Een persoonlijk interview met een vrijwilliger van Water, Land & Dijken door Hennie of Hans
Hennie en Hans doen al een tijdje vrijwilligerswerk binnen onze organisatie en voelen zich verbonden met onze agrarische natuurvereniging. Ze zijn dan ook de perfecte mensen om te ontdekken wat onze leden drijft en hen op een persoonlijke manier aan het woord te laten.
Cees den Nijs: interview door Hans Oostwegel
Het eerste wat opvalt als ik de huiskamer van Cees den Nijs binnenstap, is een levensgrote, langwerpige afbeelding van twee koolmezen op takken—bijna van de grond tot het plafond. Een beetje in Japanse stijl. Nog nooit zulke grote koolmezen afgebeeld gezien! Het eenvoudige, alledaagse uitvergroot. Dat past ook wel bij zijn intensieve werk als vrijwilliger voor de bescherming van weidevogels bij de boer, maar vooral van dat ene kleine vogeltje: de gele kwikstaart.
Voordat ik ook maar een vraag kan stellen, begint Cees enthousiast te vertellen:
“In 1995 zag ik ineens een advertentie van Noord-Hollands Landschap waarin vrijwilligers voor boerenlandvogelbescherming werden gezocht. Dat leek me wel wat! Als 7-jarig jongetje kwam ik eens bij een buurjongen thuis en zag daar een emaille, wit schaaltje vol kievitseieren op de schoorsteenmantel staan. Dat fascineerde me enorm. Niet veel later trok ik samen met een vriend regelmatig de polder in, rond ‘Weijenbusch’ en ‘Vroonsmeer’ in Uitgeest. Mijn vriend had een roeibootje, en als de vissen niet wilden bijten, gingen we aan land op zoek naar weidevogelnesten. In die tijd werden kievitseieren nog geraapt en verkocht aan een plaatselijke handelaar. Ook plukten we langs de waterkant kattenstaarten (rietsigaren) die we aan de bloemist verkochten voor een zakcentje.”
Geduld en tijd spenderen is essentieel om vogels, hun gedrag en hun nesten te leren kennen en te beschermen. Maar het aantal nesten en het aantal pullen dat overleeft, loopt terug. “Het te natte voorjaar van 2024, de ‘drukte in het land’ en predatie door vossen en vooral hermelijnen spelen een grote rol. We hebben eens meegemaakt dat er van de ene op de andere dag 25 nesten leeggeroofd waren! Misschien trekken vogels ook naar gebieden waar tegenwoordig meer natuurvriendelijker geboerd wordt, weg van de plekken waar wij al jaren boerenlandvogels monitoren en beschermen. Ik heb door de jaren heen aardig wat vergelijkingsmateriaal verzameld”.
Cees scrollt en surft enthousiast met het gemak van een ervaren ICT’er door de data op de ‘boerenlandvogelmonitor’ en door zijn eigen, in Excel aangelegde database. Hij legt in no-time de teruggang en predatie van nesten en het grondgebruik van de boeren uit. “Ik breng drie, soms vier hele dagdelen per week door met weidevogelbescherming bij o.a de families Rodenburg en Vonk.
Passie voor de gele kwikstaart
Samen met mijn maat Nico Limmen, die destijds bij mij in de buurt woonde en geïnteresseerd was om een keer mee het veld in te gaan, zijn we enthousiast geraakt om gele kwikstaarten te gaan zoeken en hun gedrag te observeren. Door de jaren heen zijn we een op elkaar ingespeeld koppel geworden in het vinden en beschermen van gele kwikstaartnesten. Wanneer het weidevogelseizoen op zijn einde loopt en er volop gemaaid wordt en de maïspercelen ingezaaid worden, volgen wij nog het seizoen van de gele kwikstaart. Dit loopt van begin mei tot ver in juni, en soms zelfs nog tot in juli bij de vervolglegsels. Op de website van het Noord-Hollands Landschap staat nog een verhandeling van mij over hoe je het beste gele kwikstaartnesten kunt vinden:
https://www.landschapnoordholland.nl/gele-kwikstaart-en-hun-nestjes“. Ik vertel Cees, dat ik dit artikel zelf al van tevoren, bij de voorbereiding van dit gesprek, op internet gegoogeld heb. En ik kan u verzekeren: zéér de moeite waard om te lezen!
“In de 25 jaar dat we de gele kwikstaart volgen, vinden we gemiddeld zes nesten per seizoen, maar in 2019 vonden we er zowaar 26! En dat terwijl er in dat hele jaar—volgens het ‘Jaarboek Boerenlandvogels 2019’ van Landschap Noord-Holland—in totaal 49 legsels waren gevonden. Dáár zijn we natuurlijk apetrots op! Helaas was dat eenmalig.”
Mijn mooiste waarneming? “Nou, dat was puur toeval. We liepen door het maïsland en onder een zuringblad ontwaarde ik ineens het nest van een veldleeuwerik.”
“Ik moet je nog wat laten zien,” zegt Cees tot slot. “Pas aangeschaft! Nieuwe verrekijker!” Ik liet hem aan mijn maat Nico zien, en die was sceptisch: ‘Wat moet je nou weer met zo’n geavanceerd, duur apparaat, man?’ Twee weken later had hij er ook een gekocht! Een ‘Raaf APC’, met stabilisator, 16×42!”
nestje van gele kwikstaart