Organiseren, flexibel zijn en samen optrekken
Elke morgen als ik opsta denk ik: uit de veren en aan de slag, want er is veel te doen vandaag!
Je hebt een vast rondje met je werk bij de koeien, maar elke dag komen er ook dingen tussendoor of valt er iets tegen. Dat zijn we gewend als boeren, vooral in de zomer, als je naar het weer zit te kijken wanneer je in het land aan het werk wil. Je probeert het goed te organiseren, moet ook flexibel zijn en een dag is zo om.
In onze vereniging voel ik ook die energie om veel te doen en alle veranderingen samen op te pakken.
Dit heeft erin geresulteerd dat Water Land & Dijken een vereniging is die naast het agrarisch natuurbeheer, waar we eigenlijk voor zijn opgericht, steeds meer projecten ‘eromheen’ doet. Denk bijvoorbeeld aan boerderijeducatie, bodemcoaches, de GLB-pilot of een gebiedsproces in Waterland-Oost. Door zo op een breed veld actief te zijn creëren we meerwaarde voor onze leden.
Ons brede werkveld zorgt er ook voor dat we door veel andere groene organisaties gevraagd worden in overleggen om mee te denken met het maken van plannen. Het is natuurlijk mooi dat we zo aan het begin al om de tafel zitten bij projecten voor onze leden. Wat mij wel opvalt is dat ik als voorzitter aan tafel zit bij deze overleggen maar dat de stem van de landbouw, in mijn ogen, vaak ondervertegenwoordigd is. Andere partijen worden door mensen vertegenwoordigd waarvan dit werk hun baan is en die partijen zijn stevig georganiseerd. Als boerenvertegenwoordiger zitten wij hier weliswaar met veel kennis en verantwoordelijkheid, maar tegelijkertijd doen we het ‘erbij’, naast ons eigen bedrijf.
Goed georganiseerd zijn en samen optrekken is essentieel om onze belangen goed te vertegenwoordigen in alle dingen die op ons afkomen als sector.
Blij ben ik dan ook met de goede samenwerking tussen de nieuwe Vereniging voor Behoud Boeren Waterland, LTO en Water, Land & Dijken. Met behoud van ieders identiteit trekken we steeds vaker samen op en vervult Water, Land & Dijken haar taak als bruggenbouwer tussen het agrarisch ondernemerschap van onze leden en een sterke plattelandsnatuur.
Het is februari, de dagen worden weer langer, ik kan me nu niet voorstellen dat ik straks de plas-dras pomp weer aanzet, want het is op dit moment nog zo nat in het land. En er komt een winterse periode aan. Maar toch weten we dat het voorjaar er daarna aankomt, het gras weer gaat groeien en de weidevogels weer komen. Ik heb er zin in!
Frank de Wit, voorzitter