• ANJO EN MARISKA DE LEEUW

    Melkveehouders

‘Ik ben razend nieuwsgierig hoeveel nesten er liggen’

Hoewel afkomstig uit een echte agrarische familie, leek een eigen boerderij er lange tijd niet in te zitten voor Anjo de Leeuw. Als medewerker van Agrarische Bedrijfsverzorging werd hij ingehuurd door Klaas IJff in Assendelft. Die had geen opvolger, kampte met zijn gezondheid, maar wilde wel dat zijn levenswerk werd voorgezet. “Na een jarenlange samenwerking kon ik de Taurushoeve eind 2014 overnemen. Echt een unieke kans die ons gegeven is.”

  • WIE

    Anjo de Leeuw (1980) runt samen met zijn vrouw Mariska de Leeuw-Stam de Taurushoeve in Assendelft. Samen hebben ze een zoon. Op zijn geboortegrond in Krommeniër Woudpolder beheert hij met zijn vader Han de Leeuw meerdere percelen veenweideland.

  • BEDRIJF

    Melkveehouderij met 85 stuks melkvee en 60 stuks jongvee.
    Zelf werkte Anjo jaren voor de Agrarische Bedrijfsverzorging, waarvoor zijn vader nog steeds actief is.

  • WAAR

    Het totale bedrijf meet 60 hectare. Het bestaat uit een huiskavel van 43 hectare, een gepachte veldkavel in de buurt van de boerderij van 6 hectare en bij het ouderlijk huis nog 10 hectare weidevogelland.
    In de Assendelver polder rondom de boerderij is het waterpeil zo rond NAP -2.30 meter terwijl in veenweiden het water hoger staat (dynamisch NAP -1,25 meter).

  • NATUUR- EN LANDSCHAPSBEHEER

    10 hectare weidevogelland

Anjo is actief op twee locaties, die behoorlijk van elkaar verschillen. “Hier in Assendelft ligt de nadruk op hoge kwaliteit ruwvoederwinning voor een goede melkproductie. Ons bedrijf is grondgebonden en in de zomer bieden we onze koeien dag en nacht weidegang. Weidevogels zie je helaas in ons dorp steeds minder, mogelijk mede door het vele vliegverkeer en de predatoren als vossen, reigers en kraaien.”

Anjo heeft in de veenweiden de beschikking over flink wat ‘slapper’ land. Prima geschikt voor aanvullende ruwvoerwinning, zeker voor een structuurrijk rantsoen voor het rundvee. “Wel is er gevaar voor schade aan het bodemprofiel als we er in de natte perioden met machines op moeten. Wat dat betreft zou het goed zijn dat we van de overheid weer met vorst in januari mest uit te mogen rijden. Dat is veel duurzamer, dan dat we in het natte voorjaar het land kapot rijden.”

Bij het veenweideland wordt Anjo aangesproken door een buurvrouw, die zich erg betrokken toont bij de weidevogelstand in de polder voor haar woning. Trots neemt ze hem mee naar een plek achter het huis om een nestelende scholekster te laten zien. De vogel heeft een veilige plek gevonden op de stam van een wilg. “Tenminste als de buurtkatten de broedende vogel met rust laten.”

Een deel van de percelen mag Anjo pas na 15 juni maaien vanwege de uitgestelde maaidatum. Hij is razend nieuwsgierig hoeveel nesten er liggen. “Dit jaar werd er iets nieuws geprobeerd: nesten tellen vanuit de lucht. Ik ben benieuwd of dat met een drone goed te bekijken is. Groot voordeel is in elk geval dat de vogels minder hun nest af gaan, omdat er geen mensen meer in het veld lopen.”

Het weidevogelbeheer is vooral liefhebberij. Ook zonder beheercontract zouden Anjo en zijn vader waar mogelijk rekening houden met de nesten en de pullen. “Van oudsher zitten er in de Woudpolder veel weidevogels. Dat willen we graag in stand houden, of we er nou geld voor krijgen of niet. Van jongs af aan schijn ik al met plantjes en beestjes bezig te zijn. Op het land herken ik een vogel vaak eerder aan het geluid, dan dat ik iets zie.”

Het enthousiasme van Anjo en zijn vader ontgingen ook andere weidevogelliefhebbers in de omgeving niet. Het contact met Water, Land & Dijken was dus snel gelegd. “Ik vind het fijn dat de vrijwilligers een praktische insteek hebben. Ook houden we van de open gesprekken, bijvoorbeeld over het beheer van het land. Het belang van ons als veehouders is soms anders dan van de natuurvereniging en het is goed om met elkaar hierover in gesprek te blijven.”

Door het hoge waterpeil en de koele grond, komt de grasgroei in de veenweiden wat later op gang. Anjo en zijn vader zijn daarom voorstander van het toedienen van drijfmest, om zo het bodemleven te stimuleren. “Het zorgt voor meer insecten, en dus voedsel voor de vogels.”