbeeld plasdras en kruidenrijk grasland, zal na de inrichting een ANLB pakket afgesloten worden.

-Vanaf het moment dat de inrichting aan de eisen voldoet, ontvangt u een beheervergoeding om de percelen op de juiste manier te beheren.

-Daarnaast is er alleen financiering mogelijk voor de maatregelen en niet voor de arbeid.

Mocht er voldoende belangstelling zijn om de aanvraag in te dienen, zal Water, Land & Dijken (WLD) uit gaan van normbedragen voor de aanvraag. Daarnaast zal WLD ervoor zorgen dat de maatregelen uitgevoerd gaan worden. U hoeft hiervoor zelf dus geen offertes aan te leveren. De uitvoering zal pas plaatsvinden op het moment dat de aanvraag beschikt is.

Meedoen
De regeling is opengesteld van 1 mei tot 3 juni. Mocht u geïnteresseerd zijn in één of meerdere van de bovengenoemde maatregelen, laat dit dan uiterlijk dinsdag 21 april weten aan uw veldcoördinator. Vermeld hierbij in welke maatregelen u interesse heeft en met welke omvang. De veldcoördinator zal bepalen of de gekozen maatregelen zinvol zullen zijn.

Maatregelen en voorwaarden printversie

 

Boeren leggen 25 kilometer nieuwe natuurvriendelijke oevers aan

Het landschap van Laag Holland is 25 kilometer aan natuurvriendelijke oevers rijker. De vereniging Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Water Land & Dijken nam in 2018 het initiatief om langs afkalvende percelen natuurvriendelijke oevers aan te leggen en in te planten met riet. De laatste natuurvriendelijke oevers zijn nu aangelegd.

De financiering voor de aanleg van de natuurvriendelijke oevers kwam vanuit het Europees fonds voor Plattelandsontwikkeling, de POP3 regeling. Met dit fonds investeert Europa in plattelandsgebieden. Vijftig boeren maakten gebruik van de regeling. In sloten langs hun  percelen zijn palen met daartussen wiepen (wilgentenen) aangebracht. Tussen deze wilgenbeschoeiing en het land kwam doek en bagger. Deze moeraszone is vervolgens ingeplant met riet of liesgras.

Meer ruimte voor rietvogels

Voordeel van de natuurvriendelijke oever voor boeren is dat sloten niet meer afkalven en hun percelen dus behouden blijven. Een ander voordeel is dat er geen voedingsstoffen vanaf de percelen het water in komen. Ook trekken natuurvriendelijke oevers planten en dieren aan.  In de nieuwe rietkragen vinden rietvogels maar ook de Noordse woelmuis en mogelijk de ringslang extra leefgebied.

Zo zorgen de boeren van Water, Land & Dijken voor een meer gevarieerd landschap en meer plattelandsnatuur, waar iedereen van kan genieten.

Persbericht printversie

Een natuurvriendelijke oever in aanleg (foto: Water, Land & Dijken)
Een natuurvriendelijke oever die zich goed ontwikkeld heeft. (foto: Loeks Fotografie)

Dit project is mogelijk gemaakt door:

Geen honden op het boerenland

Water, Land & Dijken, vereniging voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer, hoopt door dit bericht mensen zich meer bewust worden van het gevaar of overlast van loslopende honden op het platteland. Met bordjes ‘Verboden voor honden’, of ‘Honden aan de lijn’ wordt duidelijk gemaakt waar je wel of niet met je hond mag lopen. Water, Land & Dijken heeft subsidie aangevraagd voor meer verbodsbordjes voor volgend weidevogelseizoen.

Lees hier ons persbericht: Geen honden op boerenland

.

Wil je ook boerenzwaluwen op jouw bedrijf?

Vrijwilliger Ab spotte, afgelopen 30 maart, de eerste boerenzwaluw van dit jaar bij Uitdam. In de loop van april zul je steeds grotere groepen zwaluwen zien. Vanaf half mei tot augustus nestelen ze en brengen tot drie legsels van 3 tot 6 eieren groot. In de loop van september vertrekken ze weer naar Centraal-Afrika.

Als je bedenkt dat 1 zwaluw wel 50.000 muggen, vliegen en andere insecten eet, PER WEEK, dan begrijp je dat het een zeer nuttige en waardevolle ‘werknemer’ op de boerderij is. Vogels waar je zuinig op moet zijn.

Wil jij boerenzwaluwen op jouw bedrijf? Dit hebben zij nodig:

  • Vee en open water in de buurt.
  • Donkere schuur met invliegopening die vanaf maart tot september open is.
  • Nestmateriaal zoals los stro en klei uit slootkantjes of poeltjes.

Extra tips:

  • Zorg ervoor dat de vogels altijd naar binnen kunnen. Bijvoorbeeld door de staldeur of een raampje open te houden.
  • Gebruik géén insecticiden (hoeft ook niet want de zwaluwen zorgen voor de vliegenbestrijding)
  • Maak het dak, de balken en het plafond niet schoon gedurende de broedperiode

Zorg ervoor dat rovers als katten en eksters geen toegang hebben tot de stal.

Voor meer informatie of vragen kunt u contact opnemen met Tanja Verbij, telefoon 06-25517727.

Startavond weidevogels afgelast

Zojuist heeft Water, Land & Dijken besloten de startavond, welke vanavond (donderdag 12 maart 2020) zou plaats vinden, af te lassen. Dit omdat de gezondheidsrisico’s veroorzaakt door het Coronavirus groot zijn. Wij willen de gezondheid van onze bezoekers voorop stellen.
Omdat de startavond bedoeld is om met elkaar de opening van het nieuwe weidevogelseizoen te vieren, kiezen we er ook voor geen andere datum voor de startavond te prikken.
Excuses voor het ongemak. Wij wensen u een rijk weidevogelseizoen vol gezondheid

Hoe uw optimale bemestingsmoment te bepalen?

Als u weet hoeveel, waar en wanneer u gaat bemesten en dat zowel voor zowel kunstmest als voor drijfmest heeft u de bemestingsstrategie zo goed als rond.

De afgelopen twee jaar is een groep boeren in Noord-Holland onder begeleiding van het collectief en met ondersteuning van PPP-Agro Advies met deze vragen aan de gang geweest. Met name het bepalen van het optimale moment stond daarin centraal. We hebben middels recent onderzoek en ouder onderzoek een goed beeld weten te vormen wat het optimale moment voor bemesten is in het voorjaar. Dit hebben we aangevuld met praktijkexperimenten op de eigen bedrijven.

Wanneer bemesten?

Bodemtemperatuur is veel genoemd als maat voor het bepalen van het optimale bemesting moment. Dit bleek echter niet het geval te zijn. Zowel recente als historische proeven laten zien dat bodemtemperatuur niet geschikt is voor het bepalen van de optimale bemestingsmoment. Er werd geen verband gevonden tussen de bodemtemperatuur en een maximale stikstof benutting.

Juiste bodemtemperatuur toch niet het belangrijkste

Waarom is er dan toch zoveel gecommuniceerd in de media over bodemtemperatuur? Vanuit de literatuur is bekend dat gras begint te groeien bij 5 graden bodemtemperatuur. De gedachte die vaak gecommuniceerd is vanuit diverse projecten is dat je gras moet voeden als het honger heeft en dus moet bemesten bij een bodemtemperatuur van 5-8 graden. Maar of die denktrant juist is, was nog nooit onderzocht. De afgelopen wee jaar is dit in het werkgebied van Water, Land & Dijken en in regio Utrecht in de praktijk onderzocht. Ook is er gekeken naar historische proeven waar de temperatuur van bekend was door het NMI. Hieruit bleek geen verband tussen bodemtemperatuur en de benutting van de bemesting.

Grasopbrengst of stikstof benutting?

Wat bepaald dan wel het optimale bemestingsmoment van dierlijke mest? In het project kwam naar voren dat deelnemers bewust kiezen voor vroeg bemesten of later bemesten. Voor vroeg bemesten is het argument dan eerder gras. Voor later bemesten is het argument een betere N benutting. Het mooie is dat beide waar is en aansluit bij het onderzoek. Vroeg bemesten leid tot vroeg gras, en over het seizoen gemiddeld tot meer gras. Iets later bemesten leid in de praktijk en onderzoek tot de hoogste stikstof benutting. Dat is een van de redenen dat er weinig biologische boeren te vinden zijn die gelijk 15 februari beginnen met uitrijden. Stikstof benutting is voor hen belangrijker dan totale kilogrammen droge stof.

Samengevat

Vroeg uitrijden geeft een hoger risico op meer uit- en afspoeling van nutriënten met name bij veel regenval. Dit leidt tot een lagere eiwit opbrengst. Maar de groei begint wel wat eerder en op jaarbasis daardoor meestal wat meer gras. Later uitrijden (1e 2 weken van maart) geeft meestal een betere N benutting maar, door een wat latere start van de groei iets minder totaal opbrengst op jaarbasis. Daarnaast heeft het als risico dat er ook een kans is dat je ook in die periode niet kunt bemesten doordat het te nat is, waardoor je vervolgens erg laat bemest.

Wat is dan het optimale moment? Basis uitgangspunt is dat de draagkracht voldoende is en er geen extreme regenval of stevige vorst op korte termijn in de verwachting zit. Dus als de draagkracht goed is in februari en er wordt op korte termijn geen stevige regenval of vorst verwacht kunt u het beste gewoon uitrijden. Als het uitrijden wat betreft draagkracht slecht is: wachten. Is de draagkracht net aan en er wordt stevige regenval verwacht kunt u ook beter wachten. Zolang de bemesting nog in de eerste weken van maart valt is de gemiste ds opbrengst zeer beperkt. In de praktijk is op klei en veengrond begin maart vaak een goed moment.

Voor kunstmest is het belangrijk om rekening te houden met de T-som. Ook de T-som kent een onderscheid tussen vroeg bemesten voor veel gras en later bemesten voor de maximale N-benutting.

Voor Maximale Groei Voor Maximale N benutting
Weiden 175-250 250-300
Maaien 250-300 300-400

Op het moment van schrijven (18-02-2020) is de actuele T – som in midden Noord-Holland al boven de 300. Voor kunstmest geld echter hetzelfde advies als voor drijfmest, er moet uiteraard geen water op het land staan en op korte termijn geen hevige regenval in de verwachting.

Als het nat blijft kan het echter wel interessant zijn dit jaar om eerder kunstmest te strooien dan dierlijke mest toe te dienen. Zeker als de draagkracht of beperkte uitrij capaciteit dwingt tot een late bemesting van dierlijke mest.

Juiste hoeveelheid

De verdeling van dierlijke mest vind het beste plaats op basis van weiden en maaien en daarna fosfaattoestand/fosfaatlevering. Deel uw percelen in vier categorieën in. Onderstaand advies gaat uit van gemiddelde mest met 1,4 P2O5. Het advies hangt ook samen met hoeveel mest u beschikbaar heeft en de gehalten in de dierlijke mest. In onderstaande tabel staan de adviezen.

Weiden Maaien
Hoog fosfaat 15 m3 RDM 25 m3 RDM
Laag fosfaat 25 M3 RDM 35 M3 RDM

Het afstemmen van de kunstmestgift gebeurd vervolgens op de gegeven drijfmest gift, N gehalte in de mest, bodem, gebruik en gewenste RE gehalte in de kuil. Dat is nogal veel maar uiteindelijk wil je ook de kunstmest invullen in bovenstaande tabel. N giften kun je halen uit de tabellen op www.bemestingsadvies.nl open daar de adviesbasisbemesting.

Wim Honkoop- Adviseur management & strategie

18-02-2020

Dit project werd mede mogelijk gemaakt dankzij financiering vanuit het programma Bodem & Water, en provincie NH.

Boeren zetten land tijdelijk onder water voor de weidevogels

Vanaf half februari zetten zo’n 40 boeren in Midden Noord-Holland delen van hun grasland tijdelijk onder water. Met deze ‘plas-dras’-percelen bieden ze weidevogels voedselrijke en veilige plekken. Wegens succes in voorgaande jaren nam de agrarische natuurvereniging Water, Land & Dijken het initiatief dit jaar nog meer hectare plas-drassen te realiseren en boeren van waterpompen te voorzien.

Een boer laat zijn land niet zomaar onder water lopen. Toch zetten steeds meer boeren op 15 februari de pomp aan om het grasland van enkele centimeters water te voorzien. Precies op tijd als de grutto rond half februari weer aankomt in Nederland. De vogels kunnen gemakkelijk voedsel vinden in de nattere en zachte bodem. Zo kunnen zij, na hun lange reis vanuit het zuiden, ‘opvetten’: lekker veel eten, zodat zij sterk genoeg zijn om te broeden.

Aantrekkelijk voor weidevogels
Water, Land & Dijken deed goede ervaringen op met de aanleg van plas-drassen voor weidevogels. De natte graslanden blijken flink bij te dragen aan de overlevingskansen van weidevogels. Kieviten, grutto’s en tureluurs vinden er extra veel insecten en wormen. De bodem wordt door het water wat zompig en zacht, dus zij kunnen gemakkelijk met hun snavel een wormpje trekken. En als zij in de plas rusten zorgt het omringende water ervoor dat predatoren, zoals vos en marter, niet snel bij hun komen. Water Land & Dijken is daarom blij dat dit jaar nog meer boeren bereid zijn om dit voor de weidevogels te doen.

Goed inpasbaar
‘Plas-dras’ is een maatregel die melkveehouders in hun bedrijfsvoering kunnen inpassen. Water, Land & Dijken ondersteunt de deelnemende boeren met gericht advies over het juiste weidevogelbeheer. Boeren ontvangen ook een vergoeding voor de twee tot vier maanden dat hun vernatte percelen in gebruik zijn door de weidevogels.
—————————–

Voor meer informatie: Martine Bijman, projectleider Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer, e-mail: m.bijman@waterlandendijken.nl, telefoonnummer: 06-25374307 www.waterlandendijken.nl