Project

Regeneratieve Landbouw in de Beemster

Studieclub in Beemster duikt eigen bodem in

In 2020 is, op eigen initiatief van 15 veehouders in de Beemster, een studiegroep opgericht om meer kennis op te doen van regeneratieve landbouw. Hoe kun je een gezondere bodem creëren die minder afhankelijk is van inputs en beter in balans is? Zorgt dat voor gezonder ruwvoer en gezonder vee? En hoe kun je dat integreren binnen je bedrijfsvoering?

Kennisbijeenkomsten bodemkunde

Na enkele kennisbijeenkomsten, met o.a. René Jochems van Groeibalans, is de club letterlijk de eigen bodem ingedoken. Bij alle deelnemers zijn in november 2021 grondmonsters genomen voor een uitgebreide bodemanalyse.

Individuele adviesgesprekken

Deze uitgebreide bodemanalyse bestond uit een bodembalans analyse, een chroma en een nova bioscan. De drie analyses gecombineerd, geven goed de staat van de bodem weer. Met  deze uitslagen zijn er bij alle veehouders individuele adviesgesprekken gevoerd met bodemadviseur Joost van der Kroon. In deze gesprekken werden de analyses uitgebreid doorgenomen zodat de behoefte van de eigen bodem inzichtelijk werd. Dit ook in relatie met de bedrijfsfilosofie van de veehouder. Zo heeft elke veehouder een individueel advies toegespitst op de eigen bedrijfsvoering ontvangen met goede handvatten om met o.a. de bemesting meer maatwerk te leveren aan de bodem.

Verschillen en overeenkomsten

Na al deze individuele adviezen is er een terugkomavond gehouden met Joost van der Kroon om de verschillen en overeenkomsten van de beemster bodem door te nemen. Een mooie constatering tijdens deze avond was dat de basis bodemgesteldheid bij al deze veehouders vrij goed is. Toch waren er wel verschillen waar te nemen en waren er ook kansen op verbetering. Interessant om die met elkaar door te nemen en te leren van elkaars bedrijfsvoering en welk effect dit heeft op de bodem.

Vervolgplanning

Voor 2022 staat verder op de planning om op excursie te gaan naar bedrijven die al een langere periode werken volgens het principe regeneratieve landbouw. Hoe ervaren deze bedrijven dat, wat zijn de voordelen en waar lopen ze tegenaan? Ook wil de groep met bladsapanalyses onderzoeken of er tekorten aan meststoffen/mineralen zijn die de grasgroei zouden kunnen belemmeren.

Deze studieclub wordt mede mogelijk gemaakt door individuele Sabe-vouchers via RVO, Provincie Noord-Holland, Gemeente Beemster (nu Gemeente Purmerend), Rabobank Waterland, Water, Land & Dijken en Cono Kaasmakers. 

Bijeenkomsten studiegroep in 2025

Afgelopen jaar heeft de studiegroep regeneratieve landbouw Beemster weer diverse bijeenkomsten gehad om meer kennis op te doen over regeneratieve landbouw.

Bijeenkomst 1: Mestworkshop bij studiegroep Beemster

Tijdens een zonnige maandag in maart  2025 kwamen uit alle hoeken van de Beemster veehouders met volle mestemmers aangereden. Ingrediënten voor de mestworkshop door Peter vanHoof gegeven aan de studiegroep in de Beemster. Alle 14 veehouders hebben daarvoor een emmer mee met drijfmest uit de put, een liter verse mest van de koe en een kilo boxenstrooisel.

Na het ijken van de meetapparatuur ging iedereen aan de slag. Het boxenstrooisel, ook een factor van invloed op de mestkwaliteit, werd opgelost in water waarna diverse metingen konden plaatsvinden (o.a. PH, oplosbaarheid). Daarna werd ook de PH, temperatuur, stroperigheid etc. gemeten van de drijfmest. De verse mest werd vervolgens buiten gespoeld en gezeefd totdat er 3 mestballen overbleven. Daarmee kon de vertering door de koe beoordeeld worden.

Met al deze metingen konden de resultaten met elkaar besproken en vergeleken worden. Ook vragen over hoe je de mestkwaliteit kunt beïnvloeden kwamen direct aan bod. Zo’n praktische workshop geeft goede inzicht en handvatten om concreet aan de slag te gaan met het verbeteren van je mestkwaliteit. Bovendien is het gewoon ook leuk en gezellig om te doen.

Bijeenkomst 2: Excursie naar regeneratieve boer Wytse Bouma in Friesland

In september 2025 ging de studiegroep regeneratieve landbouw uit de Beemster op excursie naar veehouder Wytse Bouma in Friesland. Wytse is opgegroeid in diverse landen in Azië waar zijn vader nieuwe vestigingen opzette voor de voorloper van FrieslandCampina.

Zelf runde hij een groot melkveebedrijf in Amerika (staat Washington) met meer dan 400 koeien. In Amerika leerde hij veel over de voeding van de koeien, vooral hoe het niet moet. Door het maïsgestuurde (GMO) ranstoen had hij daar koeien die heel snel opgebrand waren of uitvielen. Door schade en schande begon hij zich daarom te verdiepen in voeding, eerst voor de koeien maar later ook voor mensen.  Daarbij ontwikkelde hij een visie gericht op het optimaliseren van het rantsoen op pensniveau en de verhouding van de vetzuren omega 3 ten opzichte van omega 6.

Na een ruim decennium boeren in Amerika, inclusief de crisis met zeer lage melkprijzen, besluit Wytse het bedrijf (met verlies) te verkopen en volledig terug te keren naar Nederland. Daar kreeg hij in St. Annaparochie de kans om opnieuw te beginnen. Volledig in lijn met zijn visie heeft hij vervolgens een bedrijf ontwikkeld met 35 melkkoeien met een bovengemiddelde productie (voor biologische veehouderij) van boven de 13.000 liter met koeien met lange lactaties en een lange levensduur. Wytse richt zich daarbij sterk op het goed functioneren van het maag-/darm stelsel door goed hooi te voeren, niet te veel bestendig zetmeel, de juiste granen en een uitgekiend kruidenmengsel. Om de juiste voeding te verkrijgen werkt hij samen met akkerbouwers. De mest van de koeien wordt samen met ruigte (riet, stro, maaisel) gecomposteerd en benut op het land van deze akkerbouwers.

We hoorden een inspirerend en doorleefd verhaal gebaseerd op veel praktijkervaringen en kennis opgedaan via zijn netwerk met regeneratieve specialisten.

Bijeenkomst 3: Kennisbijeenkomst met Harm Rijneveld

In de eerste week van december 2025 kwam de studiegroep voor de laatste keer dit jaar bij elkaar. Dit keer was onafhankelijk mest- en rantsoendeskundige Harm Rijneveld (www.terugnaardebasis.nl) gevraagd om zijn kennis en inzichten te delen. Als onderwerp gingen de veehouders zich verdiepen in de onderwerpen ‘melken uit ruwvoer’ en ‘ureumsturing’. Alle boeren hadden vooraf enkele bedrijfsgegevens met Harm gedeeld zodat hij een tabel kon samenstellen met kengetallen van de bedrijven. Deze konden vervolgens met elkaar besproken worden zodat ze ook van elkaar konden leren. Naast een stukje theorie werd zo ook de vertaling naar de bedrijven gemaakt. Als laatste onderdeel van deze kennisdag werd er op het gastbedrijf van de familie Oudshoorn (Koezicht Beemster) nog gekeken naar hun ruwvoer en de mest van de koeien. Harm Rijneveld heeft onlangs een praktisch boekje samengesteld over mestsignalen (hoe herken je goede mest). Dit boekje kregen alle veehouders na afloop mee naar huis.

De kennisbijeenkomsten en excursies worden mogelijk gemaakt door het coöperatiefonds van Rabobank Waterland en Cono kaasmakers.