Bodemverbetering voor weidevogels

Weidevogels leven het liefst op bodems die vol met bodemleven zitten, zoals wormen. Ze houden van een open landschap, zonder hoge grassen zoals de pitrusplant, die goed groeit op een natte zuurstofloze bodem. Het uitstrooien van zeeschelpengruis helpt om de grond te verrijken met belangrijke mineralen en kalk. Daardoor zakt het water beter weg en wordt de grond luchtiger, zodat er meer wormen komen en ‘probleemkruiden’ zoals de pitrusplant wegblijven.

Natuurboer Dick Hos heeft via dit project advies gekregen van bodemexpert Joost van der Kroon. Er is een analyse gemaakt van zijn land en een plan van aanpak om de bodem te verbeteren. Door gebrek aan belangrijke mineralen kan de bodem erg compact worden. Op dichte grond komt de ongewenste pitrusplant veel voor. Met behulp van zeeschelpengruis wordt het land verrijkt met belangrijke mineralen, zoals kalk. Dit zorgt ervoor dat de bodem luchtiger wordt, dat de pitrusplant wegblijft en er juist meer wormpjes gaan leven in de grond. En daar houden de weidevogels van.

Bekijk de video waarin Joost en Dick uitleggen hoe zij te werk gaan.

Klik op de afbeelding voor de video

De provincie Noord-Holland draagt bij aan onderzoek naar de verbetering van de bodem, zodat weidevogels daarvan profiteren. Zij subsidieert het project ‘bodemherstel natuurgronden’ dat in samenwerking met vier natuurboeren is opgestart.